Zo pakt West-Vlaanderen misbruik in de prostitutie aan: “Elk gered meisje is een zege”

"Als je bij een meisje komt dat jou niet verstaat, dat met de tranen in de ogen zit of waarbij je voelt dat de situatie niet goed zit: meld het aan de politie", zegt procureur Frank Demeester. © Getty Images/iStockphoto
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

De prostitutie verhuist steeds meer naar privéwoningen of hotelletjes, ook in West-Vlaanderen. Dat maakt het er voor politie en parket niet gemakkelijker op om te controleren. Of de coronamaatregelen gerespecteerd worden, maar ook – en niet in het minst – of prostituees niet uitgebuit of misbruikt worden. Procureur Frank Demeester slaakt een noodkreet: “Meld het als je een ongelukkige prostituee ziet.”

Net als andere sectoren die getroffen werden door de coronacrisis, recht de prostitutiewereld stilaan weer de rug. Dat stellen ook parket en politie vast. “Er is weer activiteit, ja. Toen de social distancing werd ingevoerd, hebben we alle sekswerkers die adverteerden op internet gecontacteerd”, vertelt procureur Frank Demeester.

“Daarbij wezen we ze op de regels voor contactberoepen, en dus dat ze hun normale werk niet konden uitvoeren. Veel meisjes verwijderden hun advertenties of schakelden over op webcamseks of andere digitale alternatieven. Wie bleef adverteren, werd gecontacteerd en desnoods ter plaatse gecontroleerd. Ons gevoel is dat alles goed opgevolgd werd, al kunnen we niet controleren wat er achter onze rug gebeurde.”

Dat blijft in deze sector een uitdaging. Grof misbruik en uitbuiting controleren, is voor het parket zelfs moeilijker geworden. Steeds meer sekswerkers werken van thuis uit of op een goedkope hotelkamer. Die locaties zijn niet meer bekend en wijzigen constant. De meisjes werken er ook vaak slechts een beperkte tijd en proberen zo onder de radar te blijven.

Advertenties

Om meer vat op de situatie te krijgen, vraagt het parket aan de klanten om te helpen. “Als je bij een meisje komt dat jou niet verstaat, dat met de tranen in de ogen zit of waarbij je voelt dat de situatie niet goed zit: meld het aan de politie”, zegt procureur Demeester. Bijkomend richt hij zich tot de lokale politie. “Aan onze 19 lokale politiezones en het team mensenhandel van de federale gerechtelijke politie vragen we om de advertenties op het internet op de voet te volgen en geregeld controles uit te voeren.”

Een oproep die niet in dovemansoren valt. “Waar we vroeger enkel de gratis krantjes moesten openslaan om te weten waar de prostituees zaten, richten we ons nu tot het internet”, zegt Cédric Van Eenoo van de Brugse politie. “Die schuimen we af op zoek naar opvallende zaken en dingen die niet kloppen: een gsm-nummer dat telkens terugkeert, foto’s die in dezelfde ruimte genomen zijn, … Van bepaalde groepen, zoals Afrikaanse en Aziatische dames, weten we dat ze vatbaarder zijn voor misbruik. Op basis hiervan bepalen we wie we bezoeken.”

“Dan maken we een afspraak, net zoals een klant zou doen. We gaan met twee ter plaatse, waarbij we ons aan de deur kenbaar maken als politie. Undercover gaan of voorstellen doen, gebeurt niet. Anders zou er een klacht wegens uitlokking kunnen volgen. Daarna controleren we iedereen. Mogen ze hier verblijven en werken? Wat verklaren ze? Werken ze alleen?”, vult Sven Brunclair van de Oostendse politie aan.

Politie viseert meisjes niet

Luc Vanmassenhove van de federale gerechtelijke politie benadrukt dat de meisjes zelf niet geviseerd worden. “Wij zoeken naar mensenhandel, seksuele uitbuiting en eventueel kindermisbruik. Brave huismoeders die krap bij kas zitten en zich prostitueren: die zijn niet onze prioriteit. Meisjes die plots uit Roemenië, Polen of Oekraïne in West-Vlaanderen opduiken: dat is echter niet normaal. Daarvoor zijn Oostende en Brugge niet bekend genoeg, hoor. Onder hen heb je een pak gelukzoekers: meisjes die doelbewust naar hier komen om snel geld te verdienen en na een maand weer vertrekken. Voor 100 euro per beurt moet je ginds heel lang werken.”

Cedric Van Eenoo, Sven Brunclair, Luc Vanmassenhove en Frank Demeester. De foto werd genomen voor de coronamaatregelen.
Cedric Van Eenoo, Sven Brunclair, Luc Vanmassenhove en Frank Demeester. De foto werd genomen voor de coronamaatregelen.© Davy Coghe

Sven Brunclair bevestigt dat. “Voor een bepaald dossier moesten we naar Roemenië. Ik kon niet begrijpen dat een vrouw zich prostitueert, maar toen ik de levensomstandigheden in bepaalde steden zag, kon ik er wel begrip voor opbrengen. Vrouwen worden er vrij makkelijk gerekruteerd. De pooiers met een BMW – wel een met 200.000 km op de teller – springen meteen in het oog. Die meisjes zijn verblind. Of ze trappen in het systeem van de loverboys.”

“Ergens zijn die meisjes niet ongelukkig omdat ze mooi geld verdienen. Maar dat moeten we hen uit het hoofd proberen te praten. Als poetsdame zouden ze meer verdienen, legaal werken en een pensioen kunnen opbouwen. Maar dat is moeilijk om uit te leggen. Het statuut van slachtoffer van mensenhandel, waarmee we hen een tijdelijke verblijfsvergunning kunnen aanbieden, is op dat vlak een handige tool. Maar niet iedereen is geïnteresseerd in dat statuut: sommigen willen snel terug naar hun land.”

Vlooien

De prostituees zijn lang niet meer uitsluitend aan het werk in bordelen. Dat maakt het uiteraard veel moeilijker om te controleren. Je vindt de meisjes in hotels, vakantiewoningen en appartementjes. “Tot zelfs een caravan”, zegt Sven Brunclair. “Alles wat verhuurd wordt, kan gebruikt worden door de pooiers. In Antwerpen vonden we vier dames die lagen te slapen tussen de ratten en het rattenvergif in een achterkamertje. Toen we buiten kwamen, moesten we de vlooien van ons schudden en ontsmet worden. De buitenwereld ziet de go-go-danseressen, maar prostitutie is maar zelden glitter en glamour.”

“Bij een onderzoek in Wevelgem zagen we 18 meisjes in de keuken zitten”, vult procureur Frank Demeester aan. “Bij elke klant die binnenkwam, moesten ze zich allemaal gaan presenteren. In Blankenberge liet een meisje ons binnen, zonder controle of videofoon. Als daar één klant staat, oké. Maar wat als er drie personen staan? Niemand weet dat zij daar zit. Zij zegt het niet, haar familie weet het niet, wij weten het niet, de klanten zullen het niet toegeven… Wij moeten proberen om meisjes uit dergelijke kwetsbare posities te halen. Dat is onze missie.”

Sven Brunclair: “Op elk meisje dat je uit de sector kan halen, mag je trots zijn. Dan speelt het geen rol of je nu tien of honderd mensen opgepakt hebt. Die netwerken hebben overal vertakkingen. Valt er iemand van tussen, dan staan er morgen tien anderen klaar om in te springen. In die optiek is het soms dweilen met de kraan open. Maar als je er een takje kan van afknippen…”

Woord tegen woord

Eenmaal een netwerk is opgerold, begint het moeilijkste: de daders veroordeeld krijgen. “Maar dat is niet vanzelfsprekend, want vaak is het woord tegen woord en moeten we keiharde bewijzen zoeken”, zegt Luc Vanmassenhove. “In West-Vlaanderen zijn we sinds 2011 begonnen met al deze dossiers te centraliseren in Brugge”, besluit procureur Demeester. “Zo proberen we overal hetzelfde beleid te krijgen. Ook de rechtbank is daarin meegegaan: één rechter beheerst en behandelt alle zaken. Dan krijg je één lijn. Het werkt, want in het hof van beroep wordt de rechtspraak doorgaans gevolgd. Dat systeem vind je nergens anders in België.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier