Fransman riskeert 2 jaar cel voor dodelijk ongeval met vluchtmisdrijf in Beselare

Redactie KW

Tommy S. uit Halluin veroorzaakte op maandag 13 oktober 2014 een ongeval waarbij Roger Couzyn (61) uit Beselare overleed.

De zaak kreeg nog een extra dimensie want Christophe, de zoon van het slachtoffer, was als politieagent als eerste ter plaatse. De aanrijder was op het moment van het ongeval als interim aan het werk bij Westvlees in Oostrozebeke. De man werd door de Franse speurders opgepakt en zijn wagen werd gevonden onder een brug in Armentières. Tommy S. werd aangehouden en kwam pas vrij na het betalen van een borgsom. Voor Tommy werd er twee jaar cel gevorderd waarvan de helft effectief, en een rijverbod van vier jaar tegen de Fransman.

“Bij de aanrijding was hij zodanig in paniek dat hij zijn kop in het zand stak”

Meester Thomas Vandemeulebroucke, die de familie van het slachtoffer vertegenwoordigt zei dat er geen discussie mogelijk is want het dossier bulkt van de getuigenissen over de opvallende Renault. Verschillende mensen herkenden ook de dader die meestal ‘als een zot’ reed. De deskundige stelde vast dat de man de 80 à 100 kilometer per uur reed, terwijl hij maar 50 mocht. Als hij aan een normale snelheid had gereden, dan was er geen ongeval, zo stond het ook in het verslag.

De verdediging werd waargenomen door meester Julie Vandenbogaerde, en niettegenstaande het feit dat alles tegen haar cliënt sprak, probeerde de advocate toch wat nuance aan te brengen in het verhaal. Ze gaf toe dat wat haar cliënt deed zeker fout, maar ontkende dat hij geen spijt zou hebben. Volgens de verdediging komt haar cliënt uit een gezin waarbij het financieel zeer moeilijk gaat. Ook op het moment van het ongeval zat de man allerminst in een gemakkelijke situatie. Zo was zijn vriendin bevallen, maar woonden de twee niet samen want Tommy verbleef op dat moment in een mannenopvang. “Bij de aanrijding was hij zodanig in paniek dat hij zijn kop in het zand stak. Hij zag zijn wereld instorten”, aldus de verdediging. “Trouwens, uit telefoongesprekken blijkt dat hij zich zou gaan aangeven bij de politie, diezelfde dag dat hij bij de kraag werd gevat.”

De verdediging toonde het meeste begrip voor de familie van het slachtoffer en vermoedt dat haar cliënt het slachtoffer niet eens geeft gezien. Het is niet logisch dat de voetganger op zijn stappen terugkwam, terwijl hij bijna aan de overkant van de straat was. Het was alsof hij iets op de grond had laten vallen. Als mijn cliënt de wettelijke snelheid had aangehouden, dan was het ongeval ‘waarschijnlijk’ vermijdbaar, en niet ‘zeker’ vermijdbaar, zoals de tegenpartij zegt.”

De verdediging pleitte haar cliënt nog een kans geven en de beklaagde drukte ook tegenover de politie zijn spijt uit. Vonnis op 27 april.

(HV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier