Daklegger uit Menen riskeert zes maanden cel nadat werknemer zeven meter naar beneden stortte

Redactie KW

De zaakvoerder van een dakwerkbedrijf uit Menen riskeert zes maanden cel nadat een negentienjarige werknemer tijdens werken zeven meter naar beneden stortte. Het slachtoffer lag een half jaar in coma en is voor het leven getekend. “De werf was nochtans een week voor het ongeval stilgelegd wegens onveilig.”

Op 18 juni 2015 voerde de inspectie een routinecontrole uit op een werd langs de Kortrijksestraat in Kuurne. T.P. (54) uit Menen was er met enkele werknemers het dak van een woning aan het vernieuwen. Omdat de veiligheid op de werf zwaar te wensen overliet legde de inspectie de werken stil. “De stelling aan de voorgevel was niet verankerd en aan de achterzijde werd met ladders gewerkt”, verduidelijkte arbeidsauditeur Filiep De Ketelaere vrijdag in de Brugse strafrechtbank. “Het valgevaar was aanzienlijk, zeker omdat er ook geen leuningen voorzien waren.”

Maar ondanks het verbod zette T.P. de werken verder en liep het vijf dagen later gruwelijk mis. Een negentienjarige arbeider, die ook nog studeerde, stortte zeven meter naar beneden nadat een plank aan de achterzijde van de woning wegsloeg. De jongeman werd in kritieke toestand naar het ziekenhuis overgebracht. Hij liep onder andere een ernstig schedeltrauma en een wervelbreuk op en lag zes maanden in coma. “Het is een wonder dat het slachtoffer de val overleefde”, vervolgde de arbeidsauditeur. “Maar hij kampt nog steeds met spraak- en slikproblemen, cognitieve problemen, darm- en blaasproblemen en epilepsie. Hij zal wellicht levenslang arbeidsongeschikt zijn.”

De arbeidsauditeur was niet mals voor T.P. “De beklaagde negeerde niet enkel het verbod maar verwittigde na het ongeval ook de inspectiediensten niet. Toen de inspectie een half uur na het ongeval toch ter plaatse kwam had de beklaagde alles al verwijderd. Een plas bloed op de grond was de enige getuige van het ongeval.” De Ketelaere vroeg zes maanden cel en een geldboete van 6.000 euro voor T.P.

De verdediging betwistte dat T.P. een formeel verbod kreeg opgelegd na de eerste controle. “Dat was hem niet gezegd geweest en het was ook zo niet ingevuld op de documenten”, stelde de advocaat van T.P. “Mijn cliënt heeft ook niets proberen weg te moffelen. Hij was gewoon in shock. Maar hij erkent wel dat er destijds fouten werden gemaakt. Hij werkt tegenwoordig heel wat veiliger en niet langer met personeel. De schrik zit er goed in.”

Het slachtoffer stelde zich burgerlijke partij in de zaak. Zijn advocaat eist een voorlopige schadevergoeding en de aanstelling van een deskundige om de totale schade te becijferen. “Het proces-verbaal van die eerdere controle telde liefst veertien bijlagen met mankementen”, sneerde meester Jan Leysen. “Het wordt tijd dat de beklaagde zijn verantwoordelijkheid opneemt.” De uitspraak volgt op 23 oktober.

(AFr)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier