Acteur en schrijver Onno Van Gelder Jr.: “Er zit meestal iets goeds in de karakters die ik speel”

Onno van Gelder jr. © Davy Coghe
Hannes Hosten

Onno Van Gelder Jr. (54) is acteur, regisseur en auteur. Toneel spelen en schrijven doet hij al sinds de middelbare school, maar pas in 2011 besloot hij zich voltijds aan zijn passies te wijden. “In een paar minuten was het beslist”, vertelt Onno. “En ik heb het me niet beklaagd, ook al is het niet altijd evident.” Het voorbije jaar was Onno vooral als schrijver actief. Op 22 november verschijnt zijn derde boek, ‘Meneertje Wiegel’. In 2020 is hij te zien in twee langspeelfilms.

We ploffen nog maar neer in de kajuit van de commandant of Onno Van Gelder is onmiddellijk verkocht. “Ik hou van dat hout, van die warmte… Het doet me als acteur en auteur onmiddellijk wegdromen. Ik heb hier nog nooit iets gedaan, maar het zou tof zijn. Ik ben hier natuurlijk al geweest. In mijn schooltijd, maar ook eens als volwassene. Van die keer herinner ik me dat alles hier zo laag is”, vertelt de boomlange kerel.

Heb je iets met schepen?

(begint meteen te lachen) “Een delicate vraag, want ik heb een hoge mate van reisziekte. Na 20 minuten in de wagen kan ik al ziek worden. Als kind op de Franlis met mijn pa, van Oostende naar Nieuwpoort… Dat was overgeven, overgeven, overgeven. Zelfs op de overzetboot naar de Oosteroever voel ik me al mottig. Een bus neem ik bijna nooit. Ik vind boten fantastisch en droom ervan ooit een cruise te maken, maar ik durf gewoon niet, omdat ik weet dat ik er last van heb.”

Wat deden je ouders?

“Zij hadden een tearoom-restaurant. Ze waren totaal niet artistiek bezig. Op reis eens een museum of een oud stadje of dorpje bezoeken, dat wel. Maar ze hadden gewoon de tijd niet om meer artistiek bezig te zijn. Al heeft mijn moeder wel geschilderd voor ze trouwde. En ze las veel boeken.”

Er staat ‘junior’ achter je naam. Dat betekent dat er ook een senior bestaat?

“Dat is mijn pa. Die jr. dateert van toen ik thuis woonde, voor de post en zo was dat veel makkelijker. Later ben ik het blijven gebruiken. Waarom ik de naam van mijn vader kreeg? De gynaecoloog had gezegd dat ik een meisje zou zijn. Daarom hadden mijn ouders geen jongensnaam gekozen. Maar toen ik eruit kwam, was ik een jongen. Toen zei mijn moeder: Ik hoor wel graag Onno. En zo ben ik Onno geworden. Mijn grootvader was Nederlander, vandaar de ietwat uitzonderlijke naam van mijn pa.”

Wanneer begon je te acteren?

(de scheepsbel luidt enkele keren) “Ik zie onmiddellijk een scène voor me! Dat zit er wel in. Ik ben begonnen met acteren in het schooltheater, in het atheneum hier in Oostende. Toen ik in het vijfde jaar zat, hing er een briefje dat er acteurs werden gezocht om het schooltheater weer op te starten. Ik dacht meteen: dat is iets voor mij.”

Je rolde daarna het amateurtoneel in, maar koos niet meteen om beroeps te worden.

“Ik stam nog uit de generatie dat de ouders er niet zo happig op waren om hun kind naar de toneelschool te sturen. Ik was toen tamelijk opstandig. Maar ja, dat was de tijdsgeest hé. Ik ben gaan studeren, maar dat was niets voor mij. En dan ben ik bij mijn ouders in de zaak begonnen.

Acteur en schrijver Onno Van Gelder Jr.:
© Davy Coghe

Maar wel altijd met theater als hobby. En daar lieten mijn ouders me wel redelijk vrij in. In de horeca moet je normaal op zondag werken, maar ik kon wel op zondagnamiddag een voorstelling gaan spelen.”

Daarna baatte je een zaak in koffie- en theespecialiteiten uit.

“Toen mijn ouders hun tearoom-restaurant stopten, vroegen ze of ik de zaak wou overnemen. Nee, zei ik onmiddellijk, want dan moest ik ieder moment in de zaak zijn en kon ik mijn hobby niet meer beoefenen. Toen zocht ik iets anders, iets wat meer nine to five was in de zelfstandigenwereld. Het werd een delicatessenwinkel, hier in Oostende, gespecialiseerd in koffie en thee, maar ook met oliën, specerijen, zoete koekjes… Een heel lekkere job. Zestien jaar heb ik dat gedaan, maar op 5 mei 2011 was het voorbij.”

Waarom zette je dan toch de stap naar je grote passie?

“Ik zat zes weken in Amsterdam als regie-assistent. Mijn ma baatte in die periode de winkel uit, halve dagen. Maar toen ik terugkwam, zei ze: nu zal je toch moeten kiezen. En dan heb ik gezegd: ‘t is goed. Ik kies voor mijn artistieke job. In een paar minuten was het beslist. Van de ene opdracht naar de andere, maar geen evident leven. Er zijn momenten dat het meer mag zijn, maar dat is nu eenmaal het leven van een zelfstandige. Ik heb het me in elk geval nog niet beklaagd, want dit is mijn leven.”

Hoe ziet jouw beroepsleven er nu uit?

“Dat varieert een beetje. Ik heb heel wat kleinere rollen gespeeld in tv- en filmproducties, maar het voorbije jaar heb ik me geconcentreerd op het schrijven.

Ik koos er zelf voor eens de slechte te spelen in een nieuwe film. Want dan doe je dingen die je anders niet zou doen

Mijn boek Meneertje Wiegel zat al sinds 2017 in mijn hoofd, maar ik wou het nu toch eens af hebben. Vorig jaar en dit jaar vertolkte ik ook rollen in twee langspeelfilms, die volgend jaar uitkomen.”

Wat voor films zijn dat?

“De ene film heet River, genoemd naar het hoofdpersonage. Het is de eerste langspeelfilm van de jonge regisseur Laurenzo Vergeynst. Het gaat over jongeren in een psychose en de vraag of ze wel goed opgevangen worden. Ik speel de rol van psychiater, maar het is geen al te brave man. Ik vind het wel een heel mooie rol. De andere langspeelfilm heet Alias Wolf. Het is een thriller van Oscar Spierenburg, die zich afspeelt in het literaire milieu. Daar zitten enkele bekende namen in deze prent zoals Jenne Decleir, Kris Cuppens,… Ik heb ook scènes met Michael Pas… Daarin speel ik een auteur. Een beetje mezelf dus. Het is een goed mens en naar ik hoop ook een goed auteur (lacht).”

Word jij altijd voor hetzelfde soort type gecast?

“Ik zit tamelijk vlug in de lijn van een zakenman, een dokter, een psychiater… Mijn uitzicht is meer dat van pak en das. Ik heb vroeger nochtans al heel andere dingen gedaan op scène: een verlepte dronkaard, een boer… Dat kan ik ook. In River komt er naast de psychiater, een slecht personage, ook een psycholoog met een goed karakter. De regisseur vond me goed voor de twee, maar ik moest niet lang nadenken. Ik wou de slechte spelen. Dan doe je dingen die je anders niet zou doen. Maar meestal zit er wel iets goeds in de karakters die ik speel.”

Verkies je theater of film?

“De beide. Bij theater heb je direct interactie met het publiek. En je speelt alles chronologisch, van A tot Z. Bij film is dat niet zo. Je doet eerst M, dan B, dan A of Z. Of eerst Z… omdat het organisatorisch het best uitkomt. Mensen denken dat film veel makkelijker is. Als het niet goed is, kan je herbeginnen, denken ze. Maar ik ondervond aan den lijve dat het toch niet makkelijk is. We gaan vandaag die scène doen waarin je psychologisch breekt, krijg je bijvoorbeeld te horen. Dan kom je toe, een croissantje achter de kiezen… en dan moet je plots breken. Zonder opbouw. Niet simpel. In theater moet je ook een ietsiepietsie groter spelen, omdat je van verder gezien moet worden. Het is een uitdaging om het dan voor film weer kleiner te houden.”

Droom je ervan ooit de rol beet te hebben waardoor je bekend wordt in heel Vlaanderen?

“Ik denk dat dat iedereens droom is. Iemand die schrijft, die wil ‘het’ boek schrijven, iemand die schildert, die wil ‘het’ kunstwerk maken. Maar of dat ooit komt? Dat weet je niet.

Ik ben een vrijgezel, maar niet eenzaam, ook al schrijf ik vaak over dat thema

Acteren kan je op elke leeftijd. Mijn glas is altijd halfvol. Wat vandaag niet is, kan morgen nog zijn. Maar ik voel me er niet slecht bij. Ik probeer wel altijd maar beter en beter te worden. Ik ben vrij perfectionistisch.”

Ben je een makkelijke om mee samen te werken?

“Soms niet. Ik heb mijn eigen gedacht. Oeioei… Je zou het moeten vragen aan de mensen met wie ik werk. Het is niet omdat je weet wat je wil dat je daarom moeilijk bent, hé. Het is juist makkelijker om samen te werken met iemand die echt weet wat hij wil. Ik regisseer ook in het amateurtoneel. Die mensen zeggen wel dat ik behoorlijk veel geduld heb.”

En je bent ook schrijver. Waarover schrijf je zoal?

“Zonder het echt te willen, merk ik dat mijn thema’s vaak eenzaamheid en nostalgie zijn. Het verleden boeit me, maar ik heb geen heimwee naar vroeger. Dit hier (tikt enkele keren op zijn smartphone op tafel) kan ik niet missen. Sommige dingen vond ik vroeger beter: de omgangsvormen, de elegantie. Ik betreur ook dat zo veel historische gebouwen verdwenen zijn in Oostende. Maar tegelijk vind ik de Oosteroever een heel mooi project.”

Wat heb je met eenzaamheid?

“Het is misschien omdat ik zelf alleen ben dat ik meer over één persoon schrijf dan over een gezin. Maar ook al ben ik vrijgezel, ik ben niet eenzaam. Zeker niet. Ik ben graag alleen thuis. Ik werk sowieso veel alleen: schrijven, een regie voorbereiden, een rol instuderen… maar anderzijds heb ik genoeg contact met mensen.”

Bio

Privé

Geboren in Oostende op 6 maart 1965. Woont er in het stadscentrum. Vrijgezel.

Opleiding en loopbaan

Middelbare school, naschoolse opleidingen: toneel, horeca, binnenhuisinrichting, antiquariaat, Italiaans… Werkte eerst in het restaurant met tearoom van zijn ouders, had later een zaak in interieurinrichting en een delicatessenzaak met koffie en thee. Sinds 2011 zelfstandig acteur, schrijver en regisseur.

Vrije tijd

“Wat ik doe, is mijn hobby. En verder lezen, koken en eens een taart bakken.”

Als Onno voor lange tijd op reis zou gaan…

“Mijn reis met de Mercator is imaginair. Het schip mag vertrekken met mijn beste vrienden aan boord, maar zonder mij. We nemen een heel goede chef mee, een heel goede patissier en een heel goede sommelier. Ik ben een Bourgondiër, al kan je dat niet zien aan mij. Zij varen tot aan het begin van de Noorse fjorden. Maar ik heb dus reisziekte. Dus ik neem het vliegtuig en stap daar op het schip om samen de fjorden af te varen. Ik vermoed dat de zee er minder woelig zal zijn. Ik keer ook per vliegtuig terug. Maar ik wil mijn vrienden wel de hele reis gunnen.”

“Ik wil er een sommelier bij, maar met mate. Ik heb geen zin in dronken toestanden. Daarom ook de fjorden: ik vermoed dat daar een zekere rust van uit gaat. Ik wil dat de hele reis rustig verloopt, maar dat het er wel gezellig aan toe gaat.”

“Ik neem zeker een schriftje mee. De laatste jaren heb ik altijd iets bij om te schrijven. Vroeger bewaarde ik alles in mijn hoofd en maakte dan achteraf een plakboek, maar nu doe ik dat meer ter plaatse. Dan schrijf je ook meer details op. Misschien neem ik ook twee imaginaire vrienden mee. Twee actrices met wie ik nog graag eens samen zou spelen: Barbara Sarafian en Nicole Kidman. Barbara Sarafian is misschien haalbaar, Nicole Kidman niet.”

“Ik zou niets missen, nee. Ik ga altijd volledig op in het moment. Ook het nieuws zou ik niet volgen. Thuis wel, maar niet op reis. Ik zou wel volgen wat mijn vrienden die thuisgebleven zijn aan het uitsteken zijn. Mijn smartphone moet dus mee. Dat is het contradictorische in mij: ik ben nostalgisch, maar ook van deze tijd.”

“Normaal kies ik voor het bruisende leven van de stad. Maar mocht ik na de reis tijdelijk niet naar Oostende terug kunnen, zou ik voor De Haan kiezen. Voor de nostalgie. Ik zou er ideeën opdoen voor een nieuw verhaal.” (HH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier