Arno (70): “Oostende bonsoir”

De eerste soloplaat van Arno, getiteld Arno, uit 1986. © gf
Frank Vermang
Frank Vermang Oostende... rock 'n roll

Arno Hintjens is dinsdag 21 mei 70 geworden en vierde dat op passende wijze met twee uitverkochte verjaardagsconcerten in het Kursaal. Vorige week had ik het over zijn beginjaren tot en met de split van TC Matic in 1986, maar zijn solocarrière oogt zo mogelijk nog indrukwekkender.

We zijn halfweg de jaren tachtig. Tegelijk met de opnames van het laatste album van TC Matic werkt Arno aan een soloproject. De songs zijn gecomponeerd en geproduced door Arno en Serge Feys. Het is een drukke tijd, want in dezelfde periode maken ze ook de soundtrack voor de film Skin waarin Arno de hoofdrol speelt. Zijn eerste solonummer is When the rock lost the roll. Het wordt opgenomen tijdens studiotijd die door platenmaatschappij EMI ingeboekt werd voor TC Matic. Arno en Serge melden zich op een dag bij de ICP-studio waar blijkt dat de producer van TC Matic ziek is. In plaats van naar huis te gaan bellen ze Willy Willy. Ze duiken de studio in, nemen het nummer op en rijden met de opnames naar Virgin Records. Bij Virgin zijn ze meteen overtuigd en er wordt een contract getekend. De solocarrière van Arno is geboren en er volgt al snel een eerste album, getiteld Arno.

Forget the cold sweat, de eerste single, wordt een hit. Het nummer is een duet met zangeres Réjane ‘Reggie’ Magloire die een paar jaar eerder, met de formatie Indeep, wereldwijd scoorde met de song Last night a DJ saved my life. Het nummer werd vorig jaar nog opgerakeld voor een campagne rond veilig verkeer.

In 1988 verschijnt het tweede album Charlatan, een meesterwerk, en ook Ratata, het daaropvolgende album, wordt goed onthaald. Arno blijft zijn eigenzinnige zelf en dat leidt in 1991 tot het bluesproject Charles et Les Lulus met onder meer Roland. Een jaar later volgt À La Française, een plaat vol wonderbaarlijke parels met Dans les yeux de ma mère dat in de latere pianoversie een absolute klassieker wordt. Ook zijn versie van Comme à Ostende, een song van de Franse chansonnier Léo Ferré, is magistraal.

Voor zijn nieuwe single, Oostende Bonsoir, zet Arno een masker op.
Voor zijn nieuwe single, Oostende Bonsoir, zet Arno een masker op.© Danny Willems

In het begin van het nieuwe millennium roepen de roots. Arno duikt steeds vaker weer in Oostende op en heeft er voortaan een tweedeverblijf. Op de zeedijk, want de zee is een tableau vivant en een onuitputtelijke bron van inspiratie. Na een onderbreking van tien jaar hernieuwt Arno de samenwerking met Serge Feys. Het wordt een vruchtbaar muzikaal huwelijk. In 2002 is Arno Charles Ernest het eerste album in een reeks waaraan Serge meewerkt. Met onder meer een geslaagde bewerking van een nummer van Serge Gainsbourg: Elisa. De oorspronkelijke versie een vluchtig jeugdig walsje wordt hier in een bad vol levenservaring gedompeld in een duet met Jane Birkin.

Net voor de cd-release wordt Arno in Parijs geëerd en benoemd tot Chevalier des Arts et des Lettres. In 2007 werken Arno en zijn band mee aan de film Ex Drummer, naar een boek van Herman Brusselmans. Ze schrijven het nummer Boeket met pisseblommendat een plaatsje krijgt op Jus de Box. Datzelfde jaar mag Arno op het nieuwe Filmfestival Oostende de rol van Master op zich nemen. Hij deelt er zijn selectie van twaalf films met het publiek. Ook zijn muzikale vriendin Jane Birkin is van de partij en ze mogen elk hun eigen ster op de zeedijk onthullen.

We maken een sprong naar 2014: Arno wordt 65 en daar horen de nodige festiviteiten bij met twee concerten in het Kursaal en de expo Cinema Arnoin het gestripte gebouw van cinema Capitole in de Langestraat. Arno mag dan al wat ouder zijn, de rebel in hem blijft springlevend. In 2017 creëert hij Tjens Matic, een band die graaft in de eigenzinnige muziekcatalogus van de laatste jaren van Tjens Couter en de eerste van TC Matic. Tjens Matic brengt ook een nieuw nummer uit op single, het toepasselijke Middle Finger. Datzelfde jaar is er de tweede editie van het streetartfestival The Crystal Ship. De stad wil zich graag profileren als muziekstad en laat op het stadhuis een beeltenis aanbrengen met daarop The Van Jets, Lucy Loes en Arno. Het is niet bepaald het mooiste werk van het streetartfestival, maar ‘t is de geste die telt. Arno heeft ook de Gouden Mathille ontvangen en is ondertussen ereburger van Oostende.

Is dat het einde? No way: hij is alweer de studio ingedoken. De single Oostende Bonsoir is net uit en in september volgt een nieuw album…

Frank is de auteur van ‘Oostende::: rock&roll’ over de geschiedenis van de Oostendse muziekscene.