Ivo Poppe werd 65 keer verhoord

© BELGA
Redactie KW

Op het assisenproces tegen Ivo Poppe (61) hebben de speurders dinsdag toelichting gegeven bij het onderzoek. Tijdens de maar liefst 65 verhoren werd een hele lijst van mogelijke slachtoffers overlopen. De beschuldigde kan zich echter enkel de details van de feiten op vier familieleden herinneren.

Luc Vandoorne en Martin Delannoye startten hun onderzoek door navraag te doen naar de beschuldigde. “Bij de politiediensten was hij totaal niet bekend. In Wevelgem stond hij bekend als een toegewijde diaken en een sociaal geëngageerd persoon. Er was dus niets dan lof voor meneer Poppe”, zeiden de speurders. In zijn eerste verhoor beweerde de diaken ook dat hij zich op geen enkele manier schuldig had gemaakt aan actieve, onwettige levensbeëindiging. Toen hij hoorde wat zijn psychiaters verklaard hadden, kwam hij daar onmiddellijk op terug.

In eerste instantie stelde Poppe een lijst op van 49 overlijdens waar hij de hand in zou hebben gehad. “In 1993 waren er veel feiten, omdat hij veel stress had. Onder andere de operatie van zijn vrouw, de scheiding van haar zus, de verbouwingen thuis en zijn opleiding tot diaken speelden daar een rol in“, klonk het bij de speurders. De beschuldigde legde in zijn tweede verhoor ook uitgebreide verklaringen af over de dood van vier familieleden.

“Hoogstens twintig”

Tijdens de 65 verhoren gingen de speurders systematisch te werk. Eerst kreeg Poppe een foto van het slachtoffer voorgelegd, daarna zijn eigen agenda, het overlijdensattest en het medische dossier. In die verhoren bekende hij ook de moorden op Marguerite Blondeel en Irma Parmentier. “Toen hij hoorde dat de zoon van Blondeel aanwezig was bij het overlijden, kon hij besluiten dat hij daarmee niets te maken had.” In hetzelfde verhoor kwam de diaken ook terug op zijn verklaringen over Irma Parmentier. Over het precieze aantal slachtoffers blijft onduidelijkheid bestaan. Ivo Poppe sprak ooit over tientallen mensen, maar houdt het nu op hoogstens twintig. De verdediging probeerde alvast aan te tonen dat de oorspronkelijke lijst van de beschuldigde onmogelijk kon kloppen. “Wij hebben ook geen idee over de aantallen, we hebben niets dat aantoont dat het er effectief meer dan vier geweest zijn”, aldus Delannoye.

We hebben niets dat aantoont dat het er effectief meer dan vier geweest zijn

Tijdens het onderzoek werd misdrijfanalist Dirk Van Rampelberg aangesteld om de verdachte overlijdens in kaart te brengen. “Hier hebben we geen vaststellingen en geen actuele plaats van het misdrijf. Daardoor zijn er een beperkt aantal onderzoeksverrichtingen mogelijk. Uiteraard heeft ook de verstreken tijd een impact op ieders geheugen.” Van Rampelberg moest zich vooral baseren op de dienstroosters en de notities van Poppe zelf.

Op basis van de feiten op familieleden kan worden afgeleid dat Poppe altijd een geschikt moment afwachtte. Hij sloeg bijvoorbeeld in het weekend of tijdens de koffiepauze toe. “Bij de overlijdens met zijn vermoedelijke aanwezigheid gaan we na welke het kenmerk vertonen van een geschikt moment.” Op die manier kwam de misdrijfanalist tot een lijst van veertien overlijdens, grotendeels in het “stressjaar” 1993. Op 2 januari stierven toen twee vrouwen die op dezelfde kamer lagen in het Sint-Jorisziekenhuis in Menen. Begin maart stierven zelfs drie mensen op dezelfde dag. Dinsdagnamiddag zullen de onderzoeksrechter en een wetsdokter gehoord worden.