40 jaar na zijn dood blijft Jacques Brel verbonden met de kust

Jacques Brel op het strand van Knokke. De wereldberoemde zanger trad er vaak op in het casino. (Foto GF)
Redactie KW

Jacques Brel rust dan wel in de rotsige bodem van het Polynesisch eiland Hiva Oa, zijn naam blijft ook voor eeuwig verbonden met onze kust. Dinsdag 9 oktober zal het precies 40 jaar geleden zijn dat de wereldberoemde zanger overleed. Reden genoeg om nog eens te duiken in een zee van herinneringen…

Op 9 oktober 1948 nam de wereld afscheid van Jacques Brel. De Brusselaar met West-Vlaamse roots verloor de strijd tegen kanker en werd amper 49. De verjaardag van zijn overlijden gaat deze week niet ongemerkt voorbij. Een aantal imitatoren brengen een hommage, niet toevallig in onze kustprovincie. Hier aan zee bracht Brel zijn jeugdvakanties door, maar hij vond er later ook casinopodia om op te treden, inspiratie voor zijn liedjesteksten en filmscenario’s, rust na weer een tour de chant, liefde bij zijn minnaressen en zijn passie voor de zee.

In Oostende zette hij l’Ostendaise op een notenbalk en dichtte hij Il y a deux sortes de gens: il ya les vivants et ceux qui sont en mer. In Knocke-le-Zoute ziet hij zichzelf als Jacky: chanteur pour femmes finissantes, beau et con à la fois. Dan is er zijn legendarische Marieke, qu’il aimait tant entre les tours de Bruges et Gand. Immers: zonder liefde, warme liefde, weent de zee, de grijze zee. Wijlen Johan Anthierens kwam Marieke op het spoor. Ze bleek Marie-louise V. te heten en kwam uit Stalhille, tussen Jabbeke en De Haan. Later beweerden nog andere Marieke te zijn… maar Marie-louise V. leerde de puberende Brel kennen toen die op vakantie was in Oudenburg en zij op zijn fiets mocht rijden. Later zocht zij hem weer op bij een van zijn optredens in Knokke. Het liedje hield stand, de romance niet. Marie-Louise V. stierf in 2000. Ze werd 70. Eeuwig jong staat Marieke nu in brons gegoten aan de Predikherenrei in Brugge. Op de gevel van het toerismebureau en tramhalte in het centrum van Wenduine staat een passage van het lied in stalen letters vereeuwigd.

Op alle podia, van Moskou tot New York vertolkt de zanger zijn liefde voor zijn Vlakke Land: Avec la mer du Nord pour dernier terrain vague et avec des vagues de dunes pour arrêter les vagues… le plat pays qui est le mien. De partituur van Le plat pays lees je manshoog op de muur van de Oostendse Churchillkaai.

Kwetsend

Meer nog dan met Les Bourgeois en Les Flamandes choqueerde hij bij zijn optredens in Knokke en Oostende de Flamiganten met nummers als ‘Les F…’ en ‘La.. La… La…’ (‘Vive les Belgiens, merde pour les Flamingants’). Toenmalig Volksunie-senator Wim Jorissen interpelleerde zelfs vicepremier Willy De Clercq omdat die laatste Brel zou toegejuicht hebben in de Oostendse Kursaal. De vicepremier antwoordde laconiek .”Deze zanger beschikt over een uitzonderlijk talent, zoals door tal van onverdachte Vlaamse kranten en critici wordt toegegeven. Dat hij af en toe een zin of een uitdrukking gebruikt, die misschien kwetsend kan zijn of minder gepast, moet men er maar bijnemen…”

40 jaar na zijn dood blijft Jacques Brel verbonden met de kust

In die periode was Diane Lauwyck artistiek directeur van het Kursaal. De Oostendse mocht er de zanger meermaals verwelkomen. “Een vriendelijke man in de omgang maar wel veeleisend inzake belichting en geluid. Hij gaf zich volledig op scène en droop van het zweet na ieder optreden. Dan wilde hij direct een pint. Bisnummers gaf hij nooit. Hij bleef ook nooit slapen in Oostende. Meestal keerde hij gewoon terug naar Brussel.”

Na zijn zangcarrière was Brel, met wisselend succes, in tien films te zien. Als regisseur debuteerde hij met Franz. Een prent die werd opgenomen in Brugge, De Panne, Blankenberge en De Haan. Hilde Franckx, hoofdarts op rust van het Zeepreventorium, weet nog dat hij voor Franz ook kwam filmen in de Trianonzaal van het instituut. Een foto herinnert nog aan een vriendschappelijke voetbalwedstrijd met de leerkrachten. In 1974 wil Brel weg. Hij koopt tweedehands een zeilyacht, de Askoy II, volgt zeillessen in de voormalige Zeevaartschool in Oostende en bestelt bij de Wittevrongels in Blankenberge nieuwe zeilen. Een plaquette aan de vuurtoren daar, herinnert ons aan zijn zeezucht.

Zwerversbestaan

Oostendenaar Pierre Deseck (80) leerde de zanger varen. “Toen Jacques Brel me begin jaren zeventig op een blauwe maandag belde om inlichtingen te vragen over navigatielessen, vroeg ik hem nog met enig spottend voorbehoud: ‘Brel? Ecrit comme le grand chanteur Jacques Brel?’. Maar al snel bleek het dus die grand chanteur zelf te zijn. Hij was een erg toegewijde leerling en heel verstandig ook. Iemand die met één woord een heel boek kon vatten. Anderen hadden de inhoud van een hele cursus nodig, maar begrepen er dan nog niets van. Het feit dat hij privépiloot was, maakte de leerstof voor hem ook makkelijker. Ja, ik heb ook veel gesprekken onder vier ogen met hem gehad. Hij was niet alleen erg intelligent, maar ook een aimabele man zonder kapsones.

40 jaar na zijn dood blijft Jacques Brel verbonden met de kust

Zo vertelde hij me over zijn zwerversbestaan in Parijs, de stad waar zijn zangcarrière begon, maar waar hij ook 12 jaar op de grond geslapen heeft. Het was zijn overtuiging dat wie een doel wilde bereiken in zijn leven, er 100 procent moest in geloven en er onvoorwaardelijk moest voor gaan. Ook toen hij met zijn Askoy II onderweg was naar de Markiezen in de Stille Oceaan stuurde hij vanuit een of andere aanloophaven een zichtkaartje. Na zijn dood heb ik nog heel af en toe contact gehad met zijn met zijn vriendin Maddly Bamy.” De zanger is dood, zijn liedjes leven. Straks zet de Askoy II weer koers naar de horizon vanuit zijn nieuwe thuishaven Zeebrugge. (Marc Loy)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier