De Brugse correctionele rechtbank heeft op basis van de Potpourri II-wet geoordeeld dat een 28-jarige Antwerpenaar op verzet geen nieuw proces krijgt in een zedenzaak.
Nicky C. had seksuele relaties met meisjes van 13 en 14 jaar oud en kreeg voor verkrachting bij verstek 30 maanden gevangenisstraf, waarvan de helft met uitstel.
C. richtte zich op zwakbegaafde en hulpbehoevende meisjes uit een opvangcentrum in Oostende. Hij had seksuele relaties met enkele 16-jarigen, maar ook met meisjes van 13 en 14 jaar oud. Op 25 september 2014 werd een toen 13-jarig meisje bij C. thuis aangetroffen. Ze verklaarden dat ze al vier maanden een seksuele relatie hadden. De beklaagde zat enkele dagen in voorhechtenis, maar nam na zijn vrijlating opnieuw contact op met het slachtoffer.
Op 2 mei werd de zaak bij verstek behandeld en werd de onmiddellijke aanhouding van de Antwerpenaar bevolen. Nicky C. tekende vanuit de gevangenis verzet aan tegen zijn veroordeling. Door de Potpourri II-wet is het echter niet meer vanzelfsprekend om dan een nieuw proces te krijgen. In dit geval was de beklaagde op de inleidende zitting namelijk vertegenwoordigd door een advocaat. Er werd toen zelfs een maatschappelijke enquête bevolen. C. probeerde nog tevergeefs uit te leggen dat belangrijke brieven tijdens een verhuis verloren waren gegaan. “Je hebt indertijd zelfs getekend dat je de dagvaarding ontvangen hebt. In die omstandigheden is het verzet ontvankelijk, maar moet het ongedaan verklaard worden”, zei de rechter.
De Antwerpenaar kan wel nog beroep aantekenen tegen de verstekveroordeling.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier