Iraanse mensensmokkelaars riskeren tot tien jaar cel voor smokkel met rubberbootjes

Redactie KW

Twee Iraniërs riskeren in beroep tien en zeven jaar cel voor mensensmokkel. De slachtoffers werden in Noord-Frankrijk op rubberbootjes gezet. “Hoeveel moeten er nog verdrinken?”

De beklaagden liepen op 2 mei vorig jaar bij toeval tegen de lamp in Koksijde. De politie van de zone Westkust had van een camera met nummerplaatherkenning immers een melding gekregen van een in Duitsland gestolen voertuig. In de bewuste Hyundai werden een opblaasbare boot, een buitenboordmotor, elf zwemvesten, roeispanen en jerrycans met benzine aangetroffen.

De inzittenden, Reza J. (33) en Omid K. (39), werden aangehouden op verdenking van mensensmokkel, maar ontkenden aanvankelijk hun betrokkenheid. Reza J. bekende gaandeweg echter zijn betrokkenheid dat hij regelmatig vanuit Duitsland naar Frankrijk reed met bootjes. Volgens zijn advocaat, Kris Vincke, was de man gevlucht uit Iran waar hij als ingenieur was afgestudeerd.

Drugsverslaving

“Maar Duitsland bleek niet het beloofde land en uiteindelijk kon hij enkel werken in een hamburgerkraam.” Hij raakte aan de drugs en werd om zijn drugsverslaving te financieren meegesleurd in de mensensmokkel. Hij kreeg in eerste aanleg acht jaar cel, maar hoopt in beroep op een mildere straf. “Het was een korte slechte periode in zijn leven. We hopen op een korte straf zodat hij snel terug naar Duitsland kan.”

De rechtbank van eerste aanleg veroordeelde Omid K. tot negen jaar cel. Zijn aandeel werd als groter aanzien, maar dat ontkent zijn advocaat Johan Platteau. “Hij wou enkel iets bijverdienen en stelde enkel zijn voertuig ter beschikking om de bootjes te verplaatsen. Volgens meester Platteau werd zijn cliënt ook gevraagd door Reza J. om mee te doen. Ze leerden elkaar kennen in de bakkerij waar Omid K. werkt.

Gammele rubberbootjes

“Absurd!”, pleitte het openbaar ministerie. “Een bootjeszaak en een broodjeszaak… het verschil is misschien maar een letter. Maar de bakkerij en de woonplaats van Reza J. liggen wel vier uur uit elkaar.” Toch blijft meester Platteau erbij dat Reza J. al veel langer bezig was, dat bewijzen onder meer de politiecamera’s en de telefoniegegevens. “Je vindt bij hem geen gesprekken dat de transporten zijn geslaagd noch over betalingen.”

Het openbaar ministerie was hard voor Omid K. die volgens hem Reza J. wel aanstuurde. Zo stuurde hij onder meer foto’s van de vluchtelingen en cijfers van betalingen. Dat ze hun landgenoten in zulke gammele rubberbootjes met reddingsvesten die enkel doeltreffend zijn in een zwembad de Noordzee opstuurden, vond hij moorddadig.

“Het wordt een pest aan de kust en het kost een massa aan middelen om ze tegen te houden of om ze nadien te redden op zee. Hoeveel moeten er nog verdrinken?” Omdat Omid K. zijn aandeel bleef minimaliseren, vorderde hij tien jaar cel, voor Reza J. volstaat voor hem zeven jaar cel. Uitspraak op 10 maart. (OSM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier