Openbaar ministerie vraagt strafverzwaringen voor mannen die gouden ringen en tanden roofden uit graven

Redactie KW

Een voormalige grafdelver van stad Brugge riskeert in beroep twaalf maand effectief voor onder meer grafschennis. Ook voor drie ex-collega’s, die in eerste aanleg nog opschorting kregen, vraagt het openbaar ministerie celstraffen. “Graven zijn heilige huisjes waar je best afblijft!”

De feiten kwamen toevallig aan het licht toen K. D. (32) uit Loppem in oktober 2017 werd opgepakt tijdens de rellen na de voetbalmatch tussen Club Brugge en Antwerp. Op zijn smartphone stonden talrijke lugubere foto’s van menselijke resten en er was zelfs een schedel te zien waarop hij een hakenkruis tekende. Hij deelde de beelden met vrienden en collega’s via een WhatsAppgroepje ‘buddysgold’ . Verder onderzoek wees uit dat hij en twee andere gouden tanden en ringen uit graven haalden waarvan de concessie was verlopen en die ze moesten leeghalen. “Juridisch pleiten uw advocaten dat de juwelen tot niemand toebehoorden en jullie dus niet over de schreef zijn gegaan”, begon procureur-generaal De Smet zijn pleidooi. “Maar in het Nederlands bestaat er een beter woord voor: lijkenpikkerij! Die ringen gingen mee in het graf, en het was nooit de bedoeling dat ze er jaren later gingen uit gehaald worden om verkocht te worden!” Hij haalde meteen uit naar K.D. en een kompaan -S.N. – die mee het goud had verkocht voor in totaal 96 euro. “Jullie wisten dat er iets niet juist was. Want bij de juwelier spreken jullie niet dat die zaken van jullie werk als grafdelver komen, nee! Jullie hadden het over ‘bij het opruimen van … .’ Dus jullie wisten goed genoeg dat het niet mocht! Jullie schonden het graf en de nagedachtenissen die begraven werden samen met het lichaam! Graven zijn heilige huisjes waar je best afblijft!” Al had hij wel veel respect voor K.D. en zijn collega’s hun werk. “Al betalen ze mij vijf- of zesduizend euro per maand, dan nog zou ik het werk niet willen doen wat jullie deden. Maar dit is er gewoon over!”

Voorts werd bij K.D. thuis naast een stroomstootwapen, een boksijzer, een telescopische wapenstok en een machete, ook tal van SS-spullen gevonden. “Ik kan niet begrijpen dat je kan dwepen met zo’n regime! Een hakenkruis zetten op een schedel? Een hakenkruis, het symbool van een regime dat symbool staat voor haat! Dit is een totaal gebrek aan fatsoen!” Voor K.D. vroeg De Smet 12 maand effectief.

K.D. die niet in beroep was gegaan, vroeg de bevestiging van de twaalf maand met uitstel. “Hij heeft zijn lesje geleerd en beseft dat hij verkeerd is geweest. Het gaat ook amper om 93 euro. Het waren ook gangbare praktijken die al jaren aan de gang waren”, vond zijn advocaat.

S.N. die ook goud verkocht, beseft dat de praktijken moreel verwerpelijk zijn. “Maar het ging om verlopen concessies van 60, 70 tot 80 jaar oud. Zij moesten de kelders en de graven leeg maken. Ze kregen daarbij geen richtlijnen van de stad. Wie is de eigenaar? De stad Brugge alvast niet. Hij werd er gewoon in gesmeten en kon het gewoon niet weten dat het een misdrijf was.” S.N. vraagt daarom de vrijspraak. In eerste aanleg kreeg hij nog opschorting van straf, maar de procureur-generaal vraagt het hof om hem toch te veroordelen tot een aantal maanden cel, net als voor de derde beklaagde K.R. “Er is geen schuldinzicht, jullie houden gewoon het been stijf!”

Ook een vierde grafdelver, M.V., gaf toe ooit een gouden kroon te hebben gevonden en hebben verkocht voor 26 euro. “Hij is gestraft voor zijn eerlijkheid!”, schreeuwde zijn advocaat. “Dat vond de man zelf ook. “Ik vind niet dat ik een straf verdien. Had ik gezegd dat ik niks had gevonden, dan werkte ik nog steeds op de begraafplaats.” Voor hem vroeg de procureur-generaal een maand cel, al gaat hij ook akkoord met opnieuw de opschorting. Uitspraak op 17 maart.

(OSM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier