Arno brengt nummer uit over Ensor: “Hij was een gast als ik, een anarchist met humor”

Arno: "Mijn tante had vroeger een maison clos, een chic hoerenkot, waar over politiek en kunst werd gepraat. Ensor kwam daar ook, dus verhalen genoeg." © Danny Willems
Hannes Hosten

“Ik leef vandaag, morgen bestaat niet en gisteren is dood.” Dat zegt rocklegende Arno als we hem vragen hoe het met hem gaat na zijn zware operatie voor pancreaskanker. De ‘chanteur de charme’ treedt al een tijd weer op en bracht een nummer uit over zijn Oostendse zielsverwant James Ensor. “Mon mentor”, zingt Arno, of in de Oostendse versie: “Min mentor”.

Het vernieuwde Ensorhuis in Oostende, dat in juli opende, bracht deze week een muziekalbum uit: Masqué songs inspired by James Ensor. Diverse Belgische artiesten brengen een ode aan de meester. Het zijn onder meer Isolde Lasoen, Bent Van Looy en de Oostendenaars Johannes Verschaeve (The Van Jets) en natuurlijk Arno, die een hechte band heeft met de grote schilder.

“Ensor was een gast als ik. Iemand met veel humor, een anarchist avant-la-lettre“, vindt Arno. “Ik ben geboren in het jaar waarin hij stierf (1949, red.). Ik ken zijn werk van jongs af. Mijn grootvader had een broer, een oud-kolonel van de oorlog ’14-’18. Op zondag ging mijn vader naar zijn oom, nonkel Theo, om over politiek en zo te spreken. Daar hingen ook enkele schilderijen van Ensor.”

Chic hoerenkot

“Mijn tante had een maison clos. Weet je wat dat is? Een soort chic hoerenkot, waar over politiek en kunst werd gepraat, maar waar de bezoekers ook soms met madam naar boven gingen. Kunstenaars betaalden dan meestal met een eigen werk. Ensor kwam daar ook, dus verhalen genoeg. Ik kende ook de Oostendse schilder Etienne Elias. Ook hij heeft me het werk van Ensor leren kennen.”

“Wist je dat ook René Magritte in Oostende gewoond heeft?”

“Die anarchie! Als je kijkt naar het schilderij Les bains à Ostende. Twee mannen die zitten te totten. Of L’entrée du Christ. Bob Dylan heeft daar een nummer over gemaakt en er bestaat ook een boek over. Dat heb ik al heel lang. Maar het is typisch België, hé: zoveel mensen weten niets over Ensor. Oostende heeft nu wel een fantastisch museum over Ensor. Eindelijk! Wist je trouwens dat ook René Magritte in Oostende gewoond heeft?”

Frans en Oostends

“Ik ben ook een grote fan van Spilliaert. Mijn grootmoeder was bevriend met zijn zus. Als mens voel ik het meest verwantschap met Ensor, maar ik zie nog liever de werken van Spilliaert. Of ik ooit nog baron word, zoals Ensor? Dat weet ik niet. Maar ik ben wel al chevalier des arts et des lettres in Frankrijk. En ereburger van Oostende en Brussel. Dat gaat toch al in die richting.”

“Ensor en Spilliaert hadden ook een band met Brussel, net als ik. Ik ben een Oostendse Brusselaar, hé. De straatnamen in Brussel en Oostende, die zijn dezelfde. In Oostende hebben wij ook een Grand Place en een Rue Royale. En we spreken twee talen: Frans en Oostends. Daarom heb ik het nummer Ensor, mon mentor in het Frans en het Oostends uitgebracht.”

“Mijn regels”

Arno kreeg eind vorig jaar de diagnose pancreaskanker en onderging in februari een zware operatie. In juli trad hij voor het eerst weer op op Werchter. “Ik heb mijn regels, hé”, antwoordt hij, als we vragen hoe het nu met hem gaat. “Maar ik heb al optredens gedaan en ben bezig aan een film in Parijs. Alles is mogelijk, maar ik leef vandage. Morgen bestaat niet en gisteren is dood. Leve Ensor! Leve Spilliaert!”

Het album Masqué songs inspired by James Ensor is te koop voor 14,50 euro in het vernieuwde James Ensorhuis in Oostende en staat ook op Spotify.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier