Assisen kotmoord – Getuige zag Musawi eerder die nacht al met een mes

© (Foto BELGA)

Op het assisenproces over de dubbele kotmoord zijn de getuigenverhoren met enkele uren vertraging afgerond. Een getuige verklaarde op de valreep nog dat hij eerder die avond Mohammad Taqi Musawi (24) met een mes had gezien. De getuigenis van Omar O. had wel heel wat voeten in de aarde.

Omar O. verklaarde woensdag dat hij in de nacht van 30 september op 1 oktober 2018 een joint ging vragen aan de beschuldigde. Volgens de getuige leek Youlia Soboleva (19) geschrokken toen ze op dat moment naar buiten kwam. Meerdere andere details uit zijn verklaring ontkende O. plots. Nochtans had de man indertijd bijvoorbeeld verklaard dat de beschuldigde die nacht een mes achter zijn rug verborg.

De getuige in kwestie werd door de politiezone Vlas naar het assisenhof gebracht. Tijdens de terugrit begon hij volgens openbaar aanklager Serge Malefason spontaan te praten met de politiemensen. De procureur-generaal stelde dat zijn verklaringen mogelijk een ander licht konden werpen op de zaak. De verdediging noemde de geluidsopname van het gesprek zelfs explosief.

Voorzitter Vincent Vereecke besliste om een bevel tot medebrenging uit te vaardigen en Omar O. opnieuw als getuige horen. Vrijdagavond bleek echter dat de man aandrong op de bijstand van een advocaat. “Hij voelt zich aan zijn lot overgelaten”, aldus meester Dennis Van Overstraeten, advocaat van de beschuldigde. Uiteindelijk werd meester Luc Arnou opgetrommeld om de getuige bij te staan.

Na een vertrouwelijk overleg met zijn raadsman wilde O. uiteindelijk toch verklaringen afleggen. De getuige stelde dat hij woensdag al had willen vertellen wat hij precies gezien had, maar dat hij onderbroken werd. “De deur ging open en in een fractie van een seconde stak hij een mes achter zijn been en deed hij de deur dicht.” O. vermoedt dat Musawi eigenlijk de vriend van Youlia verwachtte, want het mes leek niet voor hem bedoeld. “Met mij was hij altijd zeer vriendelijk, zeer normaal, zeer beleefd. Maar die dag was hij geschrokken en gooide hij dus de deur dicht.”

Vervolgens knoopte O. voor de woning een gesprek aan met Youlia Soboleva. “Ik ben hier voor mijn beste vriendin die een relatie had met meneer Musawi en meneer laat haar niet gaan”, zou het slachtoffer gezegd hebben. Ze kreeg van de getuige opvallend genoeg de raad om voorzichtig te zijn. “Ik zei dat Afghaanse mensen hardnekkig kunnen zijn en dat die niet zouden lossen. Het was een beetje een sarcastische verwittiging, nooit wetende dat zij enkele uren daarna jammerlijk zo aan haar einde zou komen.”

Tijdens dat gesprek wisselden O. en Soboleva blijkbaar ook nog telefoonnummers uit. “Ik heb haar ‘hey’ gestuurd, maar ze ging weg toen ze de deur van de studio hoorde opengaan.” Uiteindelijk vertrokken Musawi en zijn ex-vriendin al dan niet samen in de richting van het centrum van Kortrijk. Op dat moment zou van een mes geen sprake meer geweest zijn.

Omar O. benadrukte ook dat hij zelf getraumatiseerd is door de hele zaak. “Ik ben zeker bang, van alles wat errond zit. Die dingen die ik in de krant gezien heb over meineed. Bang om de nabestaanden te kwetsen. Bang om iets verkeerds te zeggen of om iets teveel te zeggen.” Naar eigen zeggen wilde hij absoluut getuigen om de nabestaanden te helpen. “Ik had die dag ook niets kunnen zeggen aan de politie, maar dat liet mijn geweten niet toe.”

De verdediging wilde de getuige confronteren met enkele frappante uitspraken tegenover de politie, maar de pogingen van meester Bruno Soenen bleken tevergeefs. “U mag citeren wat u wenst, maar ik ga nergens op in. Als het is om mij te provoceren, dan zal het niet lukken meneer.” De verdediging kondigde noodgedwongen aan dat het over de kwestie zal pleiten. “Maar dit strijdt met het rechtsgevoel en het recht op verdediging. Hij ontneemt ons de kans om recht te zetten wat hij durft te insinueren.”

Vervolgens kreeg de getuige nog een bedanking uit een opvallende hoek. “Hij is een belangrijke getuige. Hij bevestigt mijn verklaring dat Youlia buiten op mij wachtte terwijl ik aan het omkleden was”, stelde Musawi. O. repliceerde dat hij eigenlijk niet die indruk had. “Ik dacht dat ze nog altijd gestresst was en dat ze wou praten met mij.”

Ten slotte werden op vraag van de verdediging nog de politiemensen gehoord die de geluidsopnames van O. maakten. “Dat was niet gepland. Bij het verlaten van de assisenzaal zijn onderweg naar het voertuig bepaalde dingen gezegd, waardoor mijn collega beslist heeft om van in het begin een opname te starten.” De inspecteurs konden alleen maar vaststellen dat O. spontaan bleef ratelen. “We hebben hem zeker niet gestuurd. Ik heb hem gewoon laten vertellen. Er was ons ook gevraagd om niet over de zaak te praten.”

Maandagochtend starten de pleidooien.