Ivo Poppe bekent ‘maximum een twintigtal’ moorden: “Ik zag mezelf als een reddende engel”

Assisenvoorzitter Bart Meganck © LK
Laurens Kindt

Ex-diaken Ivo Poppe heeft tijdens zijn ondervraging door assisenvoorzitter Bart Meganck toegegeven dat hij maximum een twintigtal mensen actief geëuthanaseerd heeft.

“Een precies cijfer kan ik niet geven, maar het moeten er maximum een twintigtal geweest zijn.” Ex-diaken Ivo Poppe heeft tijdens zijn ondervraging door assisenvoorzitter Bart Meganck toegegeven dat hij maximum een twintigtal mensen actief geëuthanaseerd heeft. Behalve van zijn twee nonkels, zijn moeder en zijn schoonvader kan hij echter geen namen meer van andere slachtoffers herinneren. “Ik zou ook een precies aantal willen zeggen, willen weten, maar ik kan het me niet herinneren”, klonk het.

Ik heb inderdaad aan de psychiater gezegd dat ik een tiental mensen actief geëuthanaseerd heb, maar ik heb dat bewust overdreven

De hele voormiddag van de eerste dag van het assisenproces van Ivo Poppe werd volledig in beslag genomen door de voorlezing van de akte van inbeschuldigingstelling. In de namiddag werd Ivo Poppe ondervraagd door voorzitter Bart Meganck. Na een korte inleiding over zijn eigen leven, kwam voorzitter Meganck al vrij snel tot de feiten. Die werden in december 2013 aan het parket gemeld door psychiater De Troyer, bij wie Ivo Poppe in behandeling was en aan wie hij de feiten had bekend. “Ik heb inderdaad aan de psychiater gezegd dat ik een tiental mensen actief geëuthanaseerd heb, maar ik heb dat bewust overdreven. Ik leed aan nachtmerries, ik sliep niet meer. Ik wilde therapie. Hypnose, elektroshocks, … Alles wat me kon helpen, was welkom. Therapie was dringend nodig. Als je koorts hebt en geholpen wilt worden, dan ga je ook niet zeggen dat je 37 graden hebt. Dan ga je ook overdrijven”, aldus de beschuldigde.

Die mensen zouden, zonder mijn ingrijpen, misschien nog een paar uur, een dag of een week geleefd hebben

Vervolgens bekende hij, na even doorvragen, toch dat hij meerdere mensen om het leven had gebracht. “Het moeten er tussen de tien en de twintig geweest zijn. Maximum twintig, in die orde van grootte. De meeste van die feiten heb ik vrij snel erna verdrongen. Selectief geheugenverlies, dat kan. Mijn familieleden, die onthoud ik natuurlijk. Maar van die mensen die ze recht van een OCMW-rusthuis naar het ziekenhuis brengen, om kwart voor dood zoals wij dat zegden, en met een plastic zak met hun bezittingen: die onthoud je niet. Die mensen zouden, zonder mijn ingrijpen, misschien nog een paar uur, een dag of een week geleefd hebben. Ik wilde hun lijdensweg verkorten.”

Euthanasie is voor mij het comfortabel naar de dood leiden, het actief beëindigen van de doodsstrijd

Beschuldigde Poppe gaf toe dat het uitvoeren van actieve euthanasie door een niet-bevoegde persoon in feite ‘moord’ is. “Euthanasie is voor mij het comfortabel naar de dood leiden, het actief beëindigen van de doodsstrijd. Op een mildere, pijnloze manier. Wie om euthanasie vraagt, dat hangt af van de situatie. Dat kan de patiënt zelf zijn, dat kan ook de familie zijn. Euthanasie uitvoeren, dat mag alleen een dokter en dat ben ik niet. Euthanasie door een niet-bevoegd persoon, dat is inderdaad moord. Maar ik heb nooit willen moorden. Ik zag mezelf eerder als een soort reddende engel. Veel communicatie tussen mij en die patiënten was er eigenlijk niet, de meeste waren bewusteloos. Niemand heeft mij ooit letterlijk gevraagd om in te grijpen. Ik besliste zelf om in te grijpen. Die dutsen lagen daar met doorligwonden, zonder familie die op bezoek komt, met een rochelende ademhaling. Dat was geen leven meer.”

Ik kan niet per sterfgeval hard maken of ik er iets mee te maken heb

De beschuldigde heeft spijt. “Ik heb me toen het recht toegeëigend om te beslissen over het leven van die mensen. Dat zou ik nu niet meer zo doen. Ik heb daar enorm veel spijt van. Nu zou ik me wenden tot het palliatief team, de artsen, de familie.”. Ivo Poppe antwoordde vlot op de vragen van de voorzitter, maar brak toen hij over zijn eigen moeder vertelde. Ivonna Vanhaverbeke overleed op 27 januari 2011, ook door zijn toedoen. “Als je je eigen moeder zo ziet afzien, je moeder die zich heel haar leven totaal gegeven heeft om voor iedereen te zorgen, dan kan je daar niet tegen. Ik had een grenzeloze bewondering voor mijn moeder. Nu besef ik dat ik dat recht niet had en ik ben blij dat mijn broers en zus mij niet hebben laten vallen”, klonk het. Ook bij zijn getuigenis over de overlijdens van zijn twee grootooms en zijn schoonvader kreeg Ivo Poppe het af ten toe moeilijk.

Over de namen van de andere slachtoffers kon Ivo Poppe geen uitsluitsel brengen. “Tot de laatste dag van mijn leven zal dat een gewetensprobleem blijven. Ik kan niet per sterfgeval hard maken of ik er iets mee te maken heb. Die nabestaanden kunnen niet met zekerheid weten of ik er voor iets tussen zit, kunnen dat sterfgeval in hun familie niet afsluiten. Ik heb inderdaad een lijst bezorgd aan de speurders met gevallen waarin ik schuldig was, maar daar ben ik uit de bocht gegaan. Ik deed dat om duidelijk te maken dat ik wilde meewerken, maar die lijst klopt niet. Ze is totaal waardeloos. Ik was op dat moment zo aangeslagen dat het mij allemaal niet meer kon schelen, mijn leven was zinloos geworden.”

Morgen, dinsdag 23 januari, komen de speurders, de onderzoeksrechter en de wetsdokter getuigen.