Johan Nowé zet Blankenbergse dichteres Jeanne Vande Putte in de kijker: “Haar oeuvre zit vol vergeten pareltjes”

foto WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Emeritus hoogleraar Johan Nowé bracht een biografie uit over stadsgenote Jeanne Vande Putte. ‘Ik weet het wel, dat ik een belofte ben’ is een ode aan een vergeten taalvirtuoos. “Een bloesemknop die nooit heeft mogen ontluiken”, aldus Johan Nowé.

Johan Nowé was als hoogleraar verbonden aan de K.U. Leuven, waar hij Duitse letterkunde doceerde. Eerder publiceerde hij essays en boeken over het theater in de Middeleeuwen, over de IJslandse sagen en legenden en de Blankenbergse historicus Jacob de Meyere. “Van Jeanne Vande Putte is geweten dat ze, naast een select kransje royals, de enige vrouw is naar wie in Blankenberge-stad een straat werd genoemd. Dat zette mij aan het denken: waarom juist naar haar? De aandacht voor haar persoon is later weer weggedeemsterd, en vandaag weten nog maar weinig mensen wie die dame was”, steekt hij van wal. De Jeanne Vande Puttelaan ligt pal naast zijn deur. “Ik passeer er dagelijks. Het leek me daarom passend om, ruim 90 jaar na haar overlijden, mij in de persoon en het werk van Jeanne Vande Putte te verdiepen in een poging om haar van de vergetelheid te redden”, klinkt het.

Recent kwam er hulp uit onverwachte hoek: voor zijn belle-époquecocktail ‘De Zandknauwer’ haalde Dominique Persoone inspiratie uit een gedicht van Jeanne Vande Putte. Al wijst Nowé erop dat ze strikt genomen weinig met de belle époque van doen had. “Ze werd geboren in 1907, toen de belle époque al bijna weer voorbij was. Overigens is ze heel jong gestorven: amper 23 werd ze.”

Het maakt van Jeanne Vande Putte ook een beetje een tragische figuur. “Ze was een klein, tenger persoontje, en hoewel ze in ’27 – met de hoogste onderscheiding – afstudeerde als regentes, heeft ze door haar zwakke gezondheid nooit voor een klas kunnen staan. Via via werd ze dan maar de privécorrespondente van Frans Van Cauwelaert, boegbeeld van de Vlaamse Beweging en burgemeester van Antwerpen. Daar voelde ze zich eenzaam en begon ze een dagboek bij te houden”, vertelt Nowé. Ze schreef ook brieven aan Zuster Beata, een van haar mentoren toen ze in Turnhout op de kostschool zat bij de Zusters van Het Heilig Graf.

Zwakke gezondheid

“In Blankenberge, bij de Zusters van de Heilige Jozef, schreef ze als kind al teksten waarvan de zusters nauwelijks geloofden dat ze uit haar pen kwamen. Jeanne Vande Putte was van jongs af letterkundig begaafd en droomde van een carrière als schrijfster.”

Ook door critici werd ze als belofte gezien

Maar als een rode draad door haar leven, was er dus die zwakke gezondheid waarmee het steeds verder bergaf ging. “Jeanne had goede en slechte dagen en leek soms wat levensmoe. De laatste twee jaar raakte ze daardoor op de dool. Vroom en devoot als ze was, sukkelde ze in een geloofscrisis en maakte ze omzwervingen naar Tongerlo, Nijmegen, Doornik… Ze zocht daar in het kloosterleven de rust en de natuur op, voor ze uiteindelijk terugkeerde naar Blankenberge waar ze in 1930 overleed aan tuberculose. Ze verbleef op dat moment bij haar moeder in de Descampsstraat”, aldus Nowé.

Behalve een handvol gedichten, raakte haar werk bij leven moeilijk gepubliceerd. “Ze schreef ook af en toe artikeltjes voor een katholiek tijdschrift, bijvoorbeeld over haar tijdgenoot Paul van Ostaijen naar wie ze opkeek. Maar verder bleef ze vrij onopgemerkt, en dat is jammer want Jeanne had heel wat in haar mars”, gaat Nowé voort. De titel van zijn biografie verwijst daar ook naar. “Ze werd en wordt door critici algemeen beschouwd als een belofte, een bloesemknop die nooit heeft mogen ontluiken. Door die eenzijdige kijk wordt echter onachtzaam voorbijgegaan aan dat wat ze, in de weinige tijd die haar gegund was, wél heeft nagelaten. In haar oeuvre zitten heel wat poëtische pareltjes verborgen”, klinkt het.

Cultus

Nowé hoopt dat zijn biografie kan bijdragen aan een rehabilitatie van de vergeten dichteres. Haar brieven en dagboeken werden postuum gepubliceerd. “Na haar dood is er een soort cultus ontstaan. Ze werd geroemd om haar godsvrucht, haar lijdensweg en zelfopoffering werden aanzien als een voorbeeld voor de katholieke jeugd. In Blankenberge was er in ’36 een grote huldetocht voor Jeanne Vande Putte. Ze had in die periode bijna het aanzien van een heilige. Daarna is die aandacht echter geleidelijk aan weer weggedeemsterd.”

De Jeanne Vande Puttelaan kwam er kort na WO II. “Opmerkelijk, aangezien ze tegen dan alweer grotendeels vergeten was. Jammer dat ze haar literaire talenten niet ten volle heeft kunnen ontplooien want Jeanne had zeker veel talent. Haar gedichten waren knap gemaakt en vaak ook tijdloos, nog steeds de moeite om te lezen. Een van die pareltjes is inderdaad ‘De Wind’ – dat waarin ze het woordje ‘zandknauwer’ laat vallen. Jeanne had een rijke woordenschat en een grote verbeelding”, besluit Nowé.

‘Ik weet het wel, dat ik een belofte ben. Jeanne Vande Putte Blankenbergse dichteres 1907-1930’ telt 156 pagina’s en kost 19 euro. De biografie verscheen in eigen beheer en is verkrijgbaar bij de auteur, J. Ponjaertstraat 18 of via johan.nowe@telenet.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier