Marec werd 45 jaar geleden cartoonist dankzij… Kamagurka

Marec en Kamagurka. (Foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

Zonder Kamagurka geen Marec. Of toch alleszins veel later. Een toevallige ontmoeting tijdens de vertoning van Monty Python and The Holy Grail in een Oostendse cinema 45 jaar geleden, duwde Marc De Cloedt – de echte naam van Marec – definitief richting het cartoonistenbestaan. Daarna gingen ze elk hun eigen weg. Na al die jaren komen hun werken nu samen in De Loge, de galerie van Marec. “Kamagurka is vertrokken als een TGV, ik was een diesel.”

Afspreken met kunstenaars: het is altijd een risico. Zullen ze komen? En zo ja, wanneer? Maar tien minuten na onze afspraak arriveert Marc De Cloedt (Marec) al in zijn exporuimte annex café annex stripwinkel De Loge in het centrum van Brugge. En nog eens twintig minuten later komt ook Luc Zeebroek (Kamagurka) toe. Een halfuur vertraging, een absolute meevaller. “Sorry, deadline. Ik moest nog mijn cartoon naar de krant sturen”, klinkt het telkens. Al tientallen jaren bevoorraden ze kranten en magazines met actuele cartoons. Marec voor Het Nieuwsblad en Dag Allemaal, Kamagurka voor De Standaard, NRC Handelsblad en Humo.

Die dagelijkse stress om iets af te leveren: hoe gaan jullie daarmee om?

Kamagurka: “Dagelijkse stress? Voor mij is dat tekenen zoals mijn tanden kuisen, iets eten of naar het toilet gaan. Het hoort gewoon bij elke dag. Eerlijk: ik ben te laat omdat ik nog moest beginnen aan mijn cartoon.”

Marec: “Kama, ik sta versteld van de snelheid waarmee je werkt. Ik heb toch meer tijd nodig.”

Kamagurka: “Jij trekt toch ook snel je lijnen?”

Marec: “Ja, maar ik moet er langer over nadenken. Ik werk ook echt op de deadline. Ik heb dat nodig, die tijdsdruk.”

Kamagurka: “Mijn deadline ligt ook omstreeks 22 uur, maar ik stuur al in van zodra ik iets heb. Ook omdat ik vaak ‘s avonds moet optreden. Zoals morgen, met Herr Seele. (blaast) Daar is veel werk aan, hoor. Weet je, ik moet hem nu overtuigen om met een headset (een klein microfoontje achter het oor, red.) op te treden. Er zullen straks 480 mensen in de zaal zitten, ze hebben allemaal evenveel betaald en willen dus even goed kunnen horen. Maar Herr Seele wil dat niet. (zucht) Maar goed, ik heb hem al kunnen overtuigen om met een gewone microfoon te werken. Ook dat wilde hij eerst niet…”

“Mijn grens? Een slechte grap. Dat is mijn grootste angst” – Marec

Hoe zouden jullie elkaars stijl omschrijven?

Kamagurka: “Marec is zeer efficiënt. Bij een tekening zie je meteen wie erop staat. ‘t Is heel raak, je kan je niet vergissen. Bij mij is het eerder tijdlozer, minder karikatuur. En heel vaak verwarrend. Of de grap belangrijker is dan de tekening? Neen, je kan het ene niet zonder het andere zien. Je hebt veel mensen die kunnen tekenen, vaak beter dan wij, maar die geen grap kunnen bedenken. Dan komen ze niet aan de bak. Of zitten ze in de bak. (fake bulderlach) In onze stiel is tekenen noodzakelijk, maar je moet het eigenlijk niet goed kunnen.”

Marec: “Sommigen denken dat ik voor mijn karikaturen voorstudies doe of me baseer op foto’s, maar dat is niet het geval. Die mensen zitten in mijn hoofd. Ik heb een zeer fotografisch geheugen. Ik benijd Kamagurka dat hij niet zo gebonden is aan de actualiteit. En hij heeft een heel unieke stijl. De eerste keer dat ik zijn werk zag, dacht ik: my god, waar heeft hij die aparte stijl gehaald?

Kamagurka: “Wie ik zelf fantastisch vond, wilde ik zeker niet imiteren. Hun werk wel absorberen, maar niet hetzelfde doen. Zo heb ik mijn eigen sukkelachtig stijltje gecreëerd, en dan heel snel leren tekenen. Snelheid is mijn grootste talent. Ik ben van nature heel traag, kom altijd te laat, maar werken en denken gaan bij mij heel snel.”

Marec: “Wat ik ook apart vind, is dat je soms verschillende stijlen hanteert, zeker vroeger. Maar toch blijft het altijd Kamagurka.”

Kamagurka: “Ook bij mijn schilderijen doe ik dat. Ik vind stijl eigenlijk niet zo belangrijk, wel wat je ermee doet.”

Marec: “Voor mij was het lang zoeken naar een eigen stijl. Ik ben enorm beïnvloed door anderen. Onder meer via Kama, die me op mijn negentiende de magazines Hara-Kiri en Charlie Hebdo leerde kennen.”

Marec:
Marec: “De dag dat ik Kamagurka leerde kennen, veranderde mijn wereld.” (Foto Davy Coghe)© Davy Coghe

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

Kamagurka: “Bij een optreden voor een of ander stervend orgaan?”

Marec: “Neen, dat was de tweede keer. (lacht) Monty Python and The Holy Grail. In de lente van 1975, in cinema Rialto in Oostende. Ik was er met een vriend, die een klasgenote – de dochter van Raoul Servais – bij zich had. Met haar was er nog een gast mee: Luc. We waren enorm onder de indruk van die film, die zeer bepalend is geweest voor ons verdere leven. Zeker voor Kamagurka, die absurde humor. Bij een gebraden kip in Brasserie Koekoek in Oostende raakten we aan de praat. Over wat we tof vonden, wat ons bezig hield, waarmee we bezig waren. Cartoons, zo bleek.”

Kamagurka: “Zo lang geleden, dat weet ik niet meer.”

Marec: “Een week later trok ik met een map met mijn vooral politieke tekeningen, geïnspireerd op de Belgische cartoonisten, naar hem thuis. Daar trok hij een kast open, die vol met tekeningen van hem lagen. En stijl die ik nog nooit had gezien. En hij leerde er me Charlie Hebdo kennen. Een wereld ging voor me open. Dát wilde ik ook maken. Voor mij was dat een heel bepalend moment in mijn leven. Anders zou ik veel meer tijd nodig gehad hebben om die andere soorten cartoons te ontdekken. Bij het weggaan zei hij: jouw tekeningen passen in Knack, de mijne in Humo. Gaan we eens samen naar Brussel? Ik stemde in. Enkele weken later ging plots de telefoon in het kantoor van mijn chef in drukkerij Die Keure. Mijn zus, dat er ene Luc Zeebroek op me wachtte aan het station. Ik vroeg mijn werkgever of ik mocht gaan, maar die weigerde. En Kama is vertrokken… Ik heb hem nooit meer gezien, maar we zijn elk begonnen aan een indrukwekkende carrière. Hij als een TGV, ik als een diesel. Maar de diesel rijdt nu even snel als een TGV. En gelukkig mogen de diesels nog binnen in Brugge. (lacht) In 2012 kwamen we elkaar weer tegen, toen Kamagurka me vroeg voor zijn kunstexpo Kamarama. Dat hij ook waardering had in mijn richting, verwonderde me.”

Wat me opvalt: in de wereld van de krantencartoons zit er weinig verandering. Tientallen jaren staat dezelfde cartoonist in dezelfde krant. Hoe komt dat?

Marec: “Omdat ze niemand beter vinden.”

Kamagurka: “Dat is zo. Op De Nacht van het NRC kwam ik te weten dat ik al 41 jaar voor die Nederlandse krant werk. Een zaal vol Hollanders, maar niemand die langer bij die krant werkt dan ik.” (lacht)

Marec: “De jonge cartoonisten zoeken hun weg via de sociale media.”

Kamagurka: “Plus: je moet het ook elke dag kunnen. Veel cartoonisten kunnen wel eens een grapje bedenken, maar elke dag… Dat is niet iedereen gegeven. En je moet ook snel kunnen werken, de actualiteit kennen, mee zijn met alles. Toen ik jong was, kon ik dat ook niet.”

“Ik werk 41 jaar voor NRC. Een krant vol Hollanders, maar niemand werkt er langer dan ik.” – Kamagurka

Wordt u beter met ouder worden? Begin volgend jaar worden jullie er 64, met amper drie maanden verschil.

Kamagurka: “Ja, als tekenaar ga je naar je hoogtepunt tussen je 60 en 70.”

Marec: “In feite zijn we nu op ons best.” (lacht)

Kamagurka: “Maar dat klopt, ook als schilder en performer. Ik heb nu zo’n reikwijdte, zo’n ervaring, zo’n geheugen… In een fractie van een seconde kan ik switchen van iets van nu naar iets van 30 jaar geleden.”

Marec: “De redacties worden wel heel jong, merk ik. Veel jonge mensen beslissen nu over mijn tekeningen. Die ik soms beter vind dat de redactie, omdat ik soms teruggrijp naar iets uit het verleden dat vergeten is.”

Wordt er ooit een tekening van jullie geweigerd?

Marec: “Ik maak er verschillende, dus er vallen er altijd af.”

Kamagurka: “Hetzelfde. Voor De Standaard maak ik gerust twee, drie tekeningen. Als ik aan het tekenen ben, in gang ben geschoten… De niet-gepubliceerde cartoons kan je gebruiken voor iets anders.”

Marec: “Als je maar één tekening maakt, loop je het risico dat ze zeggen dat het niet goed is.”

Kamagurka: “En dan moet je discussiëren en verlies je tijd.”

Marec: “En als je er twee maakt, kan je in de tweede een stapje verder gaan. Opvallend: vaak kiezen ze dan de meest gewaagde.”

Kamagurka: “Ja, dan zeggen ze: Kama, dit is wel heel stout. Dan volgt een kleine stilte. Kom, we gaan die nemen. (lacht) Zoals ik recent een maakte over de Waalse collaborateurs, waarbij ze zeiden Oké, zolang we maar niet hoeven te werken. (lacht) Als je dat tekent, denk ik soms: ik ben hier echt extreem-rechtse taal aan het uitkramen. Maar waarom zou ik het niet doen? Het is gewoon grappig.”

Marec: “Dat kan je ook alleen maar in een tekening doen. Mocht een journalist dat schrijven…”

Kamagurka: “Dat is het verschil tussen mij en veel stand-upcomedians. Heel veel van hen willen hun mening geven. Of denken dat te moeten doen. Ik heb mijn mening, maar ik hoef die niet in mijn werk te steken. Ik kan een tekening maken die helemaal tegen mijn mening ingaat, gewoon omdat het een heel goeie grap is.”

Waar ligt voor jullie de grens? Wat zouden jullie nooit tekenen?

Kamagurka: “Als ik die grens vind, ga ik dat direct tekenen. Daar is het interessant. Als je binnen de grenzen blijft, binnen de lijntjes kleurt, dan doe je wat de meeste doen. Wat is trouwens de grens? Een astronaut in de ruimte ziet geen enkele grens. Mag je niet lachen met mensen met een handicap? Ik denk het niet. Met kanker niet lachen? Ik denk het niet! Anders nemen ze die mensen niet au sérieux. Die taboes zijn discriminerend. Wat je niet mag doen, is die mensen rechtstreeks uitlachen, hen persoonlijk pakken. Maar dat interesseert me ook niet. Daarom ben ik allicht ook een slechte karikaturist.”

Marec: “De absolute grens is een slechte tekening. Dat is mijn grote angst: een slechte grap.”

Is er een grap waar jullie spijt van hebben?

Marec: “Neen, of jawel…”

Kamagurka:(onderbreekt) “Ben jij een psycholoog? Kijk, dat is de grote plaag van deze tijd: psychologie. Dat zijn de grootste luiaards die er zijn. Ze maken de mensen zot. Stap zonder probleem binnen bij een psycholoog en je komt buiten met een zak vol. Alles wordt gepsychologiseerd. Elk programma, elke sketch… My god! Laatst wilde een museum iets doen met Cowboy Henk. Maar om de expo aan te kondigen moesten we een mood board maken. Ik keek verbijsterend naar Herr Seele: een wat? Herr Seele: Ja, dat is iets met fotootjes. Die jonge gasten staan erop. Ik denk het niet, dan geen expositie. Geen!”

Om het toch even over jullie persoonlijk probleem te hebben: jullie voetbalclubs KV Oostende en Cercle Brugge bengelen helemaal onderin het klassement. Liggen jullie er wakker van?

Kamagurka: “Ik blijf optimistisch. Het zou een drama zijn mocht KVO zakken, omdat het nu zo goed gaat. Als we dit jaar overleven, zijn we weer vertrokken voor een zeer lange tijd. Maar ik lig er ook niet wakker van. Ik ga nooit mijn slaap laten voor het voetbal. Het is maar een hobby.”

Marec: “Idem. En degradatievoetbal heeft ook wel iets. Dat maak je ook niet veel mee.”

Kamagurka: “Eigenlijk staan wij derdes en zijn jullie de eerste.” (lacht)

Marec: “En Club Brugge de laatste.” (lacht)

Op zaterdag 21 december signeren Marec en Kamagurka present in De Loge (Sint-Jakobsstraat 6, Brugge)