10 jaar geleden namen we afscheid van Lucy Loes: “Optreden was wat ze het liefste deed”

Josiane Van Meerbeeck, dochter van Lucy Loes, bij een buste van haar moeder. © Davy Coghe
Gillian Lowyck

Op 17 juni is het precies tien jaar geleden dat de Oostendse zangeres Lucy Loes overleed. De ‘Koningin van het Visserslied’ is na al die jaren nog niet vergeten. Haar liedjes blijven springlevend. ‘Mien zèèkapiting’ staat in het collectieve geheugen gebrand, net als ‘Op de Vissemarkt’. “Mama deed alles om onder de mensen te zijn”, herinnert haar dochter Josiane zich.

Lucy Loes werd geboren als Lucienne Vanbesien op 24 januari 1928 in Oostende. Ze groeide op in een echte vissersfamilie. “Zowel haar papa als haar broer zijn op zee gebleven”, weet haar dochter Josiane. De andere broer van Lucy woont vandaag nog in het woon-zorgcentrum Godtschalck in Oostende.

Lucy leerde haar man Gustaaf Van Meerbeeck kennen in Engeland. Net als zoveel Oostendenaars staken ze het Kanaal over, op de vlucht voor het oorlogsgeweld. Ze trouwden en kregen samen zeven kinderen: Alfons, Guido, Josiane, Rita, Thérèse, Danny en Brenda. “Ik was het oudste meisje en moest dan ook het meeste doen”, lacht Josiane. Het gezin woonde in Zandvoorde.

Het is pas rond haar vijftigste dat Lucy begon met zingen. “Papa was beroepsmilitair en daarom mocht mama niet zelfstandig zijn. En ze mocht al zeker geen café starten…” En dat is net wat Lucy deed van zodra haar man met pensioen ging. Eerst de Concordia in de Zandvoordestraat en na enkele jaren de Estaminet, in dezelfde straat. “Het is daar dat ze begon met liedjes zingen”, vertelt Josiane. “Een vriend die vaak in het café kwam, gaf haar het nodige duwtje in de rug om ook effectief plaatjes op te nemen.” Eerst zong Lucy de liedjes van haar nicht Lucy Monti (onder meer Bie uus an ‘t zeetje, Die visscher van mien, Me ventje kom noar huis) maar gaandeweg maakte ze ook haar eigen nummers.

Heel sociaal

Het kwam als een complete verrassing voor de kinderen van Lucy toen ze begon met zingen. “Maar pas op: mama was altijd héél sociaal. Ze deed echt alles om onder de mensen te zijn. Thuis zitten, dat was niets voor haar. Zo kookte ze op communies en trouwfeesten, verkocht ze kunstbloemen, ging ze mensen helpen om naar de winkel te gaan… Ze was ook overal: ze speelde mee in de Ostensche Revue, deed toneelstukken, vertelde graag kluchtjes…”

Lucy werd een nationale bekendheid toen haar liedje Mien zèèkapiting regelmatig gespeeld werd in het TV-programma Big Brother in 2000. Lucy Loes trad elk jaar op tijdens de Paulusfeesten in Oostende. Haar meest legendarische optreden op de feesten was in 2002: toen zong Lucy vanop de boeg van museumschip de Amandine. “Dat was fantastisch”, herinnert Josiane zich. Maar Lucy was al lang ziek: ze leed aan botkanker. “Ze stak dat altijd weg voor ons. Tot het erger en erger werd. Ze was koppig, hé. Uiteindelijk werd de oncoloog zelfs nog haar beste maat.” (glimlacht)

“Mama zou het liefst van al gestorven zijn op het podium”, gaat Josiane verder. “Optreden en zingen, onder de mensen zijn, dat was echt wat ze het liefste deed. Er was altijd zoveel ambiance met haar.”

Zingen voor 20.000 fans

Op 15 augustus 2009 gaf Lucy Loes haar allerlaatste optreden, op – hoe kan het ook anders – de Paulusfeesten. Na een carrière van meer dan dertig jaar nam ze afscheid. Meer dan 20.000 fans zagen Lucy voor de laatste keer het beste van zichzelf geven. Nog geen jaar later, op 17 juni 2010, overleed ze thuis in Bredene op 82-jarige leeftijd. “Met de kinderen kwamen we samen de dag na haar overlijden. We lachten, zongen liedjes en herinnerden ons hoe mama was. Zeker in het begin was het erg raar dat ze er niet meer was. Ik wilde gewoon de telefoon opnemen en haar bellen…” Haar uitvaartplechtigheid in de Sint-Petrus en -Pauluskerk werd door zo’n duizend mensen bijgewoond.

Lucy Loes woonde sinds 2001 in Bredene en was er ook ereburger. Tegenover de Vistrap in Oostende staat een borstbeeld van de zangeres, gemaakt door Josiane Vanhoutte. Er is al vele jaren sprake van een straat of plein naar de Oostendse koningin van het visserslied te noemen. “Dat zou bijzonder zijn”, vindt Josiane. “Een mooie herdenking aan mama.”

Tien jaar later zijn de Oostendenaars hun Lucy Loes nog altijd niet vergeten. KV Oostende en het nummer Op de vissemarkt, dat hóórt gewoon bij elkaar. Ook op de Paulusfeesten hoor je altijd wel ergens een liedje van Lucy Loes spelen. “Het gebeurt regelmatig dat ik de radio aan zet en een liedje van mama hoor”, zegt Josiane tevreden. “Mensen van over het hele land kennen haar, hé. Dat vind ik zo fijn.”