Campingmoord Middelkerke: “Ik was bang om de politie te bellen” (Romuald Verburgh)

Romuald Verburgh. © KURT DESPLENTER (Foto BELGA)

Op het assisenproces over de campingmoord heeft Romuald Verburgh (35) benadrukt dat hij zelf geen geweld gebruikte tegen Mihael Parrent (37). Zijn medebeschuldigden beweerden tijdens hun verhoor eerder op de namiddag wel dat Verburgh het slachtoffer zou geslagen hebben. Verburgh stelde ook dat hij te bang was om de hulpdiensten te verwittigen.

Romuald Verburgh woonde op een appartement langs de Oostendelaan in Middelkerke, maar overwoog om ook een caravan te huren op camping Marva III. In het kader daarvan trok hij op 6 december 2017 met Alain Deltrude (48) en Julien Butera (33) naar diens caravan. “Ik wist zelfs niet dat Mihael er was op dat moment. Dat was gewoon eens een bezoekje brengen bij hen. Maar het is eigenlijk volledig geëscaleerd.” Parrent werd door Butera gewekt, omdat hij zalm op de grond had laten liggen. Vervolgens kreeg het slachtoffer ook klappen van Butera. “Maar de eerste slag die ik gezien heb was van Alain, toen ik terugkwam van het toilet”, vertelde Verburgh.

Een kwartier lang werd in de caravan gediscussieerd over vermeende diefstallen door Parrent. “Mihael zei dat het allemaal niet waar was. En zij begonnen dan duller en duller (kwader en kwader red.) te worden.” Het slachtoffer kreeg ook steeds meer klappen te verwerken. “De tweede keer dat Alain met de pot of de pan geslagen heeft, is het rapper beginnen gaan en haalde hij een mes in de keuken. Ik heb gezegd dat hij moest kalmeren, maar dat was niet te doen.” Verburgh beweerde ook dat hij een paar keer probeerde om de andere beschuldigden te doen stoppen, maar dat spraken zij dan weer tegen. Ze bleven ook volhouden dat Verburgh zelf ook enkele klappen uitdeelde.

Moslim

Op een bepaald moment trok Verburgh zich terug in een slaapkamer. Van daaruit zou hij gehoord hebben dat Deltrude ‘Allah akbar’ riep bij het oversnijden van de keel van het slachtoffer. “Ik ben moslim, maar ik heb dat zeker niet gezegd”, weerlegde Deltrude. “Dat mag niet, het is alsof je in een kerk op Christus zou beginnen vloeken.”

Voorzitter Bart Meganck vroeg meermaals waarom Verburgh niet gewoon de politie verwittigde. “Wat kan je doen als ze alle twee een mes hebben? Ik ben ook geen Superman”, reageerde Verburgh. Naar eigen zeggen was hij op dat moment verlamd van angst. “Ze waren onder invloed van alcohol en medicatie. Je weet nooit hoe ze zouden reageren als ik achter hun gat naar de politie zou bellen.”

Na de feiten ging het trio nog langs bij een kennis en ging Verburgh zelfs naar huis voor het avondeten. Uiteindelijk besliste hij om een bevriende rechtenstudente om hulp te vragen. Samen met haar toenmalige vriend reed Kelly D. toen effectief vanuit de streek van Namen naar Middelkerke. “Er gaan veel mensen geen hulp krijgen als getuigen van heel erge feiten allemaal eerst naar een advocaat bellen”, merkte de voorzitter op.

Hulp

Volgens Verburgh was het op dat moment niet zijn bedoeling om het lijk te laten verdwijnen, maar zocht hij gewoon steun bij Kelly. “Ze wist meer dan ik wat ik kon doen in zo’n situatie. Ik was benauwd om naar de politie te gaan voor iets wat ik niet gedaan had.” Verburgh erkende wel dat hij voor een andere oplossing had moeten kiezen. “Ik wist niet wat ik moest doen. Ik ging hier misschien niet gestaan hebben als ik naar de politie was geweest. Ik heb spijt van wat ik gedaan heb. Ik was mezelf ook niet.”

Maandagochtend starten de getuigenverhoren. De politiemensen die het verminkte lichaam van het slachtoffer ontdekten in de wagen van Kelly D., komen als eersten aan het woord.

Lees alles over de Campingmoord in Middelkerke in ons dossier.