Ieper Open VLD-politici Emmily Talpe en Sabien Lahaye-Battheu jubelen over subsidies voor Ieperse musea, maar IFFM-conservator Piet Chielens heeft “mixed feelings”.
De Vlaamse Regering heeft de vijfjarige werkingssubsidies 2019-2023 voor cultureel-erfgoedorganisaties verdeeld. In totaal stijgt de subsidiepot met 9,6 miljoen extra middelen tot ruim 37 miljoen euro per jaar. Ook de Ieperse musea krijgen een stuk van de taart. Het In Flanders Fields Museum en het pas geopende Yper Museum kunnen de komende jaren rekenen op subsidies van bijna 4 miljoen euro.
“Extra groeimoglijkheden”
Open VLD-parlementsleden Emmily Talpe uit Ieper en Sabien Lahaye-Battheu uit Poperinge lanceerden een persbericht waarin ze de beslissing toejuichen. Beide zijn tevreden dat zowel het In Flanders Fields Museum als het nieuwe Yper Museum de komende vijf jaar op extra subsidies mogen rekenen.
“Voor het In Flanders Fields Museum stijgt de jaarlijkse subsidie vanaf 2019 met 175.000 euro. Het totaalbedrag komt zo op 640.000 euro per jaar. Het regionale Yper Museum, dat nog geen Vlaamse subsidies kreeg, zal 120.000 euro per jaar ontvangen”, verduidelijken Talpe en Lahaye-Battheu. “Samengeteld betekent dit dus bijna 4 miljoen euro bijkomende middelen voor de periode 2019-2024. Dit geeft de Ieperse musea heel wat extra groeimogelijkheden, en daar kan de Westhoek alleen maar goed bij varen.”
“Geen verzekering voor de toekomst”
Curator Piet Chielens van In Flanders Fields Museum reageert op Facebook minder enthousiast. “Mixed feelings”, schrijft hij. “Op de honderdste verjaardag van de zwaarste tol die het Belgisch leger ooit betaalde (op 28 september 1918 stierven volgens de Namenlijst 1.030 Belgen, 1.012 militairen en 18 burgers, naast 568 Duitse, 468 Britse en 13 Franse militairen), op de dag dat Jay Winter me persoonlijk het heuglijke nieuws kwam vertellen dat het Historial de la Grande Guerre in Péronne, waar hij al dertig jaar de wetenschappelijke mentor van is, een museum van de Franse staat zal worden, waardoor het Historials voortbestaan als researchcentrum van de Eerste Wereldoorlog voor heel lange tijd verzekerd is, kregen wij hier in Ieper te horen dat het IFFM gedurende de volgende vijf jaren 640.000 euro subsidies kan ontvangen van de Vlaamse regering. Dat is een uitstekend resultaat naar Vlaamse normen, maar uiteindelijk geen verzekering voor de toekomst van een volwaardige museumwerking.”
“Very, very mixed feelings”
“Nog altijd zal het museum veel en veel meer dan om het even welk ander museum in dit land, zelf moeten instaan voor 60% van zijn budget, lonen inbegrepen (Vlaanderen levert 18%, de stad Ieper 22 %)”, vervolgt Piet Chielens. “Dat betekent dat nog altijd ontzettend veel zal afhangen van het aantal bezoekers dat wij kunnen bekoren. Met alleen maar historische en pedagogisch verantwoorde tentoonstellingen en participatieve acties. Met het einde van de eeuwherdenking en met de nakende Brexit in zicht, dat wel eens grote invloed op onze belangrijke groep Britse bezoekers zou kunnen hebben, zullen wij ons in de allereerste plaats nog altijd naar de markt moeten richten.”
“Educatie en onderzoek zullen onverbiddelijk ondergeschikt moeten zijn aan de gunst van het publiek. Hoe goed scoren we, zal de vraag zijn. Niet hoe belangrijk is ons educatieve en historische werk, en al zeker niet, hoe belangrijk is en hoeveel ‘internationale uitstraling’ kan de collectie van dit museum voorleggen? Laat dat laatste nu net de reden zijn waarop we door de administratie cultuur van de Vlaamse regering werden afgerekend, en je begrijpt dat ik very, very mixed feelings heb bij deze catch 22.”
(TOGH)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier