Willem Vermandere wordt er 80: “Mijn ziel is een composthoop”

Willem Vermandere viert op zondag 9 februari zijn 80ste verjaardag. De beeldhouwer en liedjeszanger staat ook al 50 jaar op de planken. © Davy Coghe
Hannes Hosten

Willem Vermandere viert op zondag 9 februari zijn 80ste verjaardag. De beeldhouwer en liedjeszanger staat ook al 50 jaar op de planken. Maar stilzitten kan hij nog altijd niet. Voor zijn verjaardag brengt hij een boek en een nieuwe cd uit: ‘Confessies’. Met deze bekentenissen vertelt hij zijn publiek wie hij is. Wij legden hem enkele opvallende bekentenissen uit de nieuwe cd voor. De biecht van het geweten van West-Vlaanderen.

ja ‘k mag het zeggen, ‘k hè vele getjoold

en meer dan ne keer zelfs hooploos

verdoold. (Uit: Den Tjoolder)


“Een tjoolder? Ik ben beeldhouwer. Dat wil zeggen dat je sedentair moet zijn, op je plekke moet blijven. De beeldhouwer Roel D’Haese, die ik goed heb gekend, zei me eens: ‘Je hebt succes als zanger, Willem, omdat je liever beeldhouwer bent.’ Ik verstond dat eerst niet goed. Maar ik hoef niet op reis te gaan om inspiratie op te doen. Ik vind ze hier aan mijn voordeur. Dat hoor je goed op deze cd: een liedje over ons kerkje, over ons cafeetje… Ik zing de lof van mijn dorp. Maar als ze mij vragen: ‘Hoe lang ga je nog zingen?’, dan zeg ik: zo lang ik wil tjolen. Als ik wil thuis zijn, dan is het gedaan.”


Wie hèt er genoeg van zijn welvaartstaat,

met zijn stank en plastiek die nooit meer vergaat. (Uit: Den Tjoolder)


“Ik maakte dat liedje al 40 of 50 jaar geleden, maar zette het nu pas op cd. Het is zo actueel. Toen al was ik fel bezig met de verloedering van de natuur. Of een artiest een voorloper is? Nee hoor. Het zijn de anderen die niet mee kunnen.” (lacht)


Dat eigen volk dat zegt mie weinig,

‘k ben d’r al lang uit weg g’emigreerd. (Uit: Confessies)


“Dat lied, Confessies, is een sleutellied voor mij. Daarin doe ik bekentenissen. Ik zeg wie ik ben. Toen dat geschreven was, kon ik mijn cd maken. Mijn eerste liedjes, die gaan over het eigen volk. Die zijn 100 jaar geleden geschreven hé. Mien menschen van te lande, hoe gèren zie’k julder goan… Maar dat eigen volk zegt me niet veel meer. Ik heb grote vriendschap met mensen uit de Bourgogne. Halve Italianen, halve Spanjaarden, die daar in de steengroeven werken. Met hen voel ik me zo verbonden. Het gebeurt nog wel eens dat ik een liedje van vroeger zing. (Willem neemt zijn gitaar en speelt en zingt) De meuren van mien huus zien van oender in terre… Heimwee naar mijn geboortedorp Lauwe? Niet meer. Er is alleen maar het nu. Ik heb het dorp moeten verlaten om erover te kunnen zingen hé. Je moet zeggen wie je bent. En als de mensen zich herkennen in wat je zegt, kan je spreken van succes.”


In veel brieven kreeg ik te lezen,

‘foei gij flauwe flamingant’,

‘k begost al voor mijn vel te vrezen. (Uit: Confessies)


“Dat is echt zo. Ten tijde van Bange Blankeman stonden enkele keren politiemannen in burger naast het podium tijdens mijn optredens. Op de Gentse Feesten… Ik kreeg ook dreigbrieven. Niet geestig. Met één van die brieven ben ik naar de rijkswacht gegaan. (even stil) Je moet het kwijt raken hé. Daarom zing ik het in dit openingslied.”


‘k Zocht in dikke duistere boeken

‘t raadsel van leven en dood

ondanks al mijn bidden en vloeken

is ‘t raadsel jaar na jaar vergroot. (Uit: Confessies)


“Hoe meer we weten, hoe moeilijker. De mensen uit de Middeleeuwen wisten alles hé. Een ongeval was een straf van God. Zo simpel is het niet meer. In één keer breekt er daar een virus uit in China en de hele wereld slaat in paniek. De overbevolking in de wereld, wat doen we daarmee? Na de dood, is het dan gedaan? In alle culturen zijn mensen met een visie opgestaan. Diene man van Nazareth, diene Mohammed, dien Boeddha… Maar geen mens op de wereld weet wat hem te wachten staat. Een artiest moet het mensdom troosten hé. Wat doet een priester? Hoopvolle dingen zeggen, waar de mensen levenskracht uit putten. Het moet niet waar zijn, als het maar geestig is. In de schone betekenis van het woord: rijk aan geest.”


‘k ben zo blie da’k u zie

in uwe lichte lingerie

ook al ziet het niemand nie

je mag ‘t weten mon chérie

da’k u geiren, da’k u geiren,

da’k u geiren zie. (Uit: Potpourri)


“Of ik nog regelmatig dames in lichte lingerie tegenkom? (proest het uit) Shhhht! Als het maar rijmt, zeg ik dan. ‘t moet geestig blijven. Op het cd’tje staan heel ernstige dingen en ook zottigheden. Soms droefheid, soms hoempapa. En die potpourri is zoiets, ja.”


Je fietste zorgeloos daaglijks naar schole,

onze zwarte prins deur weer en wind.

Tot op dien onzalige late namiddag,

‘t was godlievenhere zo’n zware klap,

van diene veel te haastigen auto,

en van diene dwaze dronkelap. (Uit: Jantje Verlodt)


Jantje Verlodt was een halfbloed, half Rwandees, half Belgisch, geadopteerd door mensen hier uit Steenkerke. Een beloftevolle jongen, maar doodgereden hier op de industrieweg. Ik heb er 35 jaar over gedaan om dat te kunnen schrijven. Na al die jaren komt dat ineens weer boven. Uw ziele, dat is een composthoop hé. Er vliegt daar van alles op en het ligt daar te fermenteren. En plots schiet daar een bloem uit. Je moet zorgen dat je composthoop rijk gevuld is.”


Dus in ‘t jaar 2040 wel dan word ik honderd jaar

‘t s begonnen met mijne kletskop, mijne kletskop zonder haar. (Uit: ‘t jaar 2040)


“Ik voel mijn krachten afnemen. Hoe ik daarmee omga? Ik maak nu meer houtsneden, veel knusser om te maken in een warme kamer, op een stoel gezeten, met fijne mesjes en beiteltjes. En ik kocht een heftruck om mijn stenen binnen te halen. Vorige zomer maakte ik nog een groot beeld, dat op de Karmel in Waregem staat. Misschien is het mijn laatste grote beeld. Misschien mijn laatste cd, mijn laatste boek. De jaren, die zijn daar hé, er is niets aan te doen. Maar maak er ook niet te veel zorgen in. We weten het niet. Dat is het raadsel van de hele schepping.”


Confessies is de nieuwe cd van Willem Vermandere, release op 9 februari. Het boek Als ‘t maar geestig is. Prenten en vertellementen is uitgegeven bij Lannoo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier