Met de oproep naar een nieuwe directeur legt Oostende de basis voor een doorstart van Mu.ZEE. “We zetten in op drie sporen, we willen de twee grote verdiepingen beter benutten en een driejaarlijkse expo in de winter”, zegt schepen van Cultuur Bart Plasschaert (CD&V).
Sinds het plotse vertrek van Phillip Van den Bossche dit voorjaar was het opvallend stil rond Mu.ZEE. Het museum in de vroegere gebouwen van de SEO in de Romestraat wordt gerund door de stad en Vlaanderen waarbij Oostende één vijfde van het totale budget van 3 miljoen euro voor haar rekening neemt.
“Het ontslag van de directeur, de Vlaamse verkiezingen en de nasleep ervan hebben ervoor gezorgd dat we niet meteen duidelijkheid hadden over de toekomst van het museum.”
“Alles gebeurde op korte tijd”, geeft cultuurschepen Bart Plasschaert uitleg over de stilte. Hij leidt voorlopig Mu.ZEE en verdedigt het team.
Nieuwe overeenkomst
“Er is niet stilgezeten sedert maart. Mieke Mels, Ilse Goossens en Adriaan Gonnissen hebben expo’s begeleid en in stelling gebracht voor de toekomst. Er is wekelijks overleg met de zeven afdelingen en we werken voortaan in een horizontale structuur. We sluiten weldra ook een nieuwe overeenkomst met Vlaanderen voor de periode 2020-2026. Het gaat dus goed met Mu.ZEE.”
“Ikzelf sta nu nog even aan het roer, maar het klopt dat er een nieuwe kapitein nodig is voor het schip met 27 personeelsleden dat jaarlijks 90.000 bezoekers lokt.”
Oostende lanceert binnenkort de oproep en gaat, in tegenstelling tot vroeger, niet op zoek naar een artistieke leider/curator maar naar een manager met sterke artistieke bagage die Mu.ZEE beter in de markt zet. Tegen eind dit jaar wordt de nieuwe directeur aangesteld.
Drie grote pijlers
De lijnen zijn duidelijk: “Er zijn drie grote pijlers: de hedendaagse kunst, de hele mooie collectie van de 19de eeuw tot de jaren 60 en de Ensor-Spilliaert-vleugel. Die afdeling rond de twee Oostendse meesters moet behouden blijven, maar er moet ook vernieuwing komen waarbij we ander werk van hen ook tonen.
Bart Plasschaert weet ook dat men in Oostendse kunstmiddens gevoelig is voor het tonen van de werken die werden aangekocht door de stad en omschreven worden als ‘de Oostendse collectie’. “Uiteraard moet die ook getoond worden. Dat kan op de twee verdiepingen vooraan het gebouw.”
De provincie mag zich niet meer bezighouden met cultuur en subsidies zijn weggevallen
“Deze twee grote vleugels dragen het museum en moeten de hedendaagse kunst en de collectie 19de-20ste eeuw tonen”, meent schepen Plasschaert. De schepen van Cultuur wil ook een drie- of vierjaarlijks grote expo, die veel bezoekers naar Oostende lokt. Oostende wil duidelijk geen débacle en kritiek meer zoals op de laatste expo ‘Het Vlot’ met Jan Fabre.
Hij waarschuwt dat er niet mag vergeleken worden met de expo ‘Van Ensor tot Delvaux’ die midden de jaren 90 nog 300.000 bezoekers lokte of naar de eerste editie van ‘De Zee’ met Jan Hoet (2014).
“De provincie ondersteunde die telkens flink maar sinds dit jaar mag de provincie zich niet meer bezighouden met cultuur en zijn dus de subsidies weggevallen. We zoeken nu nieuwe financiële middelen. Het staat wel al vast dat Mu.ZEE een centrale rol zal spelen in die grote expo. Er komen wellicht nog een vijftal locaties bij, zodat een bezoek behapbaar blijft.”
Meerjarenplanning
De meerjarenplanning (2020-2025) wordt momenteel gefinaliseerd en naar verluidt blijft de stad 600.000 euro investeren in Mu.ZEE.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier