Mensensmokkelaars die massaal zwemvesten wilden kopen, zien straf bevestigd

© NICOLAS LAMBERT BELGA
Redactie KW

Twee Irakezen zien hun straf van zes en zeven jaar cel voor hun betrokkenheid bij mensensmokkel bevestigd. Ze kochten in grote hoeveelheden zwemvesten om de oversteek naar Groot-Brittannië te maken.

Salam N.M. bestelde op 1 juni vorig jaar twintig reddingsvesten in de Decathlon in Roeselare. Naar eigen zeggen zouden vrienden de reddingsvesten gebruiken tijdens het kajakken. Toen hij die avond samen met zijn landgenoot Mustafa H. zijn bestelling kwam ophalen, werden ze allebei in de boeien geslagen. Het winkelpersoneel had de politie immers eerder al ingelicht over hun opvallende interesse.

Op 18 mei kochten de beklaagden namelijk ook al tien zwemvesten. Bovendien werd toen gepolst of Decathlon ook op grotere schaal kon leveren. De Irakezen wilden blijkbaar zelfs tweehonderd zwemvesten. Verder onderzoek wees immers aan dat de beklaagden zich schuldig maakten aan mensensmokkel. Zo had N.M. een kasticket van de aankoop van vijftien zwemvesten in het Noord-Franse Grande-Synthe op zak. Zijn gsm bevatte daarnaast heel wat berichten die op mensensmokkel wezen. De beklaagde kreeg zelfs een bericht van iemand die het in een krappe ruimte achter een chauffeur moeilijk had om te ademen.

Ook de gsm van Mustafa H. liet weinig aan de verbeelding over. H. zocht onder andere informatie over buitenboordmotoren, sportwinkels in Oostende en de Noord-Franse smokkelplaats Loon-Plage. Door de inhoud van de berichten werd Salam N.M. door het openbaar ministerie niet enkel als een leverancier van reddingsvesten beschouwd.

Geen proefstuk

Mustafa H. bleek dan weer niet aan zijn proefstuk toe. In 1999 kreeg hij in Antwerpen al drie jaar cel voor mensensmokkel, terwijl gelijkaardige feiten hem in 2011 in Brussel zelfs zes jaar cel opleverden. In Brugge werden ze veroordeeld tot vijf jaar cel voor Mustafa H. en zes jaar voor Salam N.M. Beiden gingen in beroep. Mustafa H. verklaarde dat hij op vraag van zijn medebeklaagde enkel optrad als tolk. Naar eigen zeggen trok hij louter voor zijn handeltje in goedkopere, Belgische sigaretten naar Noord-Franse vluchtelingenkampen. “Men kan niet aantonen dat hij mensen heeft gesmokkeld, heeft geronseld, gelden ontvangen of op het strand heeft gestaan”, meende zijn advocaat. “Vijf jaar is dan ook fel overdreven en ik stel zelfs een werkstraf voor.”

N.M. beweerde dat hij zwemvesten wilde aankopen voor zijn familie en enkele vrienden. Het was volgens de verdediging zijn bedoeling om samen met hen de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk te wagen. De echte mensensmokkelaars zouden hem opgedragen hebben om voor hun eigen reddingsvesten te zorgen. Maar dat is volgens het openbaar ministerie nonsens. “Dergelijke operaties zijn een ‘full option’. Men krijgt een buitenboordmotor, een zwemvest en wat water en men wordt de zee opgestuurd. Zij zijn gewoon de toeleveranciers.” Bovendien hekelde hij de kwaliteit van de zwemvesten. “Dergelijke reddingsvesten zijn enkel goed voor een plonsbadje en voldoen zeker niet in volle zee.”

Essentieel formulier

Bovendien heeft N.M. nog een probleem. Bij het aantekenen van zijn beroep, vergat hij een essentieel formulier in te vullen. Zijn advocaat deed dat af als een formaliteit omdat zijn cliënt noch Nederlands, noch Frans of Enkels kan. “Hij is zelfs analfabeet, dus daar mag men geen rekening mee houden.” Alleen merkte de procureur-generaal op dat de man uitgerekend op de dag dat hij beroep aantekende, bezoek kreeg in de gevangenis van … zijn advocaat.

Het hof achtte zijn beroep dan ook vervallen, waardoor de straf van zes jaar behouden blijft. Voor H. –die al twee keer werd veroordeeld voor mensensmokkel- vroeg de procureur-generaal zeven jaar. “We hebben meneer hier met open armen ontvangen, hem een dak boven het hoofd gegeven en wat krijgen we? Stank voor dank! Het is nu genoeg geweest.” Maar ook hier bevestigde het hof de straf van vijf jaar. (OSM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier