Dealende ex-cipier gaat opnieuw voor de vrijspraak

Bij de huiszoekingen werden aanzienlijke hoeveelheden cocaïne aangetroffen. © Getty Images
Redactie KW

Een voormalige cipier van de Brugse gevangenis en haar partner riskeren in beroep drie maanden cel voor bezit van cocaïne. Ondanks bekentenissen, werden ze in eerste aanleg vrijgesproken door een fout in de dagvaarding. Het openbaar ministerie hoopt nu toch op de minimumbestraffing.

Het onderzoek ging al in 2015 van start toen de politie informatie ontving dat Jürgen V. (49) uit Beernem cocaïne verkocht. Hij haalde de drugs uit Oostende en stockeerde ze in een garage in Beernem. Hij schakelde hij onder meer Bruggeling Wesley S. (40) in. Zijn partner Ilse M. (48) zou daarbij geholpen hebben.

Vijf kilogram cocaïne

Op 28 mei 2018 voerde het gerecht huiszoekingen uit waarbij aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en cash werden aangetroffen. Jürgen V. zat drie maanden in voorhechtenis, Wesley S. en Ilse M. kwamen na twee maanden voorwaardelijk vrij. Het parket schatte in dat de bende om en bij de vijf kilogram cocaïne aan de man bracht.

Volgens een anonieme brief aan de politie dealden Wesley S. en Ilse M. vooral aan leden van de harde supporterskern van Club Brugge. Vanuit een supporterscafé in Sint-Andries en in het Jan Breydelstadion zouden ze volgens het parket dertig tot vijftig zakjes per wedstrijd hebben verkocht. M. zou ook drugs verkocht hebben tijdens haar diensturen als cipier in de Brugse gevangenis.

Fout in dagvaarding

Wesley S. en Ilse M. gaven tijdens hun verhoor toe dat ze cocaïne verkochten. Toch werden ze in eerste aanleg vrijgesproken op basis van een fout in de dagvaarding. Volgens de dagvaarding werden ze enkel vervolgd voor feiten op 1 juli 2017. Bij gebrek aan bewijs voor die dag, werden ze vrijgesproken. Maar het parket ging in beroep. “Ik kan niet bewijzen dat ze die dag verkochten of gebruikten, maar ze waren zeker in het bezit van cocaïne.”

Daarom vorderde hij de minimumstraf van drie maanden cel met uitstel. Hun advocaat gaat opnieuw voor de vrijspraak. “Ook het bezit op die dag is op geen enkel moment te bewijzen!” Bovendien vindt hij dat ze al streng zijn bestraft door de voorhechtenis. Dat Ilse M. ook verkocht binnen de gevangenismuren heeft M. ook altijd ontkend. “Haar voorhechtenis kon ze uiteraard niet in Brugge doorbrengen, maar in Gent en daar waren haar collega’s keihard voor haar.” Ilse M. werkt intussen niet langer als cipier.

Wapens zonder vergunning

Daarnaast werd Jürgen V. veroordeeld tot twee jaar effectief voor verkoop en bezit van minstens twee kilo cocaïne en het bezit van een pistool, een longrifle met geluidsdemper en munitie, zonder vergunning. V. houdt vol dat hij nooit heeft verkocht en die zak cocaïne heeft gekregen. Verder beweert hij dat hij zich wou aansluiten bij een jagersgroep. “Van dat pistool is de munitie niet meer te verkrijgen. En ik was aan het studeren om een jagersvergunning te verkrijgen, maar dan is de politie binnen gevallen en is het er niet meer van gekomen”, verklaarde hij aan het hof.

Grote strafverzwaring

De voorzitter van het hof had wel vragen bij een jager die een geweer heeft met een geluidsdemper. “Zodat de andere everzwijnen het schot niet zouden horen?”, vroeg de voorzitter. Hij riskeert een grote strafverzwaring want voor hem vorderde de procureur-generaal 30 maanden cel voor de cocaïne omdat hij tijdens het onderzoek weigerde toe te geven van wie hij de cocaïne kreeg vooral dat hij nog steeds de verkoop ontkent. Voor het bezit van de verboden wapens werd bovenop nog eens twee jaar cel gevraagd. Uitspraak op 26 april. (OSM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier