ASSISEN: “Dacht dat politie mij niet ernstig zou nemen”

Kroongetuige Frederic Roose (links in beeld). © LK
Laurens Kindt

Op het assisenproces tegen Wervikaan Daniel Deriemacker (38), die beschuldigd wordt van de moord op zijn echtgenote Carmen Garcia Ortega (35) uit Ieper, heeft kroongetuige Frederic Roose zijn getuigenis afgelegd.

De man legde in maart 2017, twee maanden na de moord, een verklaring af bij de politie. Daarin zei hij dat hij op de avond van de feiten, tijdens een avondwandeling met zijn hond, een man haastig zag stappen in de buurt van het station, gekleed in het zwart.

De man stapte even verderop in een Ford Fiesta en reed weg richting Houtem. Getuige Frederic Roose kon de auto gedetailleerd beschrijven. Het was door die verklaring dat de speurders uiteindelijk Daniel Deriemacker arresteerden.

De getuige deed de hele verklaring nog eens over. ” Ik was aan het wandelen met mijn hond en ik hoorde de klokken van de kerk luiden. Ik wou gaan kijken aan het station hoe laat het was, want ik had mijn gsm niet bij en draag ook nooit een horloge. Ik zag dat het 21.30 uur was. Toen ik terugkeerde van het station, werd ik verrast door een man die links van mij op het trottoir liep. Die man was groter dan mij, gekleed in een zwarte broek, trui met kap en een jas. Door de kap kon ik een deel van zijn gezicht niet zien. Die wandelaar stapte snel, het is ook daarom dat ik verrast werd. Die man stak de straat over, ik hield hem een beetje in de gaten omdat ik hem zo vreemd vond. Ik ben dan verder rechtdoor gewandeld. Die man stak dan de straat over aan het kruispunt met de Stationstraat, zo liepen we in dezelfde richting in de Gedeporteerdenstraat. De man liep een kleine tien meter voor mij. Voorbij een kruispunt zag ik hem oversteken en hoorde ik een portier dichtslaan. Ik zag de lichten van zijn auto branden, zag hem achteruitrijden en wegrijden richting Houtemstraat. Ik zag dat zijn rechterachterlicht minder goed werkte en dat er spatlappen hingen aan zijn achterwielen. Ik zag een Belgische nummerplaat op de wagen hangen maar de letters of cijfers kon ik niet lezen. Het was een kleine auto van een oud model, volgens mij een benzinemodel. Ik hoorde dat aan het geluid van de motor. Weinig cilinderinhoud, dat hoorde ik ook. Ik heb echter niet gezien wie er in zat, de koplampen schenen recht in mijn gezicht”, verklaarde Frederic Roose.

Niet serieus genomen

Waarom moest het twee maanden duren voor hij naar de politie stapte, wilde voorzitter Boyen van de getuige weten. “Ik hoorde de volgende dag van mijn echtgenote dat er iets gebeurd was in Komen. Ze legde me uit wat er gebeurd was, welke misdaad er gepleegd was. Ik heb haar dan verteld dat ik verrast was geweest door iemand aan het station, omstreeks 21.30 uur. Ik sprak er ook met mijn familie over. Zoiets was in Komen nog nooit gebeurd, de hele streek sprak erover.

“We waren niet zeker of wat ik meegemaakt had ook iets met de feiten te maken had. Zo gingen de weken voorbij. Het was uiteindelijk via-via dat het verhaal bij de korpschef terecht kwam. Ik voelde me helemaal niet zeker om een verklaring af te leggen bij de politie. Ik kon de nummerplaat niet geven en ik kon ook geen accurate beschrijving van de man. Ik dacht dat ze mij niet ernstig zouden nemen“, zei de getuige.

Een jurylid wou weten of de auto uitgerust was met mistlichten vooraan. “Misschien, maar die brandden in ieder geval niet”, zei de getuige. Dit kan een belangrijk element zijn want de politie analyseerde de camerabeelden van de reisweg van de plaats-delict tot aan het thuisadres van de beschuldigde. In de uren na de moord passeerde daar slechts één auto met vier lampen vooraan, zoals de Ford Fiesta van de beschuldigde. De politie ging er daardoor vanuit dat dit de auto van de beschuldigde was die daar passeerde, maar volgens de getuigen brandden de mistlichten vooraan dus niet.

Altijd oortjes in

De volgende getuige in de rij was Pascal De Bruyne, de collega van de beschuldigde waar hij de avond en nacht van de feiten mee afsprak om in Drongen een bewakingsopdracht te doen bij een bedrijf. “Hij was heel zenuwachtig toen hij arriveerde. Hij zei dat hij ongerust was over Carmen, maar ik vond dat vreemd want hij reed een uur heen en een uur terug reed naar Drongen om te werken. Ik vond dat vreemd.”

“Toen hij aankwam, droeg hij volgens mij zijn oortjes. Het leek alsof hij daarmee geboren was, met die oortjes. Hij had verschillende sets en was altijd bereikbaar. Hij droeg donkere kledij en waste verschillende keren zijn handen. Ik was verbaasd dat hij na een kwartiertje training van zijn hond niet meteen terug naar huis vertrok, gezien hij zo ongerust was. Hij ging nog mee een toer doen rond het bedrijf. Ik had het gevoel dat hij met opzet in het zicht van alle bewakingscamera’s ging staan”, verklaarde de getuige.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier