Een 29-jarige Bruggeling riskeert acht jaar effectieve celstraf voor brandstichting in de woning van zijn vriendin in Blankenberge. De man legde bekentenissen af, maar vraagt nu toch de vrijspraak. “Hij bekende de feiten om zijn vriendin te beschermen.”
Op 2 november vorig jaar brak omstreeks halfzeven ‘s ochtends brand uit in de kelder van een appartementsgebouw in de Haelenstraat in Blankenberge. De bewoner van het gelijkvloerse appartement, die uit het raam sprong en daarbij zijn hielbeen brak, verwittigde de hulpdiensten. Vier andere bewoners, onder wie een moeder met twee jonge kinderen, werden met een ladderwagen uit het brandende pand geëvacueerd.
Het gebouw liep zware schade op en is tot op vandaag deels onbewoonbaar. Onderzoek wees op kwaad opzet. “Er werden in totaal vier brandhaarden aangetroffen”, verduidelijkte de procureur maandag in de Brugse strafrechtbank.
Aanmaakblokjes
“Op de keldertrap werd een grote hoeveelheid aanmaakblokjes in brand gestoken en onder de trap werden allerhande spullen op elkaar gestapeld om een maximale brandlast te veroorzaken. Op het tapijt in de traphal werd een à twee liter brandversneller gegoten en op twee plaatsen in brand gestoken.”
Dankzij camera’s met nummerplaatherkenning kwam Z.A. (29), zaakvoerder van een kapperszaak en pastabar in Brugge, als verdachte in beeld. Hij is de partner van de vrouw met twee jonge kinderen, onder wie zijn eigen zoontje. Het jongetje was op het moment van de feiten nog een baby.
Volgens de procureur ging A. schoorvoetend tot bekentenissen over en verklaarde hij dat hij de avond voor de feiten een zware ruzie had gehad met zijn vriendin. Die zou hem toen verweten hebben dat hun baby epilepsie had door slagen die hij haar tijdens de zwangerschap gegeven zou hebben.
Vrijspraak gevraagd
De procureur eist acht jaar effectieve celstraf voor Z.A., die sinds februari in de cel zit. Verrassend genoeg vraagt hij zelf de vrijspraak. Volgens zijn advocaat Johan Platteau bekende hij de feiten om zijn vriendin te beschermen. “De verklaringen van mijn cliënt over hoe hij de brand zou gesticht hebben, stroken niet met de bevindingen van het onderzoek”, stelde advocaat Johan Platteau.
“Zo repte hij met geen woord over brandversnellers. Bovendien bewijst zijn stappenteller dat hij het pand al verlaten had op het moment dat het vuur ontstond. De stappenteller van zijn vriendin toont anderzijds aan dat zij op dat moment op wandel was in het gebouw, terwijl ze zelf verklaarde dat ze nog sliep.”
Blanco strafblad
Meester Platteau verwees verder naar getapte telefoongesprekken tussen A. en zijn vriendin, waarin die laatste meermaals vraagt waarom hij feiten bekende, waarvan zij zeker was dat hij ze niet gepleegd had. “Mijn cliënt kwam zes jaar geleden vanuit Syrië naar België met de beste bedoelingen. Hij heeft met succes twee zaken uit de grond gestampt en heeft een blanco strafblad. Dit is een goede mens die enkel zijn vriendin beschermt. Hij wil dat de kinderen kunnen opgroeien met hun moeder.”
Volgens Platteau kampte de vriendin met een postnatale depressie en was ze ook in een gerechtelijke procedure verwikkeld met de huisbaas. “Vier dagen na de brand moest ze voor de vrederechter verschijnen. Onder meer wegens huurachterstand moest ze het pand verlaten. Het kan niet uitgesloten worden dat zij de brand stichtte. Maar mijn cliënt verdient de vrijspraak op basis van twijfel.”
Z.A. en zijn vriendin vormen nog steeds een koppel. De vrouw woonde het proces maandag bij en stelde zich geen burgerlijke partij. Ze verliet halfweg de pleidooien de rechtszaal. De uitspraak volgt op 19 oktober. (AFr)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier