Een 44-jarige Oostendenaar heeft zich voor de Brugse strafrechter moeten verantwoorden voor poging tot doodslag op zijn vriendin. Bart D. verwondde het slachtoffer met een broodmes, maar beweert dat zij hem eerst te lijf ging. Het openbaar ministerie vorderde minstens 37 maanden effectieve gevangenisstraf.
Op 8 mei kwam het tot een hoogoplopende ruzie binnen het koppel. D. zou zijn vriendin toen met een plank in het gezicht geslagen hebben. Opnieuw onder invloed van alcohol escaleerde de situatie de volgende dag helemaal. Met een broodmes viseerde de beklaagde de buik en het hoofd van zijn toenmalige partner. De vrouw uit Zonnebeke kon gelukkig vluchten naar de buurman, die de hulpdiensten verwittigde.
De verdediging pleitte dat het slachtoffer meestal zelf de aanstoker was. Zo zou ze zelf eerst met een plankje gegooid hebben. “U denkt misschien dat mevrouw een engeltje is, maar dat klopt niet. Als ze niets uitlokt, gebeurt er ook niets”, aldus meester Yves Miroir. Van een oogmerk tot doden was volgens de advocaat ook geen sprake. “Moest hij willen, duwt hij haar met één hand dood. Hij zou anders ook wel een ander mes gekozen hebben.” De rechter uitte meermaals zijn bedenkingen over het pleidooi van de verdediging.
Bart D. hoopt op een voorwaardelijke straf, zodat hij zich voor zijn alcoholprobleem kan laten begeleiden. “Ik ging brood snijden, maar zij is op mij gevlogen. Het was enkel een schermutseling. Ik heb er zeer veel spijt van”, zei de beklaagde. Die bewering schoot in het verkeerde keelgat bij het slachtoffer. “Echt vent, het is erover. Ik hoop dat je crepeert in je cel”, reageerde ze onmiddellijk.
De rechter doet uitspraak op 30 augustus.
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier