Een 22-jarige man uit Zeebrugge is in beroep veroordeeld tot een stevige werkstraf van 240 uren voor vier vechtpartijen in Blankenberge.
Op 13 juli 2017 moest de politie een eerste keer tussenbeide komen voor een knokpartij. G.M. bood zich spontaan aan en had een stroomstootwapen op zak. Een maand later gaf M. een andere man een slag op de kaak en op 2 mei 2018 kreeg hij het aan de stok met een groepje jongeren. Hij sloeg een van de jongelui tegen de grond en trapte hem tegen het hoofd. Een maand later gaf hij een kopstoot aan een minderjarige.
Foute vrienden
In eerste aanleg kreeg hij tien maanden met uitstel maar ging in beroep. Zijn nieuwe advocaat vroeg een werkstraf zodat hij zijn werk kan behouden. “Mijn cliënt had geen inkomen en trok op met foute vrienden”, stelde zijn advocaat. “Hij kampt met ADHD, maar had toen geen geld voor medicatie die hij dus niet innam. Hij heeft intussen zijn les geleerd. Hij is intussen zelf vader geworden en is op het rechte pad.”
Maar daar was het openbaar ministerie niet van overtuigd. “Bruut geweld op 13 juli 2017 en een stroomstootwapen op zak, een jaar later een kopstoot en een slag waarbij iemand in de bloembakken valt, … . Dit getuigt toch van een gefrustreerd kereltje?”
Onderzoek voor intrafamiliaal geweld
En dat hij nadien zijn les heeft geleerd, daarvan was de procureur-generaal ook niet overtuigd. “In Brugge lopen een aantal onderzoeken voor intrafamiliaal geweld in 2019 en 2020 en meneer is intussen nog eens bij verstek veroordeeld voor inbreuken tegen de coronamaatregelen.”
De procureur-generaal vorderde daarom 16 maanden cel, maar ging anderzijds akkoord met een werkstraf zodat de man zijn werk kan behouden. Al moest het dan een substantiële werkstraf zijn van minstens 200 uren. Het hof volgde hem daarin en veroordeelde de man tot een werkstraf van 240 uren. Als hij die niet uitvoert, moet hij alsnog voor 18 maanden naar de cel. (OSM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
