Zus (60) veroordeeld voor jarenlange opsluiting van broer (58) in eigen slaapkamer: “Tranen van geluk omdat ik proces ‘gewonnen’ heb.”

Kurt Ducatteeuw. © LSi
Redactie KW

“De tranen sprongen me in de ogen, toen ik vernam dat mijn zus is veroordeeld. Tranen van opluchting dat ze me geloofd hebben”, zegt Kurt Ducatteeuw (58) uit Waregem. Zijn zus (60) is door de rechter in Kortrijk veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van 10 maanden, omdat ze hem drie jaar lang in zijn eigen slaapkamertje van 2,5 op 3 meter had opgesloten. De vrouw mag van de rechter geen contact meer hebben met haar broer en moet een schadevergoeding van ruim 6.000 euro betalen.

Een kamertje van 2,5 op 3 meter met een bed, een nachtkastje en een mobiel toilet. Dat was drie jaar lang de leefwereld van Kurt. In zijn eigen woning op de wijk Torenhof in Waregem werd hij opgesloten door zijn eigen zus. Ongeveer vijf jaar geleden trok Kurts zus samen met haar zoon in bij haar broer. Hij woonde alleen in een eenvoudige sociale woning en zij moest noodgedwongen haar woning verlaten. “Ze zat dus in een noodsituatie en ik liet het toe dat ze bij me introk”, zegt Kurt. “Ook al was onze verstandhouding niet top en had ik het niet graag. Ze vertelde aan iedereen dat ik niet voor mezelf kon zorgen en schizofreen was.”

Leugens en verzinsels

Toch verliepen de eerste maanden aanvankelijk nog redelijk normaal. “Maar plots begon ze me te beschuldigen van pedofilie, dat ik lid was van een sekte en als portier van die sekte oogluikend had toegestaan dat haar toen vijfjarige zoon werd verkracht”, vervolgt Kurt. “Of dat ik haar probeerde te vergiftigen. Leugens en verzinsels, maar ze leek wel bezeten. Het kwam zover dat ik niet meer vrij in mijn eigen woning mocht rondlopen. Meer zelfs, samen met haar zoon installeerde ze een slot op mijn slaapkamerdeur. Als ze uit werken was, sloot ze de deur en moest ik blijven zitten. Af en toe mocht ik nog eens naar buiten om boodschappen te doen naar Lidl of Aldi, meer niet. Eten en drinken bracht ze me op de kamer, mijn behoefte moest ik doen op een mobiel toilet, me wassen mocht ik één keer per week. Zij en haar zoon spoten me nat met koud water, zeepten me in en spoelden me opnieuw met koud water af. Ze scheurde mijn rijbewijs, gooide mijn gsm kapot en nam mijn bankkaart en code af. Dat was eigenlijk geen leven, maar ik liet begaan, vooral uit schrik voor haar zoon. Hij was groter en krachtiger dan ik en kon boksen… Ik hield me vooral bezig met lezen en kijken naar de foto’s van mijn reis langs de Route 66 in Amerika in 2003. Dat was een schitterende ervaring. Ik hield vroeger van reizen en was al in Portugal, Duitsland, Frankrijk, Turkije, Kreta, en Italië. Volgens mijn zus verkwanselde ik al mijn geld aan die reizen.”

Voor zichzelf opkomen vond Kurt moeilijk, hij volgde ook voordien al psychiatrische begeleiding. Een ruime kennissenkring waar hij met eventuele problemen terecht kon, had hij niet. Zijn ouders en een andere zus zijn al overleden.

Ontsnapt door raam

Dit voorjaar escaleerde de situatie in de licht verwaarloosde woning helemaal. “De laatste drie weken kreeg ik hoogstens nog enkele boterhammen met choco”, schetst Kurt. “En twee flesjes water per dag. Mijn kamer mocht ik helemaal niet meer uit.” Dat was voor hem de druppel die de emmer deed overlopen. Op zondag 21 maart, toen hij alleen thuis was, ontsnapte hij via zijn raam door enkele lakens aan elkaar te knopen. “Via een plat afdakje raakte ik op de achterkoer en via de achterdeur liep ik opnieuw naar binnen en slaagde ik erin de sleutel van mijn deur te nemen.”

Bij terugkomst merkten zijn zus en haar zoon de ontsnapping op. “Ik kreeg het lantaarntje van mijn slaapkamer tegen mijn hoofd geslagen, als straf”, weet Kurt. “Resultaat was een gekloofde wenkbrauw en heel wat bloed. Ik besliste toen om wat kledij in een zak te verzamelen en me voor te bereiden op mijn definitieve ontsnapping. De volgende dag stormde ik weg, zodra mijn zus de slaapkamerdeur ontgrendelde om iets te brengen.”

Kurt liep naar zijn huisarts en belandde in een verwaarloosde toestand in het ziekenhuis, waar de alarmbellen afgingen en de politie zijn hallucinante verhaal optekende. Na een verblijf van 25 dagen in de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis om te bekomen van de traumatische gebeurtenissen mocht Kurt naar zijn woning terugkeren. Politie en gerecht hadden zijn zus en haar zoon ondertussen verhoord en hen verboden nog terug te keren naar de woning of contact op te nemen. Wat volgde was een dagvaarding voor de zus en uiteindelijk nu de veroordeling. Het contactverbod blijft van kracht en de zus moet zich ook voor haar psychische problemen laten begeleiden, als ze de celstraf voorwaardelijk wil houden. Aan haar broer moet ze in totaal 6.413 euro schadevergoeding betalen.

Zus betuigt spijt

“Sindsdien ben ik veel gelukkiger”, aldus Kurt. “Ik woog maar 69 kilo meer, nu is dat ondertussen opnieuw 80. Ik onderhoud mijn huisje, doe boodschappen, de was en de plas, rij het gras af, ga regelmatig naar de bib en heb zelfs al een paar keer een terrasje gedaan. Ik bouw opnieuw wat sociale contacten op en heb zelfs een vriendin waarmee ik regelmatig eens kan praten. Ik ben zeer tevreden met het vonnis. Echt waren, ik had plots ‘verdriet’. Maar het waren tranen van geluk.”

De zus is veroordeeld voor het onrechtmatig opsluiten van haar broer. “Ik besef dat het verkeerd was Kurt af en toe op te sluiten en heb er spijt van”, reageerde ze. “Ik moest naar andere oplossingen voor zijn en onze problemen hebben gezocht. Ik vond het destijds een goed idee om bij mijn broer in te trekken. Zo kon ik zijn vervuilde en verwaarloosde woning wat opfleuren én voor hem zorgen. Die zorg had hij toen wel degelijk nodig, wat hij zelf ook mag beweren. Hij verzorgde zichzelf niet, had een alcoholprobleem en psychiatrische problemen met zelfmoordpogingen. Bovendien is hij schizofreen en kan hij duizend verschillende gezichten tonen. Ik verwijt hem dat niet, het is een ziekte. Maar het zorgde er wel voor dat ik zijn ware aard kende.”

“Ik vertrouwde hem niet, hij doofde zijn sigarettenpeuken tegen de muur van zijn slaapkamer, dwaalde ’s nachts rond in het huis, wou zich amper wassen. Die gebrekkige hygiëne was trouwens ook de reden waarom ik voor een mobiel toilet in zijn kamer zorgde. Ik wou niet op hetzelfde toilet zitten als mijn vieze broer. Ik wil alleen maar zeggen dat de beslissing om Kurt op te sluiten niet zomaar uit de lucht kwam gevallen. Er waren zijn psychische problemen, zijn schizofrenie, het gevaar dat het huis in brand zou vliegen,… In de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis in Waregem vond ik dat ze hem niet genoeg konden helpen. Ik kon na mijn schizofrene zus niet nog eens de zorg van een schizofrene broer aan. En ik was kwaad, ja, voor seksueel misbruik uit het verleden. Ik wou gewoon nog aan Kurts basisbehoeften voldoen, maar was de broer-zus-band volledig kwijt. Nu besef ik dat ik verkeerd was. Ik had naar andere oplossingen moeten zoeken en heb spijt. Opsluiting was niet de juiste keuze. Zo ben ik eigenlijk niet, ik heb nog een blanco strafregister. Ik ben blij te horen dat het vandaag met mijn broer blijkbaar beter gaat.” (LSi)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier