Aloïs uit Koekelare verloor tijdens WO I zijn been, maar niet zijn vreugde

Centraal op de foto staat Edouard Willaert, met snor, bij zijn aankomst in Koekelare. Hij was één van de bevrijders die op 17 oktober 1918 door het bevlagde Koekelare trok. Hij was toen, dag op dag, vier jaar in actieve dienst. © GF

Naar aanleiding van de bevrijding 100 jaar geleden loopt in het Lange Max Museum een tijdelijke tentoonstelling. Daar zie en hoor je de kleine geschiedenis van oudstrijders uit Koekelare, Bovekerke en Zande in de Groote Oorlog. Al die aparte verhalen maken deze expo uniek in zijn soort. Een van de verhalen is dat van Aloïs Demoen. “Hij verloor zijn linkerbeen, maar desondanks was hij niet verbitterd. Hij bleef zijn hele leven vrolijk en optimistisch”, aldus Gerdi Staelens, een van de drijvende krachten achter de tijdelijke expo.

Een van dé verhalen van de bevrijding is natuurlijk ook dat over het voormalig Duitse kanon Lange Max zelf, dat toen het grootste kanon van de wereld was. Het kan werd op 16 oktober 1918 voor het laatst gebruikt, een dag later viel het in handen van Belgische soldaten. Voor hun vlucht hadden de Duitsers nochtans een poging ondernomen om het kanon te vernietigen, maar die mislukte. Met neergelaten loop vuurden ze een granaat af, met de bedoeling dat die voor hij volledig uit de loop van het kanon was, op de dikke muur zou stoten en zo het kanon zou vernietigen. Maar het liep anders: de granaat drong dwars door het gewapend beton heen om 800 meter verder in de velden te ontploffen.

In het interbellum was De Lange Max een toeristische attractie, maar in de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers het kanon gedemonteerd om te hersmelten.

Been verloren

Tijdens het interbellum was oud-strijder Aloïs Demoen één van de gidsen op de Lange Max-site. Niemand beter dan hij kon vertellen over de oorlog. Duizenden toeristen werden stil bij het luisteren naar zijn verhalen: “Met zo’n 400 waren ze, jonge mannen uit Koekelare, Bovekerke en Zande die vochten in het leger van koning Albert. Van hen overleefden 79 de Groote Oorlog niet”, zijn de woorden van Aloïs.

“Aloïs was 20 jaar in 1914 en werd na zijn opleiding in het Klein Kasteeltje meteen soldaat bij het 9de Linieregiment. Zijn militaire dienst duurde niet lang, want in oktober 1914 werd hij tijdens de IJzerslag in Stuivekenskerke door schrapnelkogels getroffen”, vertelt Gerdi Staelens, een van de drijvende krachten achter de tijdelijke tentoonstelling in het LMM.

“Aloïs verbeet de pijn en hield zich uiterst stil. De Duitsers lieten hem voor dood liggen. Pas bij een Belgische tegenaanval konden zijn makkers tot bij hem geraken en droegen hem naar een hulppost. In het militaire hospitaal van De Panne moest men een harde beslissing nemen. De amputatie van zijn linkerbeen was onafwendbaar om gangreen te voorkomen. Koningin Elizabeth troostte hem in het hospitaal en de koning verleende hem later het Oorlogskruis en benoemde hem tot Ridder in de Orde van Leopold II.”

Maar ondanks zijn grote tegenslag was Aloïs niet verbitterd. Integendeel, hij bleef zijn hele leven optimistisch en vrolijk. Hij was dan ook een graag gezien figuur.

Herdenking

100 jaar Wapenstilstand, dat wordt in Koekelare op grootse wijze herdacht. Om 19.30 uur is er een lezing door historicus Bruno De Wever – broer van Bart – over de ‘De Eerste Wereldoorlog: triomf of zwanenzang van de Belgische natiestaat?’. Die heeft plaats in De Balluchon en tickets kosten 5 euro. Als je lid bent van de Spaenhiers of van de NSB betaal je slechts 4 euro.

Op zondag 11 november is er om 10.30 uur een eucharistieviering in de Sint-Martinuskerk, daarna is er een plechtigheid op de gemeentelijke begraafplaats. Daar gaat speciale aandacht naar Hector Logghe en Seraphin Opstaele, twee geboren Koekelaarse gesneuvelden uit WOI die er hun rustplaats vinden.

Nadat de verkenners van zowel de 2de Legerdivisie als van de 4de Legerdivisie respectievelijk vanuit de Sterrestraat en vanuit de Ichtegemstraat Koekelare binnen reden en veilig bevonden hadden, was het hek van de dam. De burgers bevlagden hun gevels met de Belgische driekleur. De hele namiddag passeerden infanteriekolonnes door het dorp. Het 15de Linieregiment hield op het marktplein een wapenschouw ter ere van hun twee pas gesneuvelde Koekelaarse makkers Oscar Dooghe en Jules Vandesteene.
Nadat de verkenners van zowel de 2de Legerdivisie als van de 4de Legerdivisie respectievelijk vanuit de Sterrestraat en vanuit de Ichtegemstraat Koekelare binnen reden en veilig bevonden hadden, was het hek van de dam. De burgers bevlagden hun gevels met de Belgische driekleur. De hele namiddag passeerden infanteriekolonnes door het dorp. Het 15de Linieregiment hield op het marktplein een wapenschouw ter ere van hun twee pas gesneuvelde Koekelaarse makkers Oscar Dooghe en Jules Vandesteene.© GF

Om 16 uur wordt er op site de Lange Max een vredesboom geplant. Daarna bieden het gemeentebestuur en het Lange Max Museum een Kanonbiertje aan.

Om 19.30 uur is er in de Sint-Martinuskerk een muzikale evocatie door Ricin. Dit duo, bestaande uit Kevin Poppe en Benjamin Gardin, maakt een muzikale tijdsvlucht over de periode 1914-1918.

De tijdelijke tentoonstelling over de bevrijding met als accent de lokale oud-strijders is te bezoeken in het Lange Max Museum, telkens van woensdag tot zondag, tussen 14 en 18 uur.

DE FEITEN:

– Het bevrijdingsoffensief in de regio Koekelare werd ingezet op 14 oktober.

– Op 16 oktober zag admiraal von Schröder de toekomst somber in en diende ‘s ochtends het bevel om de Duitse stellingen te verlaten. Pas om 14.20 uur werd von Schröders bevel uitgevoerd en vuurde de Lange Max tegen zijn eigen betonnen afschermwand in een poging om het kanon onbruikbaar achter te laten.

– Op vrijdagochtend 17 oktober was Koekelare bevrijd. De burgers bevlagden hun gevels met de Belgische driekleur.