Legendarische muziekcafés: La Chèvre Folle en de Folk & Blues

Deze geitenkop herinnert nog steeds aan La Chèvre Folle. © Frank Vermang
Frank Vermang
Frank Vermang Oostende... rock 'n roll

Legendarische cafés in Oostende? Je kan er een boek mee vullen. En – niet geheel onterecht – denken we daarbij vaak aan de Langestraat. Maar ook op andere plaatsen werd muzikale cafégeschiedenis geschreven. Een pionier op het gebied van het combineren van muziek met andere kunst was ‘La Chèvre Folle’, op de hoek van de Sint-Paulusstraat, de Kerkstraat en de Prins Boudewijnstraat.

Begin jaren zestig is de vrije geest van mei ’68 in Vlaanderen nog ver te zoeken. Maar Oostende is, hoe kan het anders, een uitzondering op dat vlak, en de plaats waar dit het meest tot uiting komt is La Chèvre Folle. Het is een café met galerij. Of omgekeerd, het is maar hoe je het bekijkt.

Oostendse kunstenaars zoals Willy Bosschem, Etienne Elias en Gustaaf Sorel zijn er kind aan huis. Ook de piepjonge Arno gaat er in de tweede helft van de jaren zestig graag de sfeer opsnuiven. Meer nog: het is een van de eerste plaatsen waar hij uitgaat. Want deze plek is een smeltkroeg van kunst én muziek. Er zijn vaak tentoonstellingen en je vindt er altijd wel een boeiende gesprekspartner. In de beginjaren valt er vooral jazz te beluisteren, maar niet veel later komen folk en blues meer aan bod.

La Chèvre Folle begin jaren zestig met vlnr. uitbater/kunstenaar Alain Depière, kunstenaars Frank Edebau, Gustaaf Sorel, André Sorel en toenmalig burgemeester Jan Piers.
La Chèvre Folle begin jaren zestig met vlnr. uitbater/kunstenaar Alain Depière, kunstenaars Frank Edebau, Gustaaf Sorel, André Sorel en toenmalig burgemeester Jan Piers.© gf

De muziek weerklinkt niet alleen uit de platendraaier, er zijn ook liveoptredens. Arno rookt er zijn eerste joint en leert er de debuterende Gentse zanger en gitarist Roland kennen. Onze bekendste Oostendse performer heeft het trouwens ook over La Chèvre Folle in zijn nieuwe single Oostende Bonsoir. Bovendien staat achter de toog staat ene Françoise, een Parijse Bohemienne met – alweer volgens Arno – “de mooiste borsten van het noordwestelijke front”. Het is voor sommigen ook een vorm van kunst en het is vooral ook goed voor de recette.

De klanten van de Folk & Blues.
De klanten van de Folk & Blues.© Johnny Markey

Wanneer in 1969 het gebouw serieus aan het verkrotten is, sluit La Chèvre Folle de deuren en verhuist de hele scene, samen met Françoise, naar de Brabantstraat. Op huisnummer 10 opent daar dan het Folk, Blues & Jazzhouse, beter gekend als de Folk of de Folk & Blues.

E schorte groot

Op dit adres speelt de muziek een nog meer prominente rol. Tientallen internationale (folk)zangers komen er performen, vaak omdat ze op doorreis zijn en een of meerdere nachten in Oostende stranden. Het café is amper een schorte groot, maar aan optredens is er geen gebrek. Muzikanten als Tjens-Couter, Roland en Walter De Buck zijn er kind aan huis en beeldende kunstenaars als Elias, Kamagurka, Herr Seele en William Sweetlove laven er hun dorstige kelen. Maar aan alle mooie liedjes komt een eind. Begin jaren tachtig is het café niet meer wat het geweest is en lijkt het meer en meer op een ruïne. In 1986 is het dan ook over and out voor de Folk & Blues.

Frank Vermang is de auteur van het boek ‘Oostende::: rock&roll’ over de geschiedenis van de Oostendse muziekscene.