Vive le vélo-gezicht Ine Beyen: “Ik wil bewijzen dat coureurs ook maar gewone mensen zijn”

DE HAAN -- Ine Beyen (foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Philippe Verhaest

Nog tot de dag dat het peloton de Avenue des Champs-Élysées opvlamt, kleurt Ine Beyen jouw dagelijkse afspraak met ‘Vive le vélo’ op Eén. Elke avond gaat de De Haanse deerne op zoek naar de mens(en) achter de wielrenner. En dat smaakt naar meer, zegt ze. “Ik beleef momenteel mijn droom.”

De rustdag in de Ronde van Frankrijk, met bijhorende coronatesten voor iedereen binnen het Tourcircus, ligt net achter ons wanneer we ‘s ochtends ten huize Ine Beyen in het schilderachtige De Haan aanbellen.

De dochtertjes Odile (5) en Marcelle (3,5) heeft ze net naar school gebracht, haar echtgenoot en profrenner Serge Pauwels die door de nasleep van een virale infectie de Tour mist zit nog aan de ontbijttafel en houdt de nieuwssites angstvallig in het oog, op zoek naar berichten over welke collega’s al dan niet besmet blijken te zijn. Geen enkele renner legde uiteindelijk een positieve test af, vier stafleden mochten wel hun koffers pakken en warempel ook Christian Prudhomme, de Tourbaas lui même, moet minstens een week in quarantaine.

“Serge mag dan wel geblesseerd aan de kant staan, de koers blijft ons leven beheersen. Dat is ondertussen al achttien jaar zo”, glimlacht Ine.

Momenteel zorgt niet enkel je wederhelft voor een stevige portie wielerwee in huis, ook jij hebt daar een flink aandeel in. Met dank aan je felgesmaakte rubriek in ‘Vive le vélo’.

(glimlacht) “Ik doe het ook enorm graag. De voorbije jaren mocht ik al drie keer gewoon aan tafel aanschuiven bij Karl Vannieuwkerke en elke keer opnieuw was ik onder de indruk van de hele machinerie die achter het programma zit. Een team van om en bij de veertig mensen dat zó gestroomlijnd werkt, daar was ik gezond jaloers op.”

“Binnen tien jaar zou ik graag een vaste waarde zijn in de televisiewereld”

“Daar wilde ik maar wat graag deel van uit maken. Toen ik drie weken voor de start van deze Ronde van Frankrijk telefoon kreeg met de vraag of ik het gezicht wilde worden van de kaartrubriek, moest ik geen halve seconde nadenken. Het was een no brainer.”

Je maakte de juiste keuze, want de dagelijkse rennerskaart is bij veel mensen met voorsprong het favoriete deel van het programma. Ook van ondergetekende, trouwens.

“Dat doet deugd om te horen. Ik leg er ook mijn hart en ziel in. Wat je op televisie ziet, is het resultaat van keihard werk. Al van twee weken voor de start van de Ronde ben ik bezig met research. Van alle Belgische en Nederlandse renners een pak informatie opzoeken, bekijken wie van hun dichte entourage in aanmerking kan komen voor een reportage en dan contacten leggen. Ik heb héél veel telefoontjes gedaan en nog meer uren aan mijn laptop doorgebracht. Met de glimlach, want van die voorbereiding plukken we nu de vruchten. Plus: ik werk samen met een fantastische ploeg. We voelen elkaar ondertussen blindelings aan.”

Ine Beyen:
Ine Beyen: “Ik geniet nu met volle teugen van alles wat ik meemaak en als de Tour er op zit, eindigt ook dit verhaal. Maar hopelijk gaan er dan nieuwe deuren open.” (Foto’s Davy Coghe)© Davy Coghe

Kan jij het niet te blussen succes van ‘Vive le vélo’ verklaren?

“Het gaat om de mix, denk ik. Enerzijds heb je de dagelijkse analyse van de rit door vakmensen, anderzijds worden de gasten ook zorgvuldig geselecteerd. Mensen met een achtergrond in het wielrennen, aangevuld met artiesten, andere topsporters, acteurs… Zo bereik je ook mensen die niet louter voor de koers elke avond afstemmen. En rubrieken als de onze zorgen voor mooie rustpunten. Door in te zoomen op wie er achter de coureur in kwestie schuil gaat, geef je de atleet een menselijk gezicht. Zo ontdek je dat het eigenlijk ook maar heel gewone kerels zijn die moeten scharten om er te geraken. Die opgroeiden in heel normale en warme gezinnen en een lange weg hebben afgelegd. Daar ligt mijn missie.”

Jij kreeg de koers thuis met de paplepel binnen. Het peloton is al ruim de helft van je leven je tweede thuis.

“Klopt. Mijn papa is kinesist en reed lang wedstrijden onder medici. In zijn praktijk bij ons thuis kreeg hij ook enkele jonge renners over de vloer en zo raakte ik met hen bevriend. Mijn zus Lien koerste toen al, maar ik zag het aanvankelijk niet zitten om me in zo’n raar koerspakje te hijsen en de baan op te gaan. Maar die jonge coureurs wisten me te overtuigen en voor ik het wist, spendeerde ik meer tijd op het zadel dan ernaast. Mijn vader was apetrots: zijn twee dochters die in zijn voetsporen traden en de liefde voor de fiets ontdekt hadden.”

Fietsen met De Melkerie, het trainingsgroepje van Tim Declercq. (foto Instagram)
Fietsen met De Melkerie, het trainingsgroepje van Tim Declercq. (foto Instagram)

Bij jou ging het zelfs een stap verder: van 2009 tot 2013 was je profrenster.

“Ik was net afgestudeerd aan de UGent toen ik de kans kreeg om prof te worden bij Topsport Vlaanderen. Het jaar daarvoor reed ik bij Britse team Swift en had ik onder andere aan de Tour Féminin deelgenomen. Ik had de smaak van het internationale wielrennen te pakken en kreeg de kans om van mijn hobby mijn beroep te maken. Die kans kon ik niet laten liggen.”

Hoe kijk je terug op je profjaren?

“Ik heb er erg veel geleerd. Ik kreeg de kans om een flink stuk van de wereld te zien, maar tegelijk is het een zeer kleine wereld. Ik herinner me dat we voor een wedstrijd naar Idaho in de Verenigde Staten trokken. Aan de overkant van het hotel lag zo’n typisch Amerikaanse supermarkt of shopping mall. Maar daar mochten we van de ploegleiding onder geen beding naartoe. We moesten netjes in ons hotel blijven, alsof we in een gouden kooi zaten. Maar de leuke momenten zijn uiteraard in de meerderheid, daar ben ik dankbaar voor.”

Wat mis je minder?

“Het maniakaal op alles letten. De minste snotneus of kriebel in de keel was goed om in lichte paniek te schieten. Na mijn profcarrière was ik oprecht blij dat ik eens gewoon ziek mócht worden en even in de zetel kon kruipen.

“Na mijn profcarrière was ik oprecht blij dat ik eens gewoon ziek mócht worden”

Ik heb vier jaar alles gegeven voor mijn profcarrière, maar heb even bewust die periode afgesloten. Het enige wat ik wél mis, is de fantastische conditie die ik toen had. Je helemaal leeg rijden en dan recupereren, dat is er niet meer bij. Dat voel ik ook wanneer ik ga joggen. Mijn basisconditie kan iets beter, daar ben ik me van bewust.” (grinnikt)

Op bezoek bij Jurgen Van den Broeck en zijn alpaca's (foto Instagram)
Op bezoek bij Jurgen Van den Broeck en zijn alpaca’s (foto Instagram)

Hoe moeilijk was het om je koersfiets aan de haak te hangen?

“Dat viel al bij al goed mee. Ik was van plan om in 2013, het jaar waarin Serge en ik trouwden, te stoppen. Maar ik moest mijn afscheid drie maanden eerder dan gepland vieren. Ik had last van een chronische slokdarmontsteking en dat speelde me bij de minste inspanning parten. Na een stevige training kon ik zelfs niet meer op mijn rug slapen en eten en drinken op de fiets lukte ook niet meer. Als je lichaam dergelijke signalen geeft, weet je dat je er een punt moet achter zetten. Maar ik eindigde in schoonheid. Mijn laatste koers heb ik gewonnen. In Kontich, op een boogscheut van Serge zijn roots. En hij was er ook zelf bij. Het plaatje klopte helemaal.”

Hoe leerde je Serge eigenlijk kennen?

“Dat moet op het WK voor junioren in Verona geweest zijn. Ik was toen amper 15 jaar en we raakten aanvankelijk goed bevriend. Sinds 2009 vormen we een koppel en ondertussen zijn we al zeven jaar getrouwd, met twee prachtige dochters als bekroning van ons gezin. Serge heeft een uitzonderlijk doorzettingsvermogen, daar bewonder ik hem mateloos voor. Hij combineerde het begin van zijn profcarrière met de opleiding toegepaste economische wetenschappen en sloot die ook succesvol af.”

Twee ex-profrenners met een universitair diploma op zak. Uniek in het peloton.

“Dat is zo, maar het zorgt ook voor zekerheid. Een topsportcarrière kan soms snel voorbij zijn, we wilden allebei een alternatief achter de hand hebben.”

Na je periode als prof stond je eerst twee jaar voor de middelbare klas, maar daarna bleef je 3,5 jaar thuis om voor de kinderen te zorgen. Een bewuste keuze?

“Een van de meest overwogen beslissingen uit mijn leven, zelfs. We hebben onze kinderen niet naar de crèche gedaan omdat we zoveel mogelijk tijd samen wilden doorbrengen. In normale tijden is Serge de helft van het jaar weg, dan willen we dubbel en dik genieten van de periode die we wél gezamenlijk kunnen beleven. En met de kindjes reisde ik Serge vaak achterna om hem langs het parcours aan te moedigen. Mooie tijden.”

Tijdens een boottochtje met de mama van Bauke Mollema in Friesland (foto Instagram)
Tijdens een boottochtje met de mama van Bauke Mollema in Friesland (foto Instagram)

Maar tegelijk een niet te onderschatten periode, denk ik?

“Dat kan je wel stellen. Veel mensen hebben daar een verkeerd beeld van. Je blijft thuis om voor de kinderen te zorgen en dan zou je plots een of ander luxeleventje leiden. Ik kan je verzekeren: dat is het niet. 95 procent van de tijd stond ik er ook alleen voor. Gelukkig kon en kan ik nog steeds rekenen op de hulp van mijn ouders en enkele goeie vriendinnen, maar finaal moet je het meeste toch zelf doen. Het was allesbehalve evident, maar ik heb er nog geen moment spijt van gehad.”

Mijn vrouw zegt soms dat kinderen opvoeden topsport is.

(lacht) “Daar kan ik alleen maar mee akkoord gaan. Je pikt bijzonder veel warme momenten mee, maar het kost je vaak ook veel energie. Al ben je dat laatste altijd snel weer vergeten.”

Nu ziet je leven er weer wat anders uit. Je bent freelance journalist, geeft nog wekelijks acht uur les in een basisschool én je bent fulltime mama.

“Een drukke combinatie, maar ik geniet er met volle teugen van. Ik herinner me nog dat ik in 2017 met Odile, onze oudste dochter, aan een weide hier iets verderop naar de geitjes aan het kijken was, toen ik telefoon kreeg van Het Nieuwsblad. Met de vraag of ik columniste wilde worden tijdens de Ronde van Frankrijk. Zo ging de bal aan het rollen en nu beleef ik mijn droom.”

Met ‘Vive le vélo’ als exponent. Hoe hard zal je treuren als het doek over deze corona-editie gevallen is?

“Ik geniet nu met volle teugen van alles wat ik meemaak en als de Tour er op zit, eindigt ook dit verhaal. Maar hopelijk gaan er dan nieuwe deuren open. Televisie maken is echt wel mijn ding. Ik hou ervan om warme verhalen te kunnen vastleggen en haal er enorm veel voldoening uit. Op een zondagmiddag bij Moeke Stuyven, de grootmoeder van Jasper Stuyven, in Kuurne met een taartje aankloppen, dat is eten en drinken voor mij. Of met De Melkerie, de trainingsvrienden van Tim Declercq, in de Ardennen een ritje maken, zo toon je een compleet andere kant van die renners. Ik voel dat mijn eigen rennersachtergrond helpt om mensen aan boord te krijgen. Ze weten dat ze iemand voor zich krijgen die het wereldje kent.”

Wat ook opvalt: je West-Vlaams accent zorgt elke keer opnieuw voor extra kleur.

(bloost) “Daar haal je een heikel punt aan. Ik heb al erg veel uren dictie gevolgd en kan mijn afkomst perfect verbergen, maar dan valt een deel van mijn spontaniteit weg, heb ik gemerkt. Het zorgt ook voor extra charme en ik ben ook preus op het feit dat ik West-Vlaming ben. Dan moet je dat niet te allen prijze verborgen willen houden. Ik beschouw het stilaan als een sterkte, maar wil het ook onder controle houden.”

Kan je je een leven zonder koers inbeelden?

“Vandaag? Neen, echt niet. Ik denk ook dat Serge na zijn profcarrière in de wielrennerij zal blijven, maar als dat toch niet het geval is, zal er wel iets nieuws op ons pad verschijnen. Al zou ik het wereldje wel missen. Na al die jaren ken ik er zo goed als iedereen en de sfeer die er hangt, vind je nergens anders.”

Wat mogen we Ine Beyen voor de komende tien jaar toewensen?

“Laat me beginnen met wat er zich binnen de muren van ons gezin afspeelt. Dat we allemaal gezond mogen blijven en het geluk kunnen vinden. En als het even kan, wil ik tegen dan een vaste waarde in de televisiewereld zijn. Dat zou mooi zijn.”

Wie is Ine Beyen?

Geboren op 1 mei 1987 in Oostende, 33 jaar oud.

Dochter van Patrick Beyen en Ingrid Decoster, zus van Lien (34).

Sinds 2013 getrouwd met Serge Pauwels (36), profrenner bij CCC.

Samen zijn ze de ouders van Odile (5) en Marcelle (3,5).

Behaalde een masterdiploma communicatiewetenschappen aan de UGent.

Startte op haar 15de met wielrennen, werd meerdere keren provinciaal kampioen.

Van 2009 tot 2013 profwielrenster bij Topsport Vlaanderen.

Nu freelance journaliste en parttime leerkracht aan De Heideschool in De Haan.

Spendeert haar vrije tijd aan joggen en het gezinsleven.