De drie flitsen van Lange Nelle in Oostende worden niet gedoofd

Foto ML
Redactie KW

De als maar imposantere hoogbouw op de Oostendse Oosteroever zou straks wel eens de cirkelende actieradius van het vuurtorenlicht kunnen blokkeren. Moeten we straks aan de landzijde de zo vertrouwde drie witte flitsen van Lange Nelle missen? “Ook al is het technisch mogelijk om de lichtbundel landinwaarts af te schermen, kan dit omwille van de bescherming niet.”

Nu de appartementsbouw langs de Hendrik Baelskaai op Oosteroever alsmaar hoger wordt en er straks wellicht één Ensor Tower tot 26 verdiepingen hoog klimt, komt de actieradius van het licht van vuurtoren Lange Nelle in het gedrang. Tot vandaag domineert de 65 meter hoge constructie nog de (tot voor kort) relatieve laagbouw op de Oosteroever. Tot aan de bouw en afwerking van de Sint-Petrus en -Pauluskerk begin 20ste eeuw was de Oostendse vuurtoren, toen de tweede op rij, zowat het hoogste bouwsel van de stad.

Vandaag botst zijn licht om de zeven seconden drie keer op onder andere de watertoren in het Maria Hendrikapark, het flatgebouw de Mast op het Hazegras, de torenspitsen van de Grote Kerk, de beiaardtoren op het Wapenplein en het Europacentrum. Maar nu zowel het Hazegras als de nieuwe Vuurtorenwijk tussen Visserijdok en Duin en Zee verticaal gaan, kan het licht wel eens enerverend en ongevraagd de living of slaapkamer(s) van een aantal hoger gelegen flats induiken. Geen plezierige gedacht voor wie veel geld neertelt voor zijn (tweede) verblijf, inclusief zijn lichtcomfort.

Anderzijds: Wie wetens en willens bouwt in de bulderbaan van een aanvliegroute van een luchthaven, in een potentieel overstromingsgebied of de slagschaduw van windmolens mag die obstakels nadien niet als storend argument aanvoeren om zijn gelijk te halen

Uit een binnengewaaid bouwdossieradvies blijkt dat er in de toekomst rekening wordt gehouden met de storende kadans van het zwaailicht voor nieuwe bewoners aldaar. We citeren uit bewust document: “De lichtimpact van de vuurtoren (alhoewel de lichtbundel boven het bovenste appartement zou uitkomen) is niet te verwaarlozen. Best zou zijn dat de lichtbundel niet meer landinwaarts wordt gestuurd om lichthinder, althans voor de bovenste appartementen te voorkomen. Er is immers niet alleen de rechtstreekse lichtbundel, maar ook de reflectie.”

Ook voor de afdeling Scheepvaartbegeleiding van de Vlaamse overheid is dit een casus zonder voorgaande. Luc Depoorter die bij ons telefonisch contact diensthoofd Nadia Bos, die met vakantie was, verving: “Dit thema is nieuw voor ons en wij werden tot op heden niet gecontacteerd hierover. Vanuit nautisch standpunt zijn er geen bepalingen voor het sein van de vuurtoren over land. Het afschermen over land is technisch zeker mogelijk en gebeurt al voor de vuurtoren van Blankenberge.”

Foto JRO
Foto JRO

Kortom, het vuurtorenlicht zou dan eventueel vanuit het binnenland niet meer te zien zijn. Nu is het licht van Lange Nelle natuurlijk in essentie bedoeld voor zeelui en niet voor pakweg binnenschippers of automobilisten. Die laatsten houden hun ogen trouwens beter op het verkeer gericht. En zelfs de zeelui hebben vandaag een arsenaal aan digitaal gestuurde positiebepalingen, radarschermen en elektronische zeekaarten. En gelukkig maar, want bij mist zie je het vertrouwde trio flitsen zelfs niet op 50 meter afstand van de torenromp.

Beschermd

Maar toch gaan de emoties torenhoog oplaaien mocht het licht zijn 360° actieradius verliezen en onshore dood worden verklaard. Net zoals de Bruggeling zijn belfort, inclusief beiaardklanken niet missen wil, zo zijn tal van Oostendenaars en zelfs veel aangespoelden verknocht aan de slanke, artistiek geschilderde toren met zijn nachtelijke witte flitsen. Emotionaliteit wint het hier duidelijk op functionaliteit. Maar moet de rede het altijd op het gevoel halen?

Maar, de vuurtoren is een beschermd monument en tot nader order mag binnen die status ook niet gemorreld worden aan zijn licht. Nadia Bos, afdelingshoofd Scheepvaartbegeleiding: “De vuurtoren is omwille van onder andere industrieel-archeologische waarden beschermd. Dit impliceert, zoals ook duidelijk vermeld in de bescherming, dat de voorgewende techniek van de vuurtoren en dus voornamelijk de lichtbron beschermd is. De rotatie van het licht is hierbij een heel belangrijk gegeven. De 360° is hierin inherent aan de techniek en dus zeker van even groot belang voor de omschreven erfgoedwaarden waarvoor de vuurtoren beschermd is. Dus ook al is het technisch mogelijk om de lichtbundel landinwaarts af te schermen, kan dit omwille van de bescherming niet.”

Bezorgd Oostendenaar Patrick Maertens is helemaal niet opgezet met de mogelijke plannen om het licht van de vuurtoren aan landszijde te dempen. “Dat er nieuwe gebouwen opgetrokken worden op de Oosteroever, tot daar aan toe. Maar van onze vuurtoren moeten ze afblijven”, klinkt het bij Patrick. “Onze ‘viertorre’ stond daar eerst, ik zie niet in waarom ze het licht zouden moeten doven richting binnenland. Al meer dan 100 jaar is dat licht daar. Akkoord, 100 jaar geleden was er geen hoogbouw, maar daarom moet men onze Oostendse trots niet aanpakken. Weet je… als ik met de auto ‘s avonds van de E40 richting A10 rij dan zie je de drie lichtstroken al van ver. Dan weet je dat je bijna thuis bent. Lange Nelle was niet alleen voor de vissers van groot belang, maar ook voor alle andere Oostendenaars. Maar dan eerder van emotioneel belang”, zegt hij.

“Wat is dan het volgende? Onze vissersschepen weg uit de vismijn? Het gaat van kwaad naar erger. Meer en meer gaan we richting Knokke, waar het enkel nog voor de rijken onder ons is. Aan ons Oostende wordt niet geraakt. De bouwpromotoren wisten op voorhand maar al te goed dat het licht in de woonkamers van de woontorens zou binnen schijnen. Dan moet er nu niet geklaagd worden.”

Morse

Ook Jean-Michel Delmotte is allesbehalve tevreden. Hij was het die de bal aan het rollen bracht met een post in de Facebookgroep ‘Oostendse Verhalen’. “Er kwam heel wat reactie op de post en terecht”, vertelt Jean-Michel.

“Het is duidelijk dat er nog iets leeft in de Oostendse gemeenschap. Zeker wanneer een item wordt aangekaart waar Oostendenaars zo vertrouwd mee zijn. Moet de lichtbundel inderdaad afgeschermd worden voor de ‘happy few’ die hun intrek zullen nemen in de Ensortorens van 20 en 26 verdiepingen? Ten tijde van de bouw van het Europacentrum en de Mast werd er toch ook niet gemord over dat ‘vervelende licht’? Het werd aanvaard als een stuk van de havenstad. Oostende is dat nog steeds. Sommigen onder ons vinden het heerlijk om met dat licht in slaap te vallen. Bijna overal in Oostende ziet men die drie lichtbundels. In morsecode stellen ze de letter O voor. De O van Oostende.” (Marc Loy en Jeffrey Roos)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier