Assisen vadermoord: “Ik zag mijn vader echt graag” (beschuldigde)

foto LK
Laurens Kindt

Op het assisenproces tegen Cedric Vandecasteele (33) uit Boezinge, die beschuldigd wordt van de doodslag op zijn vader Ghislain (56) op 25 juli 2019, heeft voorzitter Joeri Pieters de beschuldigde ondervraagd. “Eén domme beslissing van mij heeft alles kapot gemaakt”, gaf de jongeman toe.

Zoals gewoonlijk startte de voorzitter met heel wat vragen over de jeugd van de beschuldigde. Daaruit bleek dat er al heel vroeg ADHD werd vastgesteld bij Cedric Vandecasteele. “Ik was vaak onrustig en storend in de klas. Met Rilatine was ik rustiger maar ik viel soms door de medicatie ook in slaap in de klas. Later, op het college, werd ik gepest omwille van mijn gewicht. Ik ben daar voor de eerste keer in contact gekomen met cannabis tijdens een uitwisseling met Nederlandse studenten. Toen ik na het college voor de Militaire School in Zedelgem koos, rookte ik ieder weekend cannabis”, vertelde de beschuldigde.

Zijn druggebruiker steeg door de jaren heen. “Toen het uit raakte met mijn vriendin omdat ze mij bedrogen had, ben ik op zoek gegaan naar zwaardere drugs. Cannabis maakte me rustig en passief, cocaïne maakte me gelukkig en actief. Maar na een tijdje ook paranoia. Ik begon dingen te horen die er niet waren. Dan dacht ik dat er ratten in de muren zaten of hoorde ik getik op het toilet. Dan maakte ik mijn ouders in het midden van de nacht wakker omdat ik dacht dat ze complotten tegen me aan het smeden waren”, klonk het.

Sterk karakter

Ook op zijn werk bij de firma Würth gebruikte Cedric Vandecasteele drugs. “Ik werkte als vertegenwoordiger, hele dagen de baan op. Ik gebruikte cannabis en cocaïne. De klanten hadden niets door, die kenden mij zo. Tot het op een dag niet meer ging. Ik ben naar huis gegaan en heb er openlijk drugs gebruikt in de living. Mijn ouders hebben me in de auto gestopt en zijn beginnen rijden tot ze een plaats in een instelling voor me vonden”, vertelde hij.

Na een residentiële opname bij Het Kompas in Kortrijk ging het beter. “Mijn vader is me komen ophalen. Hij heeft een sterk karakter. Wou hij stoppen met roken, dan pakte hij zijn pakje sigaretten en gooide het in de vuilbak. En hij was gestopt. Hij hoopte waarschijnlijk dat het bij mij en de drugs ook zo zou lopen. Dat ik na die behandeling ook effectief gestopt zou zijn”, zei Cedric Vandecasteele.

Slachtoffer Ghislain Vandecasteele. (gf)
Slachtoffer Ghislain Vandecasteele. (gf)

Na zijn opname kocht hij samen met zijn toenmalige vriendin een huis in de Molenstraat in Boezinge. “Een huis met enorm veel werk aan. Iedereen hielp mee, mijn vader was de grote bezieler van dat project. Zonder hem zou het niet gelukt zijn. Twee jaar hebben we samengewerkt in dat huis, we hebben misschien één keer ruzie gehad. Ik had helemaal geen problemen met mijn vader. Ik zag hem graag”, klonk het.

Sinds zijn opname was Cedric Vandecasteele al drie keer hervallen in zijn druggebruik. Ook de dag voor de feiten, op 24 juli 2019, kocht hij opnieuw cocaïne. “De beslissing om die dag drie gram cocaïne te bestellen, is een domme beslissing. Niet te vatten. Ik had een goed leven, een goeie vriendin, een goeie job, goeie ouders. Met één domme beslissing is alles kapot. Die beslissing heeft mijn leven verwoest, dat van mijn vader, ook dat van mijn moeder en zus”, vertelde hij geëmotioneerd.

Voorzitter Joeri Pieters. (foto LK)
Voorzitter Joeri Pieters. (foto LK)

Over de dag van de feiten kon de jongeman weinig vertellen. “Ik herinner me dat niet”, antwoordde hij op zowat elke vraag van voorzitter Pieters. Die drong aan. “Om 11.16 uur stuurde u nog een sms’je naar uw vriendin. Was u toen al onder invloed?”, vroeg hij. “Ik weet niet wanneer ik ben beginnen gebruiken die dag”, klonk het. “Kan het dat uw vader onverwacht kwam controleren of u drugs gebruikte?”, vroeg de voorzitter. “Dat zou kunnen maar mijn vader zou nooit agressief reageren in zo’n geval. Ik kan me niet inbeelden dat dit de reden moet geweest zijn”, antwoordde Vandecasteele. “Uw vader woog 105 kilo, een struise bouwvakker. Als je de verwondingen ziet en het aantal messteken – zestien – dan moet dat toch enorm veel geweld zijn geweest”, stelde de voorzitter vast. “Ik weet daar niets meer van. Maar het was niet menselijk”, klonk het.

Herinneringen aan de momenten meteen na de feiten had de beschuldigde ook niet. Dat er meerdere agenten nodig waren om hem te overmeesteren en dat er medicatie aan te pas kwam om hem te kalmeren, wist hij niet meer. In het ziekenhuis werd de beschuldigde twee dagen in een kunstmatige coma gehouden. Ook aan de verhoren nadien had Cedric Vandecasteele amper herinneringen. “Ik wilde graag antwoorden en ik wil dat nog altijd doen. Ik was een hoopje ellende. Het feit dat ik het niet weet, verandert niet alleen niets aan de feiten maar het maakt het alleen maar erger. In die verhoren spreek ik bijna alleen over dingen die ik via andere mensen weet”, klonk het.

Geen slachtoffer

Hij richtte zich na de vragen van de voorzitter ook nog naar zijn familieleden die in de zaal zitten. “Ik weet dat ik met woorden nooit ga kunnen uitwissen wat ik gedaan heb. Ik besef maar al te goed wat ik jullie aangedaan heb. Ik hoop dat je weet dat wat jullie voelen, ik ook elke dag voel. Het is moeilijk voor mij om mee te leven. Ik zeg niet altijd wat ik moet zeggen, maar ik leef elke dag met hetgeen ik gedaan heb. Zonder het slachtoffer te willen zijn: dat is niet gemakkelijk. Ik hoop dat je overtuigd bent van het feit dat ik mijn best doe om elke dag beter te worden, om clean te blijven. Ik hoop dat je overtuigd bent dat het mij gaat lukken en ik ben heel blij dat je er nog bent om mij te steunen”, klonk het.

De rest van de eerste procesdag zullen de agenten komen getuigen die de eerste vaststellingen hebben gedaan, de onderzoeksrechter en de speurders die het onderzoek voerden.