Vriendin van verongelukte drummer: “Begeleiding van slachtoffers kan stukken beter”

Tim Vansteelandt
Tim Vansteelandt Adjunct-hoofdredacteur

Melanie Soenen uit Bovekerke, die vorig jaar haar vriend Jelle Tommeleyn zag doodgereden worden, is niet te spreken over hoe ze werd behandeld door de interventieploeg van de politiezone Regio Tielt.

Deze reportage maakt deel uit van ons dossier ‘Politietekort’

Jelle Tommeleyn (24) uit Sint-Henricus werd op zondagmorgen 7 februari 2016 langs de Brugsebaan in Lichtervelde dodelijk aangereden door de witte bestelwagen van Bryan I. uit Lichtervelde, die daarop doorreed.

Dat gebeurde voor de ogen van Jelles vriendin Melanie Soenen, die naast hem wandelde en ook geraakt werd door de bestelwagen. “Ik hoorde een luide knal, voelde een pijnscheut in mijn arm en zag Jelle heel ver weggeslingerd worden”, vertelt de Bovekerkse. “Ik kon niemand opbellen, want Jelle had zowel zijn als mijn gsm bij, maar die vond ik nergens. Daarop hield ik voorbijgangers tegen om de hulpdiensten te bellen.”

Zakelijk behandeld

Die waren snel ter plaatse, maar Melanie is niet te spreken over de manier waarop ze werd aangepakt. Als een getuige, en niet als een slachtoffer. “Die politiemensen behandelden mij heel zakelijk. Ze wilden zo snel mogelijk een verklaring. Dat begrijp ik wel, want op dat ogenblik was de aanrijder nog spoorloos. Maar na mijn verklaring werden ze alleen maar zakelijker. Ik werd aan mijn lot overgelaten. Ik heb bijna twee uur in die combi gezeten en kreeg geen info. Ik heb toen zelfs een van mijn sokken moeten uittrekken om mijn neus te snuiten. Ik had net iets heel ergs meegemaakt, en ik denk dat die agenten mijn situatie toen konden verlicht hebben. Ik had echt iemand nodig. Daar twee uur alleen zitten, was heel traumatiserend. Ik wist niet hoe het met Jelle gesteld was en zag constant flitsen door mijn hoofd. Ik werd gek. Mezelf sussen lukte niet en ik mocht niemand opbellen.”

Terwijl het ongeval omstreeks 5.15 uur gebeurde, mocht Melanie pas rond 7 uur haar ouders opbellen. Zij pikten haar op en brachten haar naar het Sint-Rembertziekenhuis in Torhout, waar Jelle ondertussen bezweken was aan zijn verwondingen.

Vriendin van verongelukte drummer:

“Door die slechte ervaring heeft het heel lang geduurd voor ik met vreemden, zoals psychologen of slachtofferhulp, wou spreken over het ongeval. Ik vertrouwde niemand meer omdat ze in mijn ogen alleen maar hun job deden, in plaats van mij daadwerkelijk te willen helpen. Ik hoop dan ook dat lotgenoten in de toekomst meer steun krijgen, zodat hun verwerkingsproces vlotter kan verlopen dan het mijne. Ik wil wel benadrukken dat niet alles slecht was: de politie heeft meteen het nodige gedaan en de dader snel gevat. Maar de begeleiding van slachtoffers meteen na een ongeval kan stukken beter.”

Alleenstaand geval

De politiezone Regio Tielt, die actief is in Ardooie, Lichtervelde, Pittem, Ruiselede, Tielt en Wingene, is op zoek naar 7 mensen. De schijnbaar gebrekkige begeleiding van slachtoffers heeft echter niks te maken met dat tekort, stelt commissaris Filip Feraux. “Ik denk niet dat er een verband is”, zegt de Torhoutenaar. “Een echt tekort aan mensen is er immers niet. De 7 vacatures die er momenteel zijn, hebben te maken met een uitbreiding van ons korps. Dat tekort heeft op dit ogenblik dus niet onmiddellijk een impact op ons takenpakket.”

De politiezone Regio Tielt heeft wel degelijk een beleid wat de aanpak van slachtoffers betreft. “We hebben zelfs een zevenkoppige ploeg vrijwilligers, die specifiek instaat voor slachtofferbejegening. Die mensen zijn daarvoor opgeleid en werken volgens een wachtdienst, zodat er altijd iemand beschikbaar is. Slachtofferhulp is heel belangrijk voor ons, we beseffen dat we daar alert moeten voor zijn.”

Ik hoop dan ook dat het verhaal van Melanie een alleenstaand geval is. De interventieploeg kon op dat moment iemand van de slachtofferbejegening opgeroepen hebben, maar heeft dat blijkbaar niet gedaan. We leiden onze mensen intern op voor die eerste opvang, maar we kunnen ze niet bij hun hand vasthouden. Ik zal dit bekijken en aanscherpen.”

(Tim Vansteelandt)