West-Vlaamse rechters horen spectaculair meer kinderen

Redactie KW

Dat blijkt uit een vraag van het Poperingse Kamerlid Sabien Lahaye-Battheu aan minister Koen Geens.

Vorig jaar werden er 627 kinderen gehoord in de West-Vlaamse rechtbanken, meer dan een verdubbeling in vergelijking met 2014, toen het er 270 waren. Kamerlid Sabien Lahaye-Battheu (Open VLD) verklaart de spectaculaire stijging door de inwerkingtreding van de familierechtbanken op 1 september 2014. Het Poperingse Kamerlid vroeg minister van Justitie Koen Geens (CD&V) in het parlement aandacht te hebben voor de positie van kinderen én ouders.

In de Brugse rechtbank waren er in 2014 171 gehoorde kinderen, vorig jaar 327. In Ieper steeg het aantal gehoorde kinderen van 37 naar 124, in Kortrijk van 52 naar 158 en in Veurne van 10 naar 18. Dat betekent dat de totaalcijfers van 270 gehoorde kinderen in 2014 gestegen zijn tot 627 kinderen in 2015.

Familierechtbank

“In de familierechtbank worden alle beslissingen rond één familie in één dossier samengebracht en door één magistraat behandeld”, zegt het Kamerlid. “Op die manier werd de versnippering van bevoegdheden in familiezaken tussen het vredegerecht, de rechtbank van eerste aanleg en de jeugdrechtbank een halt toegeroepen en werden een aantal procedures versoepeld. Kinderen kunnen voortaan worden gehoord vanaf 12 jaar, vroeger was dat alleen bij de jeugdrechtbank verplicht. Ze worden ingelicht over dat recht via een oproepingsbrief. Een en ander verklaart de spectaculaire toename van het aantal kinderen, dat wordt gehoord in de rechtbanken.”

“Moeilijke evenwichtsoefening”

“In familiale procedures is zeker het hoorrecht van kinderen belangrijk”, stelde minister van Justitie Koen Geens in de Kamercommissie Justitie in zijn antwoord op een vraag van Lahaye-Battheu. “De ouders moeten het belang van het kind vooropstellen. Een kind moet ten allen tijde vrijuit kunnen spreken met de rechter, zonder angst voor de reactie van de ouders. We willen het hoorrecht verder versterken. Hierbij moet een moeilijke evenwichtsoefening worden gemaakt tussen de rechten van het kind respectievelijk de ouders. Vanuit de praktijk worden verschillende suggesties geformuleerd om de werking van de rechtbank te verbeteren, ook over de positie van kinderen.”

West-Vlaamse rechters horen spectaculair meer kinderen
© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

“Aandacht voor positie van kinderen én ouders”

“In zijn meest recente beleidsnota stelde minister Geens zelf onder andere voor het verkort verslag van dat gesprek met de rechter niet meer bij het gerechtsdossier te voegen, zodat de ouders er geen kennis meer kunnen van nemen. Geen goed idee!”, zegt Sabien Lahaye-Battheu. “Een kind moet zonder angst kunnen spreken met een rechter. Maar zullen de ouders nog passend kunnen reageren als ze niet weten welke positie hun kind heeft ingenomen bij de rechter? Wat nu wordt gezegd door de kinderen, kan soms worden weerlegd door de ouders aangezien ze weten wat er in het verslag staat. Als dat in de toekomst niet meer het geval is, kunnen ‘valse beschuldigingen’ – bijvoorbeeld onder invloed van beloftes die één ouder aan het kind gedaan heeft als hij of zij iets zegt tegen de rechter – niet meer weerlegd worden en dit kan de uitspraak in de verkeerde richting sturen. Vaak worden kinderen pas gehoord wanneer ze een van de ouders al lange tijd niet meer gezien hebben. Ze beslissen dikwijls op eigen houtje, als ze 14 of 15 zijn, om niet meer naar één van de ouders te gaan. Dan wordt de procedure opgestart. Pas na 2 of 3 maanden wordt het kind gehoord. Dan zegt het kind vaak dingen die niet altijd stroken met de waarheid. Volgens mij moet de ouder zich daartegen blijven kunnen verdedigen en moet hij/zij daarop een antwoord kunnen blijven geven.”

(JL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier