In de kindertijd autismespectrumstoornis vastgesteld bij beschuldigde van ripdeal

Op het assisenproces tegen Sacha Brunessaux (22) heeft de gerechtspsychiater verklaard dat bij de beschuldigde in zijn kindertijd een autismespectrumstoornis werd vastgesteld. © Belga

Op het assisenproces tegen Sacha Brunessaux (22) heeft de gerechtspsychiater verklaard dat bij de beschuldigde in zijn kindertijd een autismespectrumstoornis werd vastgesteld. Dokter Paul Lodewyck vond die kenmerken tijdens zijn onderzoek wel minder prominent aanwezig. Het risico op nieuwe feiten werd als matig ingeschat.

Gerechtspsychiater Paul Lodewyck legde uit hoe bij de beschuldigde op negenjarige leeftijd een autismespectrumstoornis (ASS) werd ontdekt. “Hij kon geen lichamelijk contact van anderen verdragen. Er was ook sprake van een vlakke mimiek en weinig oogcontact.” Brunessaux kon zich zelf niet vinden in die diagnose, die volgens hem gesteld werd omdat zijn moeder dat wilde. De beschuldigde kreeg jarenlang thuisonderwijs van zijn moeder, maar na de echtscheiding begon hij in 2015 agressief gedrag te vertonen. “Hij had duidelijk heel wat negatieve uitlatingen naar zijn moeder. Hij zei ook dat ze leugens over hem aan de politie vertelde.”

Van een antisociale persoonlijkheidsstoornis is volgens de gerechtsdeskundige geen sprake, al zijn er op sociaal vlak wel problemen. “Er is in de agressiebeheersing soms wel een probleem bij mensen met een autismespectrumstoornis.” Bepaalde symptomen van ASS zijn volgens dokter Lodewyck nog steeds aanwezig, weliswaar in beperkte mate. “Als hij niet uitgelokt werd, zijn er op school ook geen gedragsproblemen geweest.”

“Onrijpheid en disharmonie”

Psycholoog Jürgen Nys stelde gelijkaardige kenmerken vast bij de beschuldigde. “Zijn algemene medewerking was goed, maar inhoudelijk was hij ook vrij gesloten, voorzichtig en defensief. Je merkt toch een vorm van onrijpheid en disharmonie in zijn functioneren.” Die onrijpheid speelde volgens de deskundige een rol in Brunessaux zijn keuze om drugs te dealen, terwijl hij zelf nochtans niet gebruikte. Die contacten met het drugsmilieu zorgen bovendien voor een groter risico op nieuwe feiten. Anderzijds wordt de kans op recidive door de deskundigen als matig ingeschat. “Er bestaat hier wel een gevaar op basis van zijn persoonlijkheidsproblematiek. Een ambulante behandeling onder voorwaarden is toch aangewezen. Er zijn ook beschermende factoren, zoals hij bezig was op werkvlak. Dat is iets positiefs”, besloot dokter Lodewyck.

Tijdens het onderzoek door de deskundigen vertelde Brunessaux ook over de feiten. “Hij heeft gezegd dat hij geen wapen had en dat hij niet de bedoeling had te schieten. Dat hij geschrokken was toen hij bij het slachtoffer een wapen zag.” De burgerlijke partijen merkten op dat een gebrek aan schuldinzicht een probleem kan zijn om in de toekomst zijn gedrag te verbeteren. “Ik had toch het gevoel dat hij op dat vlak niet aan schuldafschuiving deed. Hij toonde echt wel spijt en zei dat het dom was dat hij drugs was beginnen te verkopen”, reageerde dokter Lodewyck.

Net voor de middagpauze had één van de kompanen van Agaverdi Mahmudov al zijn getuigenis afgelegd. “Agach was een goede jongen, een heel vriendelijke, respectvolle persoon”, verklaarde Tom L. De getuige herinnerde zich wel dat het slachtoffer met het idee op de proppen kwam om een ripdeal te plegen. Over de details deed L. amper uitspraken. “Ik herinner mij dat niet meer zo goed, maar wat er staat in mijn verklaring zal wel juist zijn”, klonk het herhaaldelijk.

Alarmpistool

Tom L. wist wel nog dat Agach hem die namiddag in het jeugdhuis een alarmpistool had getoond. “Ik ben 100 procent zeker dat het ging om een alarmpistool, want ik heb ook die munitie gezien.” In de versie van de beschuldigde had het slachtoffer echter ook een echt vuurwapen op zak. “Ik ben 200 procent zeker dat Agach geen tweede wapen op zak had. Brunessaux moet zijn eigen wapen meegehad hebben”, reageerde L.

Tijdens de eigenlijke ripdeal stonden de kompanen van Mahmudov op de uitkijk, maar het fatale schot kon Tom L. zelf niet zien. “Het enige dat ik daarna heb gehoord is een knal. Als er ruzie is gemaakt, stond ik te ver om dat te horen.” Vervolgens zag L. het slachtoffer nog een eindje strompelen en uiteindelijk neervallen. Volgens een buurtbewoner vroeg L. om de politie niet te bellen. “Dat is helemaal niet juist. Welke persoon heeft dat gezegd? Ik was toen in paniek, ik wou alleen maar hulp voor mijn vriend.”

Lees hier alles over de ripdeal.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier