Na de drie steekpartijen op rij: “Oostendenaar moet zich niet per se onveilig voelen”

Korpschef Philip Caestecker © DJ DJ
Redactie KW

Drie steekpartijen in vier dagen in Oostende. Bij politie en parket beamen ze: dat klinkt spectaculair en zorgwekkend. Worden er effectief sneller messen getrokken dan vroeger? Is het onveiliger in de stad en vertaalt zich dat ook in cijfers? Of zijn we niet meer gewoon om met elkaar om te gaan door corona? We leggen het voor aan korpschef Philip Caestecker, procureur des Konings Fien Maddens en burgemeester Bart Tommelein (Open Vld).

Een dode op zondagmorgen, een man in levensgevaar op dinsdagnamiddag en een nóg een gewonde op woensdagavond. Loopt iedereen plots met een mes op straat? “Ik zie heel wat dossiers rond verboden wapendracht passeren op mijn bureau en ik ben daar wel om bezorgd, ja”, stelt procureur Fien Maddens van het parket van Brugge.

Momentopname

“We zien het in alle leeftijdscategorieën. ‘Om mij te verdedigen’, lees ik dan in de verklaringen. Die mensen beseffen niet dat er zomaar een dode kan vallen als dat mes effectief gebruikt wordt… om zich te verdedigen. De opeenvolging van drie feiten in amper vier dagen valt inderdaad op. Maar of er ook sneller een mes getrokken wordt dan vroeger? We kunnen moeilijk conclusies trekken over een nieuwe trend, op basis van buikgevoel en drie feiten”, aldus Maddens.

De steekincidenten van afgelopen dagen zijn volgens korpschef Philip Caestecker en burgemeester Bart Tommelein eerder een momentopname. “Oppervlakkig bekeken lijken die cijfers spectaculair. Maar cijfers zeggen gelukkig niet alles. We minimaliseren niet, maar moeten de juiste context zien. De steekpartijen deden zich voor in verschillende wijken, met andere profielen van verdachten en slachtoffers en telkens met een verschillende aanleiding. Ze zijn gewoonweg niet aan elkaar te linken, behalve een mes als wapen”, zegt Caestecker. Tommelein treedt hem bij. “Nu zijn er wel drie steekincidenten geweest, maar de weken er voor geen. Op basis van drie losstaande feiten kunnen we niet van een fenomeen spreken”, sust hij.

Niets met normale Oostendenaar te maken

Maar bijdragen aan het veiligheidsgevoel onder de brave burger zal het hoegenaamd niet. “Het is niet zo dat je plots elke hoek van de straat neergestoken kan worden, hé, integendeel”, aldus de burgervader. “Neem nu de steekpartij in de prostitutiebuurt, om 5.45 uur, tussen Fransen. De modale burger begeeft zich daar niet in die entourage op dat uur, hé. Of dat steekincident van dinsdag in het Westerkwartier. Dat slachtoffer was goed gekend bij politie en parket, werd al eens gevangen genomen en kreeg al meermaals het bevel om het land te verlaten. Het zou om afrekening in het kader van drugs gaan. Als je je in zo’n milieus begeeft, moet je je inderdaad onveilig voelen. Maar deze incidenten hebben niets met de normale Oostendenaar te maken. Die hoeft zich hierdoor in feite niet onveilig te voelen.”

De korpschef beaamt. “Het is een wetenschap zo oud als de straat dat dergelijke geweldpleging, bijvoorbeeld impulsief mesgebruik, in bepaalde milieus meer voorkomt. Je moet geen criminoloog zijn om dat te weten. En de term ‘onveiligheidsgevoel’ zegt veel: het gevoel dat het onveilig is. Maar ís het feitelijk ook onveilig? Dat is een immens verschil”, gaat hij verder.

Perceptie

“Onze politiemensen zijn altijd en overal waakzaam en doen er alles aan om verdachten snel te vatten”, gaat de korpschef verder. “Neem nu het laatste incident (een werknemer van een pizzeria werd in het been gestoken door een ontevreden klant, red.). Toen gaf het parket ook meteen het juiste signaal om de verdachte te laten aanhouden, ook al had het slachtoffer toen minder ernstige verwondingen. We doen er alles aan om dat gevoel weg te nemen. Bovendien – het jaar is dan wel nog niet voorbij – zijn er tot nu toe minder feiten dan de laatste vijf jaar als je de gemiddeldes bekijkt. Er is een verschil tussen perceptie en realiteit.”

De geweldplegingen in Oostende werden overigens voorafgegaan door andere steekincidenten in andere steden. Zijn mensen sinds de lockdowns misschien niet meer gewoon om discussies simpelweg uit te praten? “We merken algemeen bekeken wel een verruwing van de maatschappij en meer verzuring op”, antwoordt Philip Caestecker. “Maar daar heeft corona niks mee te maken. Veel mensen zijn net heel blij om elkaar terug te zien. Tijdens de heropening van discotheken en danscafés waren er niet opvallend meer interventies in de uitgaansbuurt. Dat toont toch aan dat de sfeer best gemoedelijk is.”

Geen illusie

En wat kan de oplossing dan zijn, om steekpartijen in welbepaalde milieus te voorkomen? “Wij werken altijd op basis van de omstandigheden van het moment. Drie keer per week is er operationeel overleg. Feiten worden vertaald in operationele richtlijnen. Maar je kan niet op alles anticiperen en de incidenten waarvan sprake zijn moeilijk politioneel te vermijden.”

“We kunnen onmogelijk elk individu gaan controleren op verboden wapenbezit. Dat is naar manschappen en middelen onmogelijk. En er is ook een specifieke reden voor nodig. Bij verdachte omstandigheden en in relevante situaties worden mensen altijd gefouilleerd op wapenbezit. Maak je evenwel geen illusies: je kan het gebruik van messen in conflictsituaties nooit helemaal uitsluiten”, aldus Caestecker.

Extra geld voor politie

“Elk geval van verboden wapenbezit wordt vervolgd, voor de rechtbank of met een minnelijke schikking. Als parket tillen we hier zwaar aan”, voegt procureur Fien Maddens toe. Tommelein: “In een grote stad zoals Oostende is er nu eenmaal criminaliteit. Denken dat we dat volledig in de kiem kunnen smoren, is een utopie. Vandaag (vrijdag, red.) is net de begroting van volgend jaar goedgekeurd. De politie krijgt, zoals eerder beslist, elk jaar een half miljoen euro extra budget voor extra personeel. Het staat buiten kijf dat veiligheid een prioriteit is.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier