Assisen De Bondt: Wapendeskundige: “Accidenteel afgaan van wapen is uitgesloten”

© belga
Redactie KW

Op het assisenproces tegen William De Bondt (53) heeft wapendeskundige Erik De Durpel vraagtekens geplaatst bij het verhaal van de beschuldigde. Volgens de getuige sluit de trekkerweerstand uit dat De Bondt per ongeluk een schot afvuurde. Ook de positie van de betrokkenen zou niet kloppen.

Erik De Durpel werd pas een dikke week na de feiten aangesteld, nadat de kogel in het lichaam van Isabelle Deschodt ontdekt werd. Het vuurwapen was enkele dagen eerder al aangetroffen op de slaapkamer van de beschuldigde. “Het is een kleine revolver Lincoln-Bossu, bijgenaamd velodog. We zitten met een wapen dat gefabriceerd werd tussen 1905 en 1914, maar het is goed onderhouden en functioneert normaal.”

De wapendeskundige toonde aan de jury welke handelingen gesteld moeten worden om met de revolver te vuren. “De trekkerweerstand is tussen 55 en 60 Newton. Dat zegt u misschien niet veel, maar u hebt een massa van ongeveer zes kilogram nodig om de trekker over te halen. Dat sluit een accidenteel afgaan van het schot uit.” De Bondt schoot naar eigen zeggen per ongeluk toen hij de kogels uit de trommel wilde peuteren. Volgens de getuige was er echter een stift voorzien om dit eenvoudig te kunnen doen.

Reconstructie

Tijdens de reconstructie toonde de beschuldigde hoe hij net als het slachtoffer in de zetel zou gezeten hebben. In die hypothese zou er een horizontale kogelbaan moeten zijn. “De uitgebeelde positie van hem en van mevrouw Deschodt zijn niet verenigbaar met de anatomische baan, die toch sterk dalend is in het lichaam van mevrouw Deschodt”, stelde De Durpel echter. Mogelijk zat het slachtoffer dus voorovergebogen of lag ze neer.

Bart Nys van het NICC (Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie) gaf toelichting bij het kruitsporenonderzoek. Aan de hand van referentieschoten werd ook de afstand tussen de betrokkenen nagegaan. Daaruit bleek dat de afstand meer dan twee meter moet geweest zijn. Ook dat is niet compatibel met de verklaringen van de beschuldigde, die naar eigen zeggen op minder dan een meter zat.

Alcoholprobleem

Uit het onderzoek is al duidelijk gebleken dat William De Bondt met een ernstig alcoholprobleem kampte. Toxicoloog Jan Cordonnier stelde vast dat hij 1,43 promille in zijn bloed had. “Dat stemt overeen met een zevental glazen pilsbier.” Op het moment van de feiten zou het volgens de deskundige zelfs meer dan twee promille geweest zijn. Het slachtoffer had bij het overlijden 1,81 promille alcohol in haar bloed. “Op het moment van de feiten moet het ongeveer 2,5 promille geweest zijn, een staat van uitgesproken dronkenschap.”

De deskundige voerde ook DNA-onderzoek uit op de greep, de trommel en de trekker van het vuurwapen. “Enkel op de greep werd een mengprofiel teruggevonden van de verdachte. We konden duidelijk het DNA van hem terugvinden, de andere fragmenten waren niet volledig.” Die kleine fragmenten waren sowieso geen vrouwelijk DNA, terwijl Isabelle Deschodt volgens de beschuldigde het wapen wel kort in haar handen had.

Dadelijk komt de gerechtspsychiater aan het woord.