Toxicoloog Jan Cordonnier houdt er mee op: “De perfecte moord plegen? Ja, ik kan dat”

Toxicoloog Jan Cordonnier: "De vrijspraak van Bernard Wesphael bezorgt me nog altijd een wrang gevoel." © Davy Coghe
Laurens Kindt

In meer dan driehonderd assisenzaken deed het gerecht een beroep op hem, maar dit jaar hangt toxicoloog Jan Cordonnier (63) uit Sijsele zijn witte labojas definitief aan de haak. In zijn carrière bouwde hij ‘zijn’ labo uit tot één van de meest performante in ons land. Het is in zijn labo dat Delphine Boël te weten kwam dat haar vader niet Jacques heette.

Het gebouw van Eurofins Forensics, zoals het labo van doctor-apotheker en toxicoloog Jan Cordonnier heet, is een anoniem prefabgebouw in een druk industrieterrein in Brugge. Aan de buitenkant doet niets vermoeden dat tientallen laboranten er dagelijks bezig zijn met het analyseren van bloed- of urinestalen, DNA-sporen zoeken op wapens of lichamen en zo misdaden uit het hele land en ver daarbuiten proberen op te lossen.

Maar vergis je niet: wie het gebouw binnenkomt, wordt zonder het te weten meteen gefotografeerd. Hier kom je niet ongezien. Wat er opgeslagen ligt, alleen al aan DNA-stalen, is dan ook van goudwaarde voor het gerecht.

Als dit labo ontploft, zit justitie met een probleem.

“Het gebouw heeft speciale beveiliging. Voor alles heb je een paswoord nodig en er hangen overal camera’s. Dat is nodig, want wij moeten alle stalen die we krijgen minstens 25 jaar bewaren in ons archief. Van ieder lijk dat hier binnenkomt, hebben wij bloed en DNA in onze bibliotheek. Ten tijde van de terreuraanslagen op de luchthaven van Zaventem en in de metro van Maalbeek heeft hier drie maanden lang een politiecombi voor de deur gestaan, met agenten met zwaar geschut. De muren zijn extra brandveilig en er hangen sprinklers. Met een app op mijn smartphone kan ik ten allen tijde de temperatuur van onze diepvriezers in de gaten houden. Laat iemand de deur van de diepvrieskamer te lang open staan, dan krijg ik een alarmsignaal. Hier wordt niets aan het toeval overgelaten.”

Dat klinkt behoorlijk spannend. Zeker voor iemand die voor apotheker gestudeerd heeft.

“Na mijn apothekerstudies heb ik er nog zeven jaar toxicologie bijgedaan en ook gedoctoreerd. In mijn laatste jaar moesten we nachtdiensten doen, toxicologie voor het parket. Daar ben ik met deze wereld in contact gekomen. Ik heb ook een jaar gewerkt bij Scotland Yard in Engeland. Met een Vlerick-diploma ben ik dan op mezelf begonnen, in 2011 is mijn labo overgenomen door multinational Eurofins. Binnen Eurofins is de forensische tak één van de kleinere maar in België zijn we een grote speler. We hebben twee derden van alle DNA-onderzoek in handen en we doen ook de toxicologie voor Oost- en West-Vlaanderen, een deel van Antwerpen en het zuiden van Nederland.”

Wat doet een toxicoloog concreet?

“Wij moeten nagaan of er bepaalde stoffen in het lichaam zitten en of de concentratie daarvan therapeutisch, toxisch of dodelijk is. We kunnen ook nagaan wanneer die stoffen toegediend zijn en hoeveel ervan gebruikt is. We kunnen dat voor drugs, alcohol, medicatie, chloroform, insecticiden, koolstofmonoxide, plantaardige gifstoffen, noem maar op. De stalen die we krijgen, kunnen bloed- of urinestalen zijn maar ook lijkdelen of biologische weefsels. Wij zijn één van de weinige labo’s die gespecialiseerd zijn in verdrinkingen. Van lichamen die zowel op zee of in oppervlaktewater gevonden zijn, kunnen wij nagaan of die personen al dood waren voor ze in het water belandden. Ook voor branden kunnen we nagaan of slachtoffers al overleden waren voor de brand.”

Klopt het verhaal dat hoe langer je haar is, hoe meer stoffen je erin kan terugvinden?

“Grotendeels wel. De meeste sporters zijn niet toevallig kaal. In haarstalen kan je zelfs evolutie vaststellen. Haar groeit gemiddeld één centimeter per maand. In een haarstaal van twintig centimeter lang kan je dus twintig maanden teruggaan. Zo kan je zien dat iemand een jaar geleden nog veel alcohol dronk of drugs nam, maar vandaag niet meer. Als we van een persoon weten dat die pakweg tien maanden geleden een moord pleegde, kunnen we ook nagaan of hij in die periode onder invloed was. Dat geldt trouwens voor alle lichaamshaar. Wie alleen zijn hoofd kaal scheert, is er dus aan voor de moeite.”

Bevindingen van een toxicoloog zijn exact, tot op de nanogram soms. Toch wordt er soms over gediscussieerd in een assisenhof.

“Men durft al eens een tegenexpert aanstellen die dan iets anders komt beweren. Een gerechtsexpert, zoals ik vaak aangesteld word, moet echter een eed afleggen. Een tegenexpert niet. Die mag komen zeggen wat hij wil. Of wat van hem verlangd wordt door zijn opdrachtgever. Die kunnen dus een loopje nemen met de waarheid. In het proces van politicus Bernard Wesphael (die wegens twijfel vrijgesproken werd van de gifmoord op zijn partner Véronique Pirotton in 2013 in Oostende, LK) heb ik het meegemaakt. Uit mijn bevindingen bleek dat de hoeveelheid medicatie en alcohol in het bloed van het slachtoffer niet dodelijk was omdat die dame een zekere gewenning aan die middelen had, de tegenexpert beweerde het tegendeel. De jury heeft hem geloofd. Die vrijspraak bezorgde mij een wrang gevoel, net als de kwalijke manier waarop ikzelf, de onderzoeksrechter en de Oostendse politiemensen er werden afgeschilderd.”

Uw werk is nochtans vaak cruciaal gebleken in moordzaken.

“Verschillende keren zelfs. Onlangs nog, in een zaak uit het Kortrijkse waarbij een man zijn vrouw vergiftigd had met ricine, een stof die in de bonen van de wonderboom zit. Ik heb er hier eentje staan in de binnentuin, zo’n wonderboom is vrij verkrijgbaar in elk tuincentrum. Ricine is een stof die vaak niet opgemerkt wordt in analyses, er zijn ook weinig labo’s die plantaardige alkaloïden, zoals ricine, kunnen opsporen. Wij hebben het toch gevonden. Stel dat die man slechts twee boontjes had gebruikt in plaats van de grotere hoeveelheden, dan zou die vrouw ook dood geweest zijn maar hadden wij het mogelijk niet opgemerkt. Het gebruik van ricine is ook heel zeldzaam, in dertig jaar carrière heb ik het misschien maar drie keer gezien.”

Hier wordt niet alleen toxicologisch onderzoek gedaan, maar ook DNA-onderzoek zoals in de zaak van Delphine Boël.

“Ik schat dat we zo’n drieduizend DNA-stalen per jaar verwerken. Dat gebeurt in een hermetisch afgesloten labo waar we een erkenning voor hebben. DNA-onderzoek kan cruciaal zijn in een moordonderzoek, het is ook daarom dat stalen van een lijk zo lang bewaard moeten worden. Het gebeurt vaak dat onderzoekers zes jaar na een moord nog een DNA-onderzoek willen laten uitvoeren. Dat kan ook op een voorwerp zijn, zoals bijvoorbeeld een wapen. De mensen die hier werken, krijgen elk jaar een opleiding over hoe ze een wapen onklaar moeten maken. Je wil niet meemaken dat er nog een kogel in de kamer zit – en het wapen dus schietklaar is – terwijl je een DNA-onderzoek aan het doen bent.”

De job is dus niet zonder enig gevaar. Maar ook jij bent potentieel gevaarlijk. Als toxicoloog zou je de perfecte moord kunnen plegen.

“Dat klopt, mijn vrouw weet dat. (lacht) Ik zou dat kunnen zonder enig spoor achter te laten. Maar ze is ook apotheker. Ze maakt zich geen zorgen.” (lacht)