Joke Devynck schittert als kankerpatiënt in All of Us: “Je kaal scheren? Kan ik iedereen aanraden”

Joke Devynck zette een straffe acteerprestatie neer in 'All Of Us', die sinds deze week te zien is in de bioscoop. © Eric de Mildt
Bert Vanden Berghe

Amper een week ver in het nieuwe jaar en we krijgen al een meer dan valabele kandidaat voor dé Vlaamse film van het jaar. In het beklijvende ‘All of Us’ zien we hoe de leden van een zelfhulpgroep omgaan met hun diagnose van kanker. Actrice Joke Devynck haalde voor haar rol alles uit de kast en liet zich zelfs kaal scheren.

Als je (West-Vlaamse) acteurs als Wim Opbrouck, Janne Desmet en Isabelle Van Hecke in een bijrol kunt permitteren, dan heb je iets strafs in handen. Zeker als je in de hoofdcast, naast een immer straffe Jan Hammenecker en ijzersterke Tom Vermeir nóg een West-Vlaamse klepper ziet passeren. Joke Devynck zien we met de regelmaat van de klok opduiken in het film- en televisielandschap, maar het is al even geleden dat we haar in zo’n stevige rol zagen. Dat heeft veel te maken met het feit dat ze theaterwerk deed en drie kinderen moet opvoeden.

In All of Us speelt ze Elisabeth, een kille vrouw die vastbesloten is om haar eigen doodseinde te bepalen en bij momenten hard en cynisch uit de hoek kan komen. Een uitdaging voor de warme en innemende Joke. “Maar ik heb niet getwijfeld, nee. Toen ik het scenario las, moest ik lachen en bleiten op hetzelfde moment.”

Zit die zelfzekerheid van je personage ook in jezelf?

“Ik ben een eeuwige twijfelaar. Ik zoek, ik twijfel. Dat twijfelen vermindert wel, maar ik vind dat ook niet erg. Ik leer om dichter bij mijn intuïtie te komen en te zoeken wat het beste is voor mij. Soms zelfs wat tactisch leren denken. (schiet in de lach) Maar ik zou een slechte heerser of generaal zijn. Hoe extremer de personages zijn, hoe blijer ik ben. Lizzy is niet zozeer demonisch, maar op zijn minst wel uitgesproken. Zwaar om te spelen? Dat is net zo geweldig. Elk personage kruipt wel wat onder mijn vel. Zo’n rol is een soort psychologie, eigenlijk antropologie. De drijfveren van iedereen blijven altijd hetzelfde, maar hoe ze reageren, hoe ze zich gedragen… Dat gedrag bestuderen, dat verrijkt mij ook altijd.”

Hoe zou je zelf omgaan met de diagnose, denk je?

“Dat kan ik echt niet zeggen. Ik hoop in elk geval dat ik dan niet te lastig word voor mijn omgeving. Dat ik positief kan blijven. Nu ja, positief… (denkt na) Als ik zie hoe ik mijn scheiding heb doorgemaakt, dan geeft mij dat wel hoop. Ik ben daar gewoon doorgegaan. Punt. Ik zou wel meer hulp vragen, denk ik. De mensen van de Kankerliga die de film al zagen, zeiden dat het qua emoties heel accuraat was. Die humor, die hardheid. Gevloerd zijn en dan toch weer rechtstaan. Wat ik zo schoon vind aan deze film is die transzitzone waarin de personages zitten. Dat ze niet weten waar ze naar toe gaan. De wereld rond hen draait gewoon door. Alles gaat aan je voorbij, maar je bent je op een vreemde manier megabewust van dat alles. Ik denk ook dat er op zo’n moment veel ballast wegvalt.”

Euthanasie is nog zo’n thema dat aan bod komt.

“Er is iemand in mijn dichte omgeving die dat gedaan heeft en dat is… Dat is zeer moedig. Als je in alle rust en zelfbeschikkend kan vertrekken, dan is dat een godsgeschenk. (denkt na) Ik ben op een spirituele manier gelovig. In die zin dat ik ervan overtuigd ben, nee, dat ik wéét dat alles met elkaar verbonden is.”

Je personage ziet het iets cynischer.

“Ze is een loner. Ze is in de film ook duidelijk de enige zonder context. Aangezien ze al zo uitgesproken is, dan moet je daar toch een aards iemand van proberen te maken. Dat was een zoektocht. En ik heb dat cynisme in zekere zin wel gekend. Maar dan meer in de vorm van zelfspot, dan naar anderen toe. Ik ben een West-Vlaming, hé. (grijnst) Ik heb dat op den duur moeten loslaten, want je dreigt vooral jezelf uit te lachen.”

Er zit één scène in, een monoloog, waar je lip heel subtiel en haast onzichtbaar begint te trillen. Breekbaarheid en cynisme komen samen in één shot.

“Ik was ook heel trots op die scène. Alsof ik een schilderij had geschilderd en vanop een afstand keek en dacht: ‘Wow, heb ik dat gedaan?’. Je hebt dat maar bij twee of drie schilderijen in je leven.”

“Laat ons wat meer vrijen, in plaats van te vechten”

Als je deze film in een lijst moet zetten, staat die dan bovenaan?

“Het zal er zeker bij staan, omdat ik voel dat het ook een verandering zal teweegbrengen in de perceptie. We leven op dat vlak in een hele boeiende tijd. Ook al omdat er lange tijd niet zoveel interessante vrouwenrollen zijn geweest. Het is een feit: hoe meer je speelt, hoe beter je wordt. We hebben altijd de mond vol over talent, maar je moet het ook kunnen ontwikkelen. Daarom dat het hele verhaal over die projectsubsidies zo triest is. Je zit al met een zekere kloof door een gebrek aan vrouwelijke cineasten en vrouwelijke scenarioschrijvers. Maar dat komt wel, daar ben ik van overtuigd. (denkt na) Ik begrijp het wel, mannen schrijven vanuit hun eigen leefwereld. Ik verwacht nu ook niet meteen dat ze die van de vrouwen zo goed kennen.”

Ben je iemand die op de barricades gaat staan?

“Iedereen moet dat voor zichzelf uitmaken. Maar ik kan mij wel inbeelden dat ik er zou staan, ja. Al zie ik vandaag nog te veel andere manieren om het te doen.”

Door deze film te doen bijvoorbeeld?

“Ja. Weet je, het probleem is dat er zoveel moet veranderen en dat het allemaal aan elkaar hangt. Het is niet alleen de cultuursector, het is in alle sectoren waar mensen dienend zijn. Een verpleegster die vijf minuten te lang babbelt met een patiënt en op het appel wordt geroepen. Maar mannekes, waar zijn we mee bezig? We zitten in een kapitalistisch systeem dat te ver is doorgeschoten. Om over de individualisering nog maar te zwijgen. Dé vraag is: hoe breng je mensen weer met elkaar in contact? Hoe zorg je ervoor dat ze de andere niet gaan bekijken als zij die iets van mij afpakken.”

Die politica in u blijft er toch wel in zitten.

“Omdat ik zoveel mogelijkheden zie. Maar ik voel wel dat er een soort groter bewustzijn aan het groeien is. Hoeveel mensen lopen er niet verloren in onze maatschappij? Ik zie in mijn dichte omgeving ook mensen die rare dingen doen omdat de druk te hoog ligt. Er is te weinig zingeving voor hen, terwijl een mens zich nuttig en geapprecieerd moet voelen. Dat is in veel jobs aan het verdwijnen.”

Hoe motiveer je je kinderen?

“Ik zeg hen dat ze moeten doen wat ze graag doen. Wij trachten dat ook, maar al te vaak komen burn-outs en psychische problemen bovendrijven. Tuurlijk moeten we minderen. We worden constant verleid om te kopen. Zot. All of Uszegt het al in de titel: we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Het is heel erg om te zeggen, maar ik denk soms dat de mensheid op zoek is naar oorlog omdat ze niet weten hoe ze moeten leven. Omdat ze op hun best zijn op overlevingsmodus. Laat ons wat meer vrijen, in plaats van te vechten.” (grijnst)

Viel het mee om je kaal te scheren?

“Zalig! Het werkte echt bevrijdend. Ik wou dat eigenlijk altijd al doen. Ik zei tegen mezelf dat ik het zou doen mocht ik ooit naar Tibet gaan. Alsof ik daar nog geraak. Maar het is echt… herboren is een groot woord, maar het is heel vreemd. Je ervaart de warmte en koude helemaal anders. Héél kwetsbaar en krachtig tegelijk. Het is iedereen aan te raden. Als je zelf mag kiezen natuurlijk.”