Martine Desitter uit Oostende leidt duikers op in het zonnige Spanje

Martine (rechts) naast boezemvriendin Réjane en haar neefje Yentl. © GF
Redactie KW

Ter land, ter zee of in de lucht. Dagelijkse kost voor werkmensen die tot ongekende hoogtes klimmen of afzakken naar de diepere regionen. Van hoogte- of dieptevrees is er bij hen dan ook geen sprake. Tien weken lang gaan we met KW.be op zoek naar zulke mensen met een ‘hoog’, dan wel een ‘laag’ beroep. Deze week: Martine Desitter uit Oostende is duikinstructrice en baat al 10 jaar samen met manlief haar eigen duikcentrum uit in Spanje, aan de Costa Brava.

De 57-jarige Oostendse leerde haar man Jan Boelen kennen in Antwerpen. Martine was toen 25 jaar en stapte in het huwelijksbootje in haar thuisstad. In 1981 trokken ze samen naar Mallorca, waar haar buitenlandse duikavonturen van start gingen. Maar voorheen had Martine al heel wat duikervaringen opgedaan. “Toen ik amper 12 jaar oud was, schreef ik mij in bij de Sea Scouts & Sea Guides. Die organiseerden allerlei wateractiviteiten, zoals roeien, zeilen, zwemmen en dus ook duiken. Om mij te verdiepen in het duiken volgde ik al gauw een opleiding in de Scubadiving Club in Oostende. Daarna engageerde ik mij om instructeur te worden en behaalde ik een brevet van CMAS, waarmee je vrijwillig mensen mag opleiden tot duiker. Ik wou echter een bedrijfje opstarten dat duiklessen zou geven en daarvoor moest ik een PADI-brevet behalen. Dat lukte mij ook, waardoor ik gemachtigd ben om betaalde lessen te geven en zelf brevetten uit te schrijven aan leden.”

Waarom verhuisde je naar Spanje om een duikclub te openen?

“De mogelijkheid deed zich voor om een duikschool te openen op ongeveer 13 kilometer van het Spaanse vakantieoord Rosas. Mijn man en ik twijfelden niet en beslisten dus om in zee te gaan met het internationale bedrijf Euro Divers. Voordien waren we ook al vertrouwd met werken in Spanje. Zo was ik twee jaar zeilinstructrice in Mallorca en werkten we daarna 7 jaar in de Malediven. In 1991 maakte ik samen met mijn echtgenoot en vader een zeiltocht rond Spanje, Madeira, Portugal en Tenerife. Toen al hadden we de ambitie om ooit onze eigen duikschool te openen in een van die bestemmingen.”

Aan wat mogen we ons verwachten bij je duikclub?

“Het duikseizoen duurt zeven maanden. Tijdens deze periode kan je dus bij ons terecht als je professioneel wilt gaan duiken. Je leert al doende de kneepjes van het vak en mag je verwachten aan uitvoerige begeleiding hierin. De focus ligt op het verkennen van de prachtige flora en fauna en we engageren ons zelfs voor de bescherming van bepaalde dieren, zoals tandbaarzen. Daarvan maken we video’s met een GoPro-camera, en daarover geven wij dan presentaties of we delen het op sociale mediakanalen.”

Martine Desitter uit Oostende leidt duikers op in het zonnige Spanje

“Er komen veel groepen langs uit België, veelal mensen uit Oudenaarde en omstreken. Daar zitten uiteraard ook kinderen tussen. Voor de kleinsten is er een duiktocht naar een wrak voorzien dat op 14 meter diepte ligt. Een soort schattentocht onder water. Je moet minstens 8 jaar oud zijn voor onze activiteiten, ouderen laten we toe ongeacht hun leeftijd. Zo is onze oudste klant liefst 87 jaar. Ook organiseren we geregeld nachtduiktochten, in zee of in grotten. Dat is een unieke ervaring, want dan komen bepaalde dieren echt tot leven. Bijvoorbeeld Murenen, dat zijn slangachtige vissen, komen uit hun hol om ‘s nachts te gaan jagen. Verder geven we ook les aan doven en blinden.”

Hoe communiceer je met blinden of doven onder water ?

“Blinden raken we op bepaalde lichaamsdelen aan om duidelijk te maken wat we proberen te zeggen. Als ik bijvoorbeeld zijn duim vastneem, weet de blinde persoon dat alles oké is. Als ik mijn vinger onder zijn kin plaats, weet hij dat het tijd is om terug naar boven te gaan. Blinden kunnen dan wel niet genieten van de prachtige flora en fauna, maar ervaren het wel graag. Ze krijgen immers de indruk dat ze aan het zweven zijn.”

“Met doven praten we via gebarentaal. Duikers onder elkaar communiceren sowieso met elkaar door handsignalen te gebruiken, dus dat verschilt amper van ons duikerstaaltje. Voor mensen die zowel niet kunnen zien als horen schakelen we een tolk in die door gebarentaal op de hand te tekenen met hen kan communiceren.”

Wat was je meest memorabele ervaring in al die jaren?

“De duiktochten tijdens het mantaseizoen in de Indische Oceaan nabij de Malediven horen toch wel tot mijn mooiste ervaringen. Die mantaroggen hebben een spanwijdte van 6 tot 8 meter en het is dan ook vrij indrukwekkend om te zien hoe die gigantische dieren boven je hoofd zweven. Ook is het wonderbaarlijk hoe belangrijk bepaalde beesten zijn voor de voedselketen van andere zeedieren. Zo zag ik hoe poetsvissen algen en parasieten opaten, die afkomstig waren van roggen, of hoe walvishaaien van 9 à 10 meter breed grote hoeveelheden plankton opslorpten.”

Martine Desitter uit Oostende leidt duikers op in het zonnige Spanje

Uit wat bestaat jouw duikuitrusting?

“Allereerst dragen duikers een trimvest, een soort jacket dat je over je duikpak draagt. Zo’n trimvest regelt het drijfvermogen en kan je vergelijken met een zwemvest, maar dan voor onder water. Via een druk op een knop pomp je lucht in je vest, dan kan je als het ware ‘zweven’ onder water, of kan je drijven op het water. Verder hebben we een oranje boei bij, zodat de schipper ons eenvoudig kan opmerken zodra we boven water komen. Onze duikflessen zijn gevuld met een gasmengsel van stikstof en zuurstof, ook wel gekend als nitroxflessen. Daarnaast krijgt elke duiker een computer mee. Die berekent hoe lang je onder water mag blijven op een bepaalde diepte. En ‘s nachts geven we duikers een speciale duikersbril mee met daarbovenop een lamp, al dan niet met fluorescerend licht.”

De decompressieziekte of ‘duikersziekte’ doet zich voor bij duikers die na een periode onder een verhoogde luchtdruk te hebben gewerkt weer in een omgeving met een lagere druk terechtkomen. De ziekte zou optreden omdat er te veel stikstofgas in het bloed aanwezig is. Dat wordt bij het terugkeren naar normale druk niet snel genoeg afgevoerd. Heb je tijdens je loopbaan al last gehad van decompressie of iemand behandeld met decompressiesymptomen?

“Decompressie is inderdaad zeer belangrijk om als duiker in het oog te houden. Zo duiken we altijd met zogenaamde ‘rebreathers’ in plaats van met persluchtflessen. Hiermee adem je dezelfde lucht in die al circulerend wordt gefilterd. Dat is vrij voordelig, want het laat je toe om dieper te duiken zonder risico te lopen op decompressie of stikstofnarcose. Ook draagt iedereen een computer die ons waarschuwt wanneer er gevaar is voor zuurstofvergiftiging.”

Martine Desitter uit Oostende leidt duikers op in het zonnige Spanje

“Het is dan ook nog maar één keer voorgevallen in ons duikcentrum dat iemand verschijnselen vertoonde die wezen op decompressie. De persoon vertelde ons dat hij tintelende vingers had en dus namen we het zekere voor het onzekere. Hij moest zo snel mogelijk naar de decompressiekamer gaan, waar de luchtdruk binnenskamers verhoogd wordt, vergelijkbaar met de diepte waarin hij zich het laatst begaf. Daar moet de persoon dan een aantal uren blijven liggen en krijgt hij zuurstof toegediend. Het stikstofgas wordt verdeeld in kleine blaasdeeltjes, waarna het terug in de bloedbaan opgenomen wordt. Hadden we niet tijdig ingegrepen, dan zou de persoon het risico gelopen hebben op gedeeltelijke verlamming.”

Heb je ook leuke ‘onderwater-anekdotes’?

“In de Malediven gaf ik eens duikles aan een vrouw. Ze was nog maar net begonnen met duiken en zij dreef op een gegeven moment met haar benen en armen in de lucht, terwijl ze op haar rug lag. De vrouw in kwestie was in de wolken, omdat ze in de overtuiging leefde dat ze het al onder de knie kreeg. Maar ze had niet door dat ze op een schildpad lag, die onder haar zwom. Toen dacht ik vooral ‘ocharme, hopelijk ziet dat beestje niet te veel af van dat gewicht’…”

“Nog een straffe ervaring die me altijd is bijgebleven, was ook in de Malediven. Een lokale duiker claimde dat hij een speciale gave had, waardoor hij schildpadden kon lokken en ze vervolgens kon verleiden om hem te zoenen. Die duiker lokte die dieren met een geluid dat hij maakte. Hij blies op een speciale spons, die hij voor zijn automaat hield waarop hij voordien poeder had gesmeerd. Die poeder kleefde dus aan zijn mond. In feite zoenden de schildpadden hem niet, maar kwamen ze af op de geur en likten het goedje van zijn mond af. (lacht)”

In het verleden zijn al verhalen opgedoken van duikers met tal van ervaring die niet meer bovenkwamen. Hoe komt dat volgens jou?

“De meeste ongevallen gebeuren ofwel met onervaren duikers die de veiligheidsvoorschriften niet opvolgen, of met zeer ervaren duikers die hun grenzen blijven verleggen. In paniek doen mensen soms ondoordachte dingen. Ze hebben bijvoorbeeld last van zuurstoftekort en willen opstijgen naar boven, maar in sommige gevallen stijgen ze dan te snel naar het wateroppervlak en lopen ze een klaplong of scheurtjes in hun longvliezen op.”

Welke onderwaterwereld droom je ooit eens te verkennen?

“De wateren rond de Galapagoseilanden spreken mij bijzonder aan. De tijd is daar stil blijven staan, in die zin dat de natuur zo goed als onaangetast is door toedoen van mensen. Helaas zijn het heel dure reizen. Voor minder dan 6.000 euro kan je er niet heen.”

Martine Desitter uit Oostende leidt duikers op in het zonnige Spanje

“Mijn grote droom is echter om een eigen zeilboot te kopen en daarmee een wereldreis te maken. Mijn brevet als yachtman heb ik intussen al behaald. Daarvoor heb ik 14 dagen lang een intensieve opleiding gevolgd in Thailand, terwijl ik in Nieuwpoort daarvoor een volledig jaar les had moeten volgen. Maar gezien ik elk jaar 7 maanden in het buitenland ben om de zaak open te houden, had ik niet zo veel tijd. Hopelijk wordt mijn droom werkelijkheid!”

(Robin Cocle – Foto’s GF)