Een man uit Oedelem vraagt in beroep een werkstraf voor de opzettelijke aanrijding van zijn toenmalige vriendin. Maar de procureur-generaal haalde hard uit. “Zeker dat je uw vrouw doodgraag zag en je ze niet liever graag dood zag?”
Op 5 april 2019 ontdekt T.T dat zijn toenmalige vriendin hem bedriegt. Hij merkt haar op in haar auto samen met een man in de Baron De Ruzettelaan in Brugge richting Oostkamp. De man zet met zijn eigen wagen de achtervolging in, rijdt naast haar en op een brug ramt hij de wagen. Die gaat van de baan en komt tot stilstand tegen de vangrail.
Overmand door emoties
Volgens zijn advocaat was de man overmand door emoties omdat hij de vrouw doodgraag zag en de plotse relatiebreuk niet aankon. In plaats van 18 maanden cel, vraagt hij daarom een werkstraf. Maar het openbaar ministerie tilt zwaar aan de feiten.
“Zeker dat je uw vrouw doodgraag zag en je ze niet liever dood zag?”, vroeg de procureur-generaal. “Als elke relatiebreuk of elke keer iemand wordt bedrogen zo moet worden beslecht, mag de rechtbank 24 op 24 zetelen en zelfs zeven op zeven, dan nog komen we tijd tekort! Voor het zelfde geld was de auto op de brug door de vangrail gegaan. Bovendien reden daar twee fietsers van toen 18 en 19 jaar. Dit is wegpiraterij van het ergste soort. Bovendien heeft u voor gelijkaardige feiten al eens 8 maanden cel gekregen. Dan begrijp ik de eerste rechter die u 18 maanden geeft. Een werkstraf is hier volkomen ongepast.” Uitspraak op 9 juni.
(OSM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
