Alcatraz-vrijwilligers: “Er zitten goede harten in de ruwe bolsters”

Jan Moerman, Tom Martens, Jurgen De Ferrere en Kim Spriet geven het kloppend vrijwilligershart van Alcatraz mee vorm. © JA
Redactie KW

Komend weekend viert Alcatraz, het Hard Rock en Metal festival, zijn tiende verjaardag. Reeds de helft van zijn bestaan, huist het festival op Kortrijkse bodem. Zoals elk groot evenement kan Alcatraz rekenen op een uitgebreide poule vrijwilligers van wie sommigen er al tien jaar bij zijn. “De sfeer is uniek, die vind je op geen enkel ander festival”.

In 2008 begon het nog redelijk klein. Een festival van één dag voor de metalliefhebber in de Brielpoort in Deinze. Eens toe aan uitbreiding vond de organisatie in 2013 een plek aan de Hogeschool Vives in Kortrijk om een jaar later uit te breiden naar een festival op zaterdag en zondag. In 2015 verhuisde het festival naar de sportcampus op de Lange Munte. Alcatraz groeide uit tot het grootste metalfestival na Graspop Metal Meeting in Dessel. Dit jaar presenteren ze een line-up van maar liefst drie dagen. Van vrijdag 11 tot zondag 13 augustus is het metalfeest in Kortrijk.

Ruwe bolsters

Een festival draait niet op muziek en bier alleen, taken te over dus voor de enthousiaste vrijwilliger. Kim Spriet (33) uit Kortrijk, Tom Martens (46) uit Hansbeke en Jurgen De Ferrere (47) uit Hamme zijn er al tien jaar, van bij het prille begin, bij. Maar ook Johan Moerman (50) uit Gent draait al zeven jaar mee achter de schermen.

Kim Spriet, die samen met de stagecrew verantwoordelijk is voor het podium en de bands op dat podium blikt even terug. “Filip van de organisatie kwam ik vroeger wel eens tegen op een optreden. Hij vroeg me of ik zin had om te helpen. En tien jaar later zijn we er nog”, lacht Kim. “Alcatraz betekent heel veel voor mij. Ik leerde er vrienden kennen met wie ik nu nog naar concerten ga. Je wordt echt betrokken bij de organisatie. Ook bij de clubconcerten van Alcatraz ben ik er sowieso ook altijd bij.”

Toen Tom Martens nog voor een brouwer werkte en na de levering bleef om te helpen, werd de belofte voor een volgende samenwerking gemaakt met als voorwaarde dat Tom er weer bij zou zijn. Sindsdien staat hij in voor de toevoer van de drank. “De kern van de vrijwilligers is uitgegroeid tot een vriendengroep. Ook al zie je sommigen slechts één keer per jaar, ik heb er al heel wat goede vrienden aan overgehouden.”

“De artiesten zijn meestal heel aangenaam, het zijn de managers die vervelend zijn”

“Het is het gezelligste festival dat ik ken en ik heb er al veel gedaan”, zegt Johan Moerman, die eerst als bezoeker op het festival terecht kwam en nu enkele barteams aanstuurt. “Ik kwam er allemaal vrienden tegen van het gelijknamige café Alcatraz dat Filip in die tijd had in Gent. Alcatraz weerlegt het beeld dat anderen van metalfans hebben. De bezoekers zien er stoer uit, maar er zitten goede harten in die ruwe bolsters. Er is jong en oud, er zijn mannen en vrouwen. Het gaat om bier, goede muziek en de rest maakt niets uit. Als je een weekend verkleed wil lopen als smurf, dan is dat allemaal oké.”

Op het hoofdpodium is Jurgen De Ferrere verantwoordelijke van de security. “Ik werkte voor Alcatraz al op festivals. Op een concert van AC/DC ben ik Filip tegengekomen en hij heeft redelijk wat overtuigingskracht“, lacht Jurgen. “Alcatraz is een groot verschil met andere festivals waar het soms niet zo gezellig is. Met de vrijwilligers hebben we een band onder kameraden.” Volgens Jurgen is een vechtpartij een uitzondering. “Zelfs in de moshpit gaat het er zonder geweld aan toe. Bij de catering gebeurt alles heel beleefd. Het is alsof we onszelf aan het promoten zijn nu maar het klopt wel.”

Sushi en tranen

Nu het stoere imago van de metalfan is opgeklaard, blijft ook van de sterallures van de bands weinig over. “De artiesten zijn meestal heel aangenaam“, zegt Jurgen. “Het vervelendste zijn de managers. Alleen Marylin Manson vond het in 2014 nodig om twee Engelstalige bijbels te vragen. Hij wou ook sushi en pizza’s waar hij dan niets van heeft gegeten.”

Ik ben ooit eens, toen het festival nog in Deinze was, naar een café gerend om ijs te halen“, vertelt Tom. “Zangeres Doro Pesch had plots dringend ijs nodig, dus deed ik dat maar.” Gelukkig weet Kim waarom. “Dat was omdat een gitarist zijn kaak had gebroken door de klap van de kop van een basgitaar.”

“Zelfs in de moshpit gaat het er zonder geweld aan toe”

“Er is maar één band die er ooit eens compleet zijn voeten aan veegde. Het Canadese Annihilator was zeer laat begonnen, was al humeurig door de tourplanning en toen hun materiaal niet naar behoren werkte, gaven ze er na drie nummers de brui aan. Maar ze hebben het later in een clubshow meer dan goedgemaakt”, herinnert Tom zich.

In 2013, toen het festival net was verhuisd naar de openlucht in Kortrijk, beleefden de metalfans een van de aangrijpendste momenten. “We vernamen dat Phil Baheux, de drummer van Channel Zero die ochtend was overleden, ze zouden die dag bij ons komen spelen. De minuut stilte die toen werd gehouden, was de meest indrukwekkendste ooit“, vertellen de vier vrijwilligers. “Dat is nog altijd één van de raarste momenten”, zegt Kim, “vier- tot vijfduizend man in totale stilte. Zelfs beren van mannen stonden toen te huilen.”

Pittige dagen

Op 11, 12 en 13 augustus verwachten Kim, Jan, Tom en Jurgen zo’n 15.000 bezoekers op het Alcatrazdomein aan de Lange Munte. “Het zijn pittige dagen maar we worden als vrijwilliger extreem goed in de watten gelegd. We houden van het festival, daar doen we het voor. En het spontane dagelijkse aperitiefmomentje of het nachtelijke napraten voor we een paar uurtjes gaan slapen, helpen daar absoluut bij.”

(Jasmien Aernout)