Campingmoord Middelkerke: Voorzitter legt beschuldigden opnieuw op de rooster

Romuald Verburgh (35) en in mindere mate Julien Butera (33) en Alain Deltrude (48) kregen vooral vragen over hun gedrag en houding onmiddellijk na de moord op Mihael Parrent (37) op 6 december 2017 in Middelkerke. © KURT DESPLENTER BELGA

Op het assisenproces over de campingmoord heeft voorzitter Bart Meganck de beschuldigden kort op de rooster gelegd. Romuald Verburgh (35) en in mindere mate Julien Butera (33) en Alain Deltrude (48) kregen vooral vragen over hun gedrag en houding onmiddellijk na de moord op Mihael Parrent (37) op 6 december 2017 in Middelkerke.

Zoals gebruikelijk werd op 20 februari 2019 een reconstructie van de feiten gehouden, ruim veertien maanden na de moord. “Dat was omdat de verhalen zodanig ver uit elkaar lagen”, verklaarde onderzoeksrechter Koen Wittouck. “Ik heb beslist om te wachten tot we een volledig dossier hadden.” De onderzoeksrechter zag de wedersamenstelling dan ook vooral als een bijkomende confrontatie van alle betrokkenen.

Voorbehoud

Bij de start van de reconstructie tekende meester Filip De Reuse onmiddellijk voorbehoud aan. Volgens de verdediging van Verburgh was het onbegrijpelijk dat de wedersamenstelling plaatsvond in de gebouwen van de politie, in plaats van op de camping. Ook bij de afmetingen van de nagebouwde caravan werden toen onmiddellijk vraagtekens geplaatst. “Caravan 116 was gewoonweg niet meer beschikbaar, omdat die door hygiënische redenen al afgebroken was”, reageerde de onderzoeksrechter. “Ik geef daarin grif toe dat dit niet ideaal is. Ik doe een wedersamenstelling ook liefst op de plaats van de feiten zelf, maar hier hadden wij eigenlijk geen andere keus.”

Vervolgens legde hoofdinspecteur Kathy Van Hecke in detail uit hoe de caravan op basis van het plan van het afstappingsteam werd nagebouwd. De muren werden voorgesteld door kleine groene panelen. “We hebben ook een 3D-voorstelling gebruikt van de binnenzijde, om het meubilair op de juiste plaats te zetten.” Een deel van de camping werd buiten gesimuleerd met behulp van politielint en houten panelen. “Het wandelpad werd afgebakend met houten latten en de groene afsluiting hebben we vervangen door kegels.”

Tijdens de reconstructie bleven alle beschuldigden in grote lijnen bij hun eerdere verklaringen. Zo herhaalde Verburgh dat hij zelf geen geweld gebruikte. Butera toonde wel hoe hij zelf de eerste klappen uitdeelde en met een vleesspies in de arm van het slachtoffer stak. Bovendien legde hij uit hoe ook Verburgh zou geslagen hebben. “Hij schopt ook met het scheenbeen tegen de zijkant van het gezicht. Daardoor valt hij op de grond”, schetste onderzoeksrechter Wittouck. Vanuit die positie zou Parrent vervolgens gezegd hebben dat Deltrude een pedofiel was.

Deltrude toonde aan de speurders hoe hij met een kookpot en met een pan op het hoofd van het slachtoffer sloeg. “Ik mag toch wel zeggen dat de slagen heel krachtig werden toegebracht. De pan is dan ook gebroken.” Toen het slachtoffer op de grond lag, sneed Deltrude met een mes twee keer diep in zijn keel. Naar eigen zeggen was de beschuldigde kwaad omdat Parrent hem zou bestolen hebben. “Hij sprak met weinig respect over hem. Er was een grote agressie voor hetgeen hem aangedaan was”, aldus hoofdinspecteur David Roelant.

Camerabeelden

Na de uiteenzetting over het onderzoek vroeg voorzitter Bart Meganck hoe Verburgh zich na de feiten voelde. “Ik voelde me een beetje verloren, door wat ik juist gezien had. Zonder woorden, ik was mezelf niet”, klonk het. De voorzitter confronteerde hem echter met camerabeelden van die late namiddag, toen ze richting een andere kennis op de camping stapten. Daarbij werd gesuggereerd dat Verburgh niet bang leek van zijn medebeschuldigden, terwijl hij toch zijn betrokkenheid ontkent. “Ik herinner me niet meer of er toen over de feiten is gesproken. Het is al lang geleden en het was een korte weg.”

Het is ook niet duidelijk wie besliste om naar die kennis te gaan, waar Deltrude om een schop vroeg. “Die schop was om het werk af te maken in een caravan die ik aan het demonteren was”, verklaarde hij. Voorzitter Meganck plaatste vraagtekens bij die verklaring en bij de aanwezigheid van de andere beschuldigden. “Ik ging juist mee om eentje te drinken, maar natuurlijk vind ik dat niet normaal”, reageerde Butera.

De drie beschuldigden bleven er ten slotte bij dat ze op dat moment geen afspraken maakten om het lijk te laten verdwijnen. Deltrude en Butera erkenden wel dat ze het lichaam verplaatsten naar een leegstaande caravan. “Ik wou daar in mijn caravan niet op blijven zien”, stelde Butera. In de andere caravan probeerden ze de schaamstreek van het slachtoffer nog in brand te steken met petroleum.

Alle partijen kunnen nu ook nog vragen stellen aan de speurders en aan de onderzoeksrechter.