Yvon Poncelet is gepassioneerd door fotografie: “Verveling bestaat niet voor mij”

Yvon Poncelet: "Ik ben bezig met de organisatie van een groot internationaal fotofestival in Oostende, dat volgend jaar in september zal plaatsvinden." (foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Gillian Lowyck

Wie Yvon Poncelet (54) tegen het lijf loopt, ziet gegarandeerd ook een fototoestel. Hij was jarenlang zelfstandig fotograaf, vandaag is hij uitbater van een fotografiehuis, lesgever, verzamelaar van oude fototoestellen, organisator van een internationaal fotofestival… En tussendoor blijft hij uiteraard gewoon nog fotograferen. Yvon ádemt fotografie.

Of Yvon een band met het zeilschip de Mercator heeft, hoeven we eigenlijk niet te vragen. Als fotograaf kwam hij talloze keren op het schip, want het is uiteraard één van de meest fotogenieke plekken in Oostende.

Yvon, hoe ben jij gestart als fotograaf?

“Ik ontdekte mijn passie op reis met mijn ouders, als kind. Zoals iedereen namen zij een simpel fototoestelletje mee om reisfoto’s te maken. Al snel bleek dat de foto’s die ik nam een heel stuk beter waren. Ik had er oog voor, om het zo te zeggen. Mijn foto’s vielen in de smaak. Toen ik dertien jaar werd en naar het eerste middelbaar ging, kreeg ik een beter fototoestel. Zo ging al mijn vrije tijd op aan fotografie. Overal waar ik ging, nam ik mijn camera mee. Ik nam foto’s van alles in Oostende, veel van mijn vrienden, skatefoto’s… Er ging véél zakgeld aan op (lacht). Alles ging dan nog met filmpjes, dus dat was niet goedkoop als je veel foto’s wilde nemen.”

Je ouders steunden je in droom om fotograaf te worden, iets dat niet evident was in die tijd?

“Klopt. Ze maakten zich wel eens zorgen, natuurlijk, maar ze steunden me wel altijd. In het middelbaar bestond er nog geen kunstrichting. Gelukkig had ik een leerkracht plastische opvoeding die ervoor zorgde dat ik de woensdagnamiddag in een donkere kamer terecht kon, waar ik mijn filmpjes kon ontwikkelen en zo heel wat ervaring opdeed. Daarna ging ik fotografie studeren aan het KASK in Gent. Daar werd hard ingezet op reportages en documentaire fotografie. De stijl van Michiel Hendryckx, Filip Claus… Dat vind ik fantastisch.”

Je ging vrij snel aan de slag als fotograaf. Van wat nam je voornamelijk foto’s?

“Alles tussen de geboorte en de dood (lacht). Ik heb wel nooit een winkel gehad. Maar ik deed tal van opdrachten. Zo heb ik alle hotels in Oostende gefotografeerd, was jarenlang de vaste fotograaf van het Casino… Huwelijksfeesten? Daar deed ik er maximum tien per jaar van. En dan altijd liefst trouwfeesten die niet zo klassiek waren.”

Waarom schakelde je over naar fotografie in bijberoep?

“Er was de overschakeling naar digitale fotografie. Daardoor heeft iedereen een camera bij en was er minder werk. Vroeger moest je trouwens een diploma fotografie hebben om jezelf fotograaf te mogen noemen. Vandaag is dat niet meer nodig. Nu, ik ben sinds 1991 al zelfstandige. Fotografie is niet alleen mijn beroep, maar ook mijn passie en hobby.”

Zeven jaar geleden richtte je een fotografiehuis op.

“Toen ik stopte met fotografie in hoofdberoep, kwam er ruimte vrij in ons huis. Mijn studio en atelier gebruikte ik niet meer zo intens. Toevallig waren we in Brussel waar er een galerie was waar je ook iets kon drinken. Een plek waar er ook ruimte is voor ontmoetingen.

Oostende is een stad met een speciale ziel

Mijn vrouw en ik vonden dat een fantastisch concept. Zo zijn we met Exposure Value gestart in ons huis in de Jules Peurquaetstraat. Spijtig genoeg ligt het momenteel stil door corona, maar anders organiseren we tal van tentoonstellingen.”

Wat maakt voor jou een goede foto?

“Goh, dat is moeilijk. (denkt na) Dat hangt in feite af van je doelpubliek. Voor wie maak je de foto? Wat vaststaat, is dat je de kijker moet overtuigen zonder tekst en uitleg. Dat je het beeld ziet en wéét wat het verhaal is. Techniek komt maar op de tweede, derde of zelfs vierde plaats. Digitaal of analoog, dat maakt weinig verschil. Ik vergelijk het met naar Brussel rijden met wagen op benzine of diesel. Het is een manier om tot je beeld te komen. Ik geef mijn studenten soms wel de opdracht om het scherm van hun toestel uit te schakelen. Zo fotografeer je op een andere manier. Honderd foto’s nemen en hopen dat er één goede tussen zit? Zo werkt het niet. Jij moet weten wanneer je afdrukt.”

Ben je een trotse Oostendenaar?

“Zeker, gebrakt en gespogen (lacht). Ik heb nooit zin gehad om hier weg te trekken. Als je van de trein stapt en je ruikt de zee… Fantastisch. Plus, Oostende is een stad met een speciale ziel. Ik vind dat er hier veel getolereerd wordt. Je wordt niet nagefloten of nagewezen als je anders gekleed bent.”

Welke foto’s wil je nog nemen?

“Ik heb een boekje vol met mogelijke onderwerpen en ideeën voor reeksen. Ik weet dat dat nooit gaat lukken en dat ik dat onmogelijk allemaal nog kan afwerken. Maar daar lig ik niet wakker van. Verveling bestaat niet voor mij. Tijdens de lockdown had ik tijd om creatief bezig te zijn. Mijn volgend project gaat over Noordzeevis en wordt binnenkort tentoongesteld.”

Wat brengt de toekomst?

“Ik ben bezig met de organisatie van een groot internationaal fotofestival in Oostende, dat volgend jaar in september zal plaatsvinden. Er komt een parcours in Oostende op enkele grote locaties buiten, en ook in enkele galerieën. Het is de eerste keer dat er hier zo’n groot festival zal worden georganiseerd, klopt. En voor de rest? Er mogen hier van mij nog heel wat fotogalerieën bijkomen, dat is zeker geen concurrentie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier