Johannes Verschaeve: “Na The Van Jets heb ik niets meer te bewijzen”

Johannes Verschaeve: "Op dit moment zit ik in de luxepositie dat ik in alle vrijheid kan doen wat ik wil. En daar geniet ik nog even van." (Foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Hannes Hosten

Na het einde van The Van Jets eind vorig jaar heeft frontman Johannes Verschaeve (39) het gevoel dat er niets meer nog per se moet. Het geeft hem de vrijheid en de rust om nieuw solowerk te maken dat ons wel eens zou kunnen verrassen. “Het wordt geen kopie van The Van Jets. Het zal veel intiemer zijn. Maar ik wil het mezelf niet te makkelijk maken. Ik wil verrassen, mezelf voorop.”

Zo’n twee keer per maand keert hij vanuit Gent terug naar zijn hometown Oostende. Om familie te zien, naar het strand te gaan, of voor één of ander project. Ook dit keer staan meerdere plannen op de agenda: eens langslopen bij zijn vaste gitaarleverancier Bruno, een filmopname voor James, het liedje dat hij maakte over James Ensor, en natuurlijk dit interview. “Maar met dit weer is het niet uitgesloten dat ik vanmiddag ook nog eens naar het strand ga”, zegt Johannes.

Hoe zwaar heeft de lockdown jouw programma doorkruist?

“We hebben wat kleine live dingen geannuleerd, maar grote optredens waren niet gepland. Met mijn nieuw solowerk kom ik pas volgend jaar naar buiten. In maart kon ik werken aan mijn Ensornummer, in april en mei aan de soundtrack van een nieuwe tv-serie. Van de lockdown had ik dus niet zo veel last. Ik kan ook goed zonder te veel mensen. Anders heb ik soms last van FOMO (fear of missing out, red.), maar dat was helemaal weg. Je kon tijdens de lockdown niets missen. Al wat je kon doen, was een geschenk. Zoals eens wandelen met een maat.”

Verlang je om weer te gaan optreden?

Ik hou heel erg van de spanning tussen artiest en publiek. Die spanning heb je alleen maar als de mensen dicht bij elkaar staan, en niet op een eiland zitten. Mocht je twee jaar lang niet zo kunnen optreden, zou ik dat heel erg missen. Performance is altijd onze sterkte geweest. Misschien zou ik het huiskamercircuit induiken, optredens in kleine bubbels. Ik ben toch een beetje bang dat ik mijn soloproject niet gewoon live zal kunnen brengen. Hopelijk is tegen dan alles weer normaal.”

Mis je The Van Jets in deze tijden niet nog meer?

“Ik denk er nog veel aan. En we zien elkaar nog veel. Ik heb een heel goed nagevoel bij The Van Jets. We zijn nog altijd aan het genieten van onze mooie eindshows. Van setlist tot feestje achteraf, voor ons waren die helemaal af. Toen de eerste namen gelost werden voor het nieuwe festivalseizoen, praatten we daar ook wel over. Soms zeiden we dat het deugd deed eens een zomer zonder drukte te hebben, soms herinnerden we ons hoe het was en leek het ons wel leuk om het nog eens te doen. Maar zonder te suggereren dat het effectief zou gebeuren.”

Waarom zijn jullie eigenlijk gestopt?

“Dat was van in het begin onze redenering: drie platen en dan is het klaar. Dat klinkt misschien radicaal, maar je moet stoppen op een hoogtepunt. Het is weinig groepen gegeven om na hun frisse periode nog interessant te blijven. Het begon ook moeilijker te worden om langere periodes af te spreken. Zelf ben ik 100 procent bezig met muziek, maar twee van ons hebben ook nog een job ernaast. Drie van ons vier, waaronder ikzelf, hebben ook al kinderen. Het ging nog, maar we wilden niet op het punt komen dat het halfsegat werd. Het moest goed zijn, intensief, volle bak.”

Jullie konden nochtans perfect nog een eindje doorgaan.

“Commercieel had dat perfect gekund. Maar het was een verstikking geweest. Wij vonden dit het moment om te stoppen. Als niemand het verwachtte en iedereen zich afvroeg waarom. We waren contentover onze vijf albums. Het was cool zo te kunnen afsluiten. Er verandert nu niets meer aan. We wilden niet in een soort automatisme vervallen en voortdoen met ongeveer dezelfde muziek. Het was all the way of niet.”

Is het helemaal zeker dat er nooit meer een reünie komt van The Van Jets?

“We maken er wel eens grapjes over, maar voorlopig rept niemand er echt over. Ik wil het niet uitsluiten, maar we zijn er niet mee bezig. Voorlopig heb ik solo meer te vertellen. Ik heb nog te veel honger, er ligt artistiek nog te veel op het pad dat ik wil verkennen. Tegelijk heb ik het gevoel dat ik na The Van Jets niet echt meer iets moet bewijzen. Er is niets meer dat nog per se moet.”

Ben je op je 39ste niet jong om dat al te kunnen zeggen?

“Ik bedoel het niet financieel, maar wel artistiek. Als ik zie wat The Van Jets hebben gedaan, ik zou er direct voor getekend hebben. Vijf platen gemaakt, 16 jaar op de teller… Er is geen druk meer, wel nog veel goesting. Je zal nog van me horen hoor, grootschalig of kleinschalig. Maar ik zal geen nieuwe groep meer maken. Daarvoor is het broederschap van The Van Jets nu efkes te onvervangbaar. Ik ben nu op mijn gemak bezig met solowerk. Zoals een kleuter verf aan het smossen is.”

“Ik ben op mijn gemak bezig met solowerk. Zoals een kleuter verf aan het smossen is”

Wat mogen we verwachten?

“Mijn solowerk wordt in elk geval geen Van Jets 2. Dat wil ik niet herdoen. Aan de magie die wij hadden, kan je toch nooit tippen. Nee, ik treed uit mijn comfortzone en maak iets helemaal anders. Veel intiemer, heel breekbaar. Ik alleen, een intieme singer-songwriter. Haast een crooner. Je krijgt al een voorsmaakje met het Ensornummer James, dat in september wordt gepresenteerd. Dat nummer past in het Oostendse Ensor-jaar 2020. Het gaat terug naar het gevoel dat ik als kind had, dat Ensor nog steeds rondspookt in Oostende, ook in de duinen in Mariakerke waar ik vaak ging spelen en waar hij ook vaak kwam.”

En lukt het een beetje?

“Ik ben me nu uren aan het opsluiten in mijn homestudio en experimenteer met liedjes en sounds. Weet je, ik heb altijd een tegenstroom nodig, iets om tegen in te gaan. Dat vind ik het tofste. Dat was met The Van Jets ook zo: op elke plaat probeerden we een beetje moeilijker te gaan, op zoek naar iets nieuws. Ik wil het mezelf niet te gemakkelijk maken. Ik heb een uitdaging nodig. Ik wil verrassen, mezelf voorop, en dan als het uitkomt hier en daar what the fuck horen.”

Wanneer mogen we meer verwachten?

“Na het Ensornummer in september zou ik graag volgend jaar iets uitbrengen, maar ik geef mezelf de tijd om nog wat te brielen. Misschien komen er eerst wat live probeersels. Het belangrijkste is dat het goed zit. Er zal naar gekeken worden, dat weet ik wel. Maar het gaat genoeg vooruit. Ik weet al wat het moet zijn. Op dit moment zit ik in de luxepositie dat ik in alle vrijheid kan doen wat ik wil. En daar geniet ik nog even van.”