Zes maanden cel voor agent die zich racistisch uitte op trein naar Oostende

De beklaagde stuurde zijn kat naar het proces. © Getty Images
Redactie KW

Een 47-jarige politieman is in beroep veroordeeld tot zes maanden cel voor racistische uitlatingen die hij uitte in een trein tegenover een familie van Afrikaanse origine. In eerste aanleg kwam hij er nog vanaf met een opschorting van straf.

Hoofdinspecteur P.H. uit Oostende werkt al 25 jaar als agent in Brussel. Op 16 oktober 2015 spoorde hij naar Oostende, maar onderweg kwam het tot een incident met een Afrikaanse familie. Een banale discussie over het al dan niet automatisch sluiten van een toiletdeur, ontaarde in een scheldpartij. P.H. maakte zich bekend als politieagent en zou onder meer “zwart gespuis”, “ik wil hen van de trein” en “ik zorg er persoonlijk voor dat ze jullie terugsturen van waar ze komen” gezegd hebben.

Bij de eerstvolgende halte in Geraardsbergen werd hij gearresteerd. Hij gaf de feiten toe, maar naar eigen zeggen had hij die avond veel te veel gedronken. Hij kreeg in eerste aanleg opschorting van straf, maar het parket ging in beroep. “Dit is een onvoldoende krachtig en een verkeerd signaal, wij vorderen een werkstraf.” Maar ondanks zijn ontkennen dat hij een racist is, ging het hof zelfs nog verder en veroordeelde hem tot zes maand effectief en een boete van 600 euro. “Op een bijzonder aanstellerige wijze heeft hij daarbij uitgepakt met zijn functie als politieman en zo deze functie en tegelijk het hele politiekorps geschaad”, klinkt het in hun arrest.

“Nog misselijkmakender werd het vertoon toen de beklaagde bij de interventie van de politie zijn dienstvuurwapen op de grond liet vallen. De beschonken of dronken toestand waarin de beklaagde zich bevond doet allerminst afbreuk aan de ernst van de racistische situatie die hij veroorzaakt heeft.” Het Hof oordeelde daarom dat een opschorting of een werkstraf een onvoldoende signaal is. “Het opleggen van een gevangenisstraf en geldboete is volstrekt noodzakelijk en passend als maatschappelijke vergelding en om de beklaagde te wijzen op het zeer verwerpelijke karakter van de door hem gepleegde feiten.”

(OSM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier