Assisen ripdeal: “Niet de intentie om te doden” (verdediging)

Beschuldigde Sascha Brunesseaux. © BELGA
Laurens Kindt

Op het assisenproces tegen Sascha Brunesseaux, de 22-jarige man uit Roeselare die beschuldigd wordt van doodslag op Menenaar Agaverdi Mahmudov (19) tijdens een mislukte drugsdeal, heeft de verdediging voor het eerst het woord genomen. “Hij had niet de intentie om te doden”, aldus advocaat Johan Platteau.

Aanklager Roeland Vasseur nam deze ochtend het woord voor de voorlezing van de akte van beschuldiging, waarin de feiten in het lang en het breed geschetst worden. Nadien kreeg ook Johan Platteau, de advocaat van beschuldigde Sascha Brunesseaux, aan het woord. “De feiten zijn dramatisch, mijn cliënt is niet blind voor de gevolgen van wat er gebeurd is en voor het verdriet van de familie”, begon Platteau. Waarop hij meteen al zijn licht liet schijnen op de grond van de zaak. “Mijn cliënt heeft nooit de intentie gehad om te doden en hij heeft dat altijd zo verklaard tijdens het onderzoek, waaraan hij zijn medewerking altijd heeft verleend”, pleitte Platteau.

De context van het hele verhaal is cruciaal, aldus de advocaat. “Het slachtoffer heeft in bende, bij nacht en gewapend geprobeerd om mijn cliënt af te persen en te beroven. De persoon van het slachtoffer en de andere bendeleden is cruciaal in dit dossier”, zei hij. Wellicht zal Platteau dan ook op het einde van de rit de wettige zelfverdediging pleiten.

Bendeleden

De advocaat maakte ook misbaar om het feit dat twee vrienden van Agaverdi Mahmudov, die bij de ripdeal aanwezig waren, zich burgerlijke partij stellen. “Het zijn leden van die bende. Ik weet niet of zij dan de hoedanigheid van slachtoffer kunnen hebben”, klonk het. “Zij hebben het schieten niet gezien. Ze zijn nadien naar het slachtoffer gelopen en hebben geroepen – volgens getuigen – dat er niet naar de politie mocht gebeld worden. Buurtbewoners die wilden komen helpen, werden door hen geslagen en gestampt”, klonk het.

Vriend zien sterven

“We moeten niet iedereen toelaten om hier als slachtoffer te zitten. Die mensen zullen nog voor de rechtbank moeten komen voor de feiten die ze, voorafgaand aan de schietpartij, hebben gepleegd. Ik vind niet dat zij het recht hebben om zich hier burgerlijke partij te stellen”, klinkt het. “Mijn cliënt heeft géén bewijsmateriaal doen verdwijnen of getuigen bedreigd. Integendeel: hij heeft één van zijn goeie vrienden op straat zien sterven door een schot. Dat is de kern van het verhaal”, pleitte Filip De Reuse voor één van de aanwezigen die zich burgerlijke partij wil stellen.

Voorzitter Joeri Pieters trok zich na de pleidooien terug om een tussenarrest over de kwestie op te stellen. Na een halfuur beraadslagen besliste het hof dat de twee vrienden zich wel degelijk burgerlijke partij mogen stellen. “Het belang van de burgerlijke partij wordt bepaald door de mogelijkheid dat door een misdrijf schade is geleden. In dit geval hebben beide vrienden op aannemelijke wijze de aanwezigheid van mogelijke – vooral morele – schade aangetoond”, klonk het.

Straks begint de ondervraging van de beschuldigde door de voorzitter. Vanaf maandag starten de getuigenverhoren.