Ann Demeester uit Vlissegem is directeur van Frans Hals Museum in Haarlem

Ann Demeester groeide op in Vlissegem. (foto LIN)
Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht Medewerker KW

Ze groeide op onder de kerktoren van haar dorp, volbracht haar middelbare studies in Oostende, koos daarna voor de richting Germaanse talen in Gent en volgde nog een culturele opleiding in Leuven. Vandaag is Ann Demeester directeur van het Frans Hals Museum in Haarlem en heeft er ondanks haar nog jonge leeftijd al een hele carrière op zitten, onder meer onder de vleugels van kunstpaus Jan Hoet.

Ann Demeester (44) bracht haar kinder- en jeugdjaren door in Vlissegem. Ze keert er nog altijd graag terug om even op adem te komen bij haar mama Francine Van Haecke. Sedert enkele jaren woont Ann in Amsterdam met haar man Gerbrand Korevaar en hun kinderen Werner en Marcella.

Sedert 1 februari 2014 is Ann Demeester directeur van het Frans Hals Museum in Haarlem. Daarvoor legde ze al een hele weg af in de kunst- en museumwereld. De microbe voor kunst kreeg ze al op jonge leeftijd. “Niet van thuis uit, maar door een Hongaarse kunstenares die in De Haan woonde. Ik was echt door haar gefascineerd. Hoe mooi ze kon schilderen”, vertelt Ann. “Op een dag kreeg ik van een bevriend iemand een abonnement op het tijdschrift De Witte Raaf. Vol bewondering bestudeerde ik de beelden die er in stonden.”

Cultuurredactie

“Na mijn studies wist ik niet goed wat ik wou doen. Iets met cultuur had duidelijk de voorkeur. Via een prof van Gent mocht ik bij De Morgen als stagiair op de cultuurredactie beginnen. Ik was heel nieuwsgierig naar het reilen en zeilen van zo’n redactie. Ik herinner me nog heel goed mijn eerste interview: met een beeldende kunstenaar”, gaat Ann naar een mooie periode in haar prille carrière terug. Ze werkte daarna nog een tijdje bij de Financieel Economische Tijd. Tot Jan Hoet haar opbelde.

“Jan zocht een nieuwe assistent en vroeg me op gesprek tijdens de lunch. Ik bleef parttime werken op de redactie en parttime bij het SMAK. Maar dat was in feite meer dan een fulltime”, lacht Ann. “Jan Hoet zei dat je je leven aan het museum moet wijden.”

Sinds kort ben ik professor kunstgeschiedenis in Nijmegen

Als eerste grote opdracht kreeg Ann Demeester de organisatie van de Poëziezomer van Watou. “Ik moest heel veel praktisch regelen en ook met de kunstenaars samenwerken. Een verrijking. Jan was heel streng, maar herkende vlug de sterktes en zwaktes van zijn medewerkers. Hij zag in iedereen zijn of haar kwaliteiten en gebruikte die dan ook. Jan Hoet heeft me voor een deel gevormd. Ik was wel de meest rebelse van de groep. Wij waren als het ware het leger van Jan Hoet. Bij hem heb ik geleerd om fel voor mijn eigen mening te gaan. Ik kreeg dan wel de volle laag, maar als je niet tegen hem inging, vond hij je een watje”, lacht Ann.

Na anderhalf jaar SMAK stuurde Jan Hoet haar naar Heiford in Duitsland. “Ik moest er een nieuw museum uit de grond stampen. Daar heb ik het museumbedrijf geleerd. Heel spannend, ik was een soort missionaris”, weet Ann Demeester nog.

Half september 2002 kreeg Ann een aanbieding om in Amsterdam het W139, een kunstenaarscollectief, te leiden. En ze verliet Jan Hoet. “Ik werkte er een kleine vier jaar met jonge kunstenaars. Mijn volgende uitdaging werd De Appel, een instituut met veel geschiedenis en veel mogelijkheden, ook internationaler. Ik was er acht jaar directeur en mocht er jonge tentoonstellingsmakers opleiden. Heel boeiend.”

Nieuwe frisse wind

Op 1 februari 2014 ging Ann Demeester een nieuwe uitdaging aan: ze werd directeur van het Frans Hals Museum in Haarlem. “Dergelijk museum runnen is als een zaak. Ik ben voor 90 procent manager van een bedrijf, ben verantwoordelijk voor het personeel, voor de relatie met de politiek – heel belangrijk om financiën voor het museum binnen te halen – en verantwoordelijk voor het gebouw. Maar alles gaat nog altijd over kunst en samen met mijn conservator beslis ik over aankopen van werken.”

“Frans Hals is een 17de eeuwse kunstenaar uit Haarlem. Hij was wat in de vergeethoek geraakt en werd in de 19de en 20ste eeuw herontdekt. Mijn bedoeling is om hem met vandaag te verbinden, met hedendaagse kunstwerken. Er is in het museum nog veel spannends te doen. Ik wil zeker nog veel bezoekers over de vloer krijgen, want kunst is niet elitair, maar juist voor iedereen beschikbaar.”

“Of dit voor mij een eindstation is? Neen, zeker niet, want in elk museum is soms een nieuwe en frisse wind nodig. Wie weet wat er nog op mijn pad komt?”, besluit Ann Demeester die nog een primeur, zowel voor ons als voor haar mama in petto heeft. “Ik ben onlangs aangesteld als professor kunstgeschiedenis in de universiteit van Nijmegen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier