Wat doe je als je als 71-jarige vrouw het slachtoffer wordt van een brutale handtasdiefstal op klaarlichte dag? Eens goed vloeken, de dader(s) verwensen en misschien voortaan doodsbang de straat opgaan, wellicht. Niet zo bij Carole De Coninck (71), die in gesprek ging met de minderjarige dader, hem confronteerde met de feiten en hem voortaan verder de goede weg op helpt. “Ze excuseerde zich zelfs dat ze mij crapuul had genoemd, ongelooflijk toch?”, zegt Jonas*.
De feiten dateren van goed een jaar geleden. Op een vrijdagmiddag in juni wandelde Carole De Coninck door de Kortrijkse binnenstad. “Ik was toen vrijwilliger in de bookshop van Oxfam en ging wat spullen afleveren. In mijn ene hand had ik mijn trolley, in de andere mijn handtas. Toen ik de Kapittelstraat in liep, zag ik in mijn ooghoek hoe twee jonge gasten mij precies aan het volgen waren. ‘Zou ik gaan lopen?’, dacht ik, maar ik wuifde die gedachte weg. Voor ik het goed en wel besefte, voelde ik een hevige ruk aan mijn handtas. Ik draaide me om en zag ze nog net weglopen. Ik riep ze na – ‘crapuul’! – en keerde terug naar huis”, vertelt Carole.
Toen ze ’s anderendaags weg moest, voelde ze dat er iets wrong. “Ik durfde niet naar buiten. Na drie uur lukte het dan toch, maar ik bleef over mijn schouder kijken. Dat wou ik niet, zo bang zijn. Ik heb 42 jaar in het onderwijs gewerkt, met jonge mensen uit soms moeilijke gezinssituaties, mijn vertrouwen in hen wou ik me niet laten afnemen”, vertelt ze.
‘Oud vrouwtje’
De daders werden kort na de feiten al ingerekend. “Ik had die dag al samen met een vriend een oud vrouwtje beroofd van haar handtas, in Roeselare. Toen de politie me arresteerde en de jeugdrechter vertelde dat ik in gesprek kon gaan met ‘het oud vrouwtje’, vroeg ik me af welke van de twee het zou zijn. Achteraf gezien is het een geluk geweest dat het Carole was”, vertelt dader Jonas, die op het moment van de feiten 15 jaar was. “Toen ik hoorde dat die dader nog zo jong was, dacht ik daar valt nog wel iets mee te doen. En dus was ik ook bereid om met hem te spreken”, zegt Carole.
Via de dienst COHesie (zie kader, red.), werd er een rondetafelgesprek georganiseerd. “Ik was superzenuwachtig daarvoor”, zegt Jonas. “Ik was beschaamd over wat ik gedaan had en was bang dat het slachtoffer zich heel erg boos zou maken op mij. Ik durfde haar niet aankijken. Ik heb meteen mijn verontschuldigingen aangeboden, maar tot mijn grote verbazing deed zij dat óók. ‘Omdat ik je crapuul genoemd heb, terwijl je dat niet bent’, zei Carole. Mijn mond viel open. Ik had die vrouw van haar handtas beroofd en zij excuseerde zich, bij mij”, vertelt Jonas.
Harde jeugd
Na het eerste gesprek volgde nog een ontmoeting. “In De Zande, de jeugdinstelling waar Jonas door de jeugdrechter geplaatst werd. Ik had er nood aan om meer over hem te weten te komen. We zijn twee uren gaan wandelen in de bossen in Ruiselede en hij heeft me zijn hele levensverhaal verteld. Dat kwam enorm hard binnen. Het heeft me geholpen om hem als mens te zien en niet langer als dader. Daardoor werd ik ook minder slachtoffer en weer terug meer mens”, zegt Carole.
“Ik was blij om haar te zien. Het is raar, maar bij haar kan ik makkelijk over mijn gevoelens praten”, zegt Jonas. Na de wandeling gingen ze samen nog iets drinken. “Eerst wou hij niet. Ik vroeg hem waarom. ‘Omdat ik geen geld heb’, zei hij. Hij wou ook niet dat ik hem trakteerde, want hij had mij bestolen. Ik heb hem uitgelegd dat hij mij dat geld zeker moest terugbetalen, maar dat we daar dan samen iets leuks mee zouden doen. En hij heeft me terugbetaald, door ervoor te werken”, zegt Carole.
Geen heilige
Ook na het gesprek in De Zande bleven Carole en Jonas contact houden. “We hebben telefoonnummers uitgewisseld. Voor zijn zestiende verjaardag stuurde ik hem een berichtje. We hebben samen ook eens op een event ons verhaal gedaan, op het podium. Nadien kreeg Jonas complimenten, iedereen zei dat hij dat zo goed had gedaan. Het was wellicht de eerste keer in zijn leven dat hij dat te horen kreeg. Hij stráálde. Dat heeft hem zo goed gedaan. En toen ik eventjes naar het toilet moest, heeft hij op mijn handtas gelet”, knipoogt Carole. “Ik heb me herpakt. Binnenkort mag ik terug naar school. Ik wil graag dakwerker worden. Ook daarin steunt Carole me volop. Voor mij staat ze op dezelfde hoogte als familie. Ik zie haar graag”, zegt hij.
Als ze dat hoort, krijgt Carole het even moeilijk. “Na mijn carrière in het onderwijs ben ik even in een zwart gat beland. Altijd had ik het opgenomen voor de leerlingen die het wat moeilijker hadden, samen met een superteam op school. Ik miste dat. En toen kwam Jonas op een – toegegeven – heel merkwaardige manier op mijn pad. Ik vroeg raad aan mijn zoon en hij zei ‘mama, doe dat maar, mensen redden is jouw missie’. En ik heb het gedaan. Maar noem me geen heilige!”.
*Jonas is een fictieve naam. Zijn identiteit is bekend bij de redactie.
“Slachtoffer én dader winnen hierbij”
De bemiddeling tussen Carole De Coninck en minderjarige dader Jonas* werd in goede banen geleid door de dienst COHesie uit Kortrijk. COHesie is één van de drie bemiddelingsdiensten in West-Vlaanderen. “Jaarlijks starten wij ongeveer 300 bemiddelingstrajecten op waarbij een minderjarige in beeld is”, leggen bemiddelaars Maarten Sturtewagen en Mattijs Lierman uit. “Daarbij gaat het vooral om een contact tussen dader en slachtoffer. Maar soms wordt ook de hele context van beiden, maar ook de advocaat en de politie erbij betrokken. Dat noemen wij een Herstelgericht GroepsOverleg en dat is veel intensiever, zoals bij Carole en Jonas gebeurd is. Daarvan hebben we er dit jaar al vijf opgestart. De voordelen voor zowel dader als slachtoffer zijn duidelijk: Carole heeft haar vertrouwen terug en Jonas heeft verantwoordelijkheidszin gewonnen. Op de beslissing van de jeugdrechter heeft dit in principe geen invloed, maar uit de procedure kan wel blijken dat er schuldinzicht is én dat de schade is terugbetaald. Dat kan alleen maar positief zijn.” (LK)
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier