Amateurhistoricus uit Gullegem herwerkt WO I-dagboeken van broeders Sint-Sixtusabdij

Patrick Libbrecht (63) uit Gullegem is een amateurhistoricus en schreef al meerdere boeken. © gf
Christophe Maertens
Christophe Maertens Medewerker KW

Patrick Libbrecht (63) uit Gullegem herwerkte de oorlogskronieken van drie monniken tot een vlot leesbaar geheel. De dagboekaantekeningen van de broeders geven een mooie op hoe zwaar de impact was van de oorlog op het leven in de abdij. Die werd immers herschapen in reusachtige soldatenbivak, iets wat voor de paters zeker niet gemakkelijk was. “Maar bier bleven ze wel produceren, zelf meer dan voordien”, aldus Patrick.

“Grote schrik en ontsteltenis heerst overal. De oorlog is verklaard, de handschoen, door het machtige Duitsland aan het kleine België toegeworpen, is opgeraapt. Wat zal er van het rustige, nijverige en bloeiende België geworden? De oorlog, helaas!” Broeder Victor Van Staten van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren schreef deze zin in het begin van zijn dagboek dat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog vier jaar lang bijhield.

Hij was niet de enige, ook pater Ludovicus-Marie De Cleyn en Edmundus Joye volgden zijn voorbeeld. Patrick Libbrecht (63) uit Gullegem kreeg de kans de dagboeken van de geestelijken te bewerken en in boekwerk te gieten. Patrick is een amateurhistoricus en schreef al meerdere boeken. De Gullegemnaar kwam in contact met de broeders toen hij research deed voor een artikel. “Ik kreeg de kans om die dagboeken te lezen en onmiddellijk raakte ik erdoor geboeid”, zegt Patrick.

Reusachtige soldatenbivak

“Het is dan ook een razend interessant verhaal. Tegen eind 1914 was het abdijdomein in een reusachtige soldatenbivak veranderd. Vier jaar lang leefden de monniken samen met Franse, Britse en Belgische legereenheden, wat een ongelofelijke impact had op hen. De drie dagboeken zijn dan ook een mooi tijdsdocument.”

“Wie al eens voorbij de abdij passeert of er eventueel bier gaat kopen, weet dat de poort er altijd gesloten is. Je moet aanbellen wil je binnen geraken. Tijdens de oorlog was dat wel anders, dan bleef de toegangspoort vier jaar aan stuk openstaan. Een abdij heeft namelijk de plicht vluchtelingen op te vangen, maar zo evident was dat niet. Er kwamen bijvoorbeeld dames binnen, sommige broeders hadden al jaren geen vrouw meer gezien. Daarnaast brachten de militairen, die de abdij als rustplaats gebruiken, mensen uit de koloniën mee, zoals zoeaven uit Noord-Afrika, Indiërs en Chinezen. De broeders fronsten hun wenkbrauwen bij het zien van de Schotten in hun kilt.”

Executies van deserteurs

Er waren voorvallen die de rust in de abdij enorm verstoorde, zoals executies van deserteurs. “In de teksten lezen we dat ze er moeite mee hadden dat soldaten door hun eigen leger werden doodgeschoten”, aldus Patrick. “De dagboeken zijn echter geen verslag van militaire gebeurtenissen of veldslagen. De oorlogskronieken van Sint-Sixtus vertellen vooral het menselijke verhaal van de broeders en hoe zij die moeilijke periode doormaakten.”

“Een van de broeders schrijft bijvoorbeeld dat het de paters tegen de borst stootte dat er een Britse officier een foto van een naakte vrouw in zijn ‘cel’ ophing in plaats van het kruis van Christus. Dat was het nieuws van de dag, niet dat er enkele kilometers verder honderden of duizenden soldaten sneuvelden. Het zijn kleine gebeurtenissen die de spanningen van die dagen doorbraken. Terwijl het Duitse voorjaarsoffensief woedt, beschrijft broeder Victor hoe hij in de keuken over een emmer viel en een rib brak.”

Nooit zoveel bier gebrouwen

Oorlog of niet, bier werd er altijd gebrouwen. Een van de broeders zegt zelf dat er in die periode nog nooit zoveel bier werd geproduceerd. “Soldaten dronken wel een glas om hun verdriet te verdrinken. De Belgische militairen konden trouwens, in tegenstelling tot de Fransen en Engelsen, eens niet naar huis, want hun land was bezet”, aldus de auteur. “Kaas maken was vaak wel een probleem. Door bombardementen gaven koeien geen melk.”

Patrick nam in zijn bewerking van de dagboeken zoveel mogelijk van de originele teksten over. “Sommige woorden moet je gewoon laten staan in de taal die toen werd gebruikt. Voor West-Vlamingen die het lezen, zal het geen probleem zijn. Ik voegde er op het einde wel een verklarende woordenlijst aan toe. Ook het weinige Frans liet ik staan en voor het vertalen van enkele Latijnse passages deed ik een beroep op een van de broeders. Maar ik heb de tekst niet herschreven zoals nu met Roald Dahl zijn werk werd gedaan. Bepaalde woorden die toen zonder problemen werden gebruikt heb ik gewoon laten staan, geen woke-toestanden in mijn boeken dus (lacht).”

Patrick vindt het heel fijn dat de broeders hem toelieten in hun archief en hun bibliotheek te snuisteren.

© RV

Patrick geeft het boek in eigen beheer uit en kan na bestelling via libbrechtpatrick@proximus.be vanaf 6 maart worden afgehaald bij de auteur. Het werk kost 22 euro. Opsturen kan ook, maar daarvoor betaal je 7,5 euro extra.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier